Vermoorde kanarie
‘Wil je iets warms in je mond?’ vroeg hij aan onze kersverse stagiaire. Hij stond achter haar met een thermoskan koffie. Als we op vrijdag nog wat gaan drinken, verlaat hij steevast na vier Duvels het café met de mededeling: ‘Tot ik jullie weer zie. Sneller dan ik wil.’ Als hij nachtdienst heeft, beklaagt hij zich in bewoordingen als: ‘Het eerste uur kan ik me nog wel vermaken met het volpissen van het koffieservies en mijn kont kopiëren, maar daarna slaat toch echt de verveling toe.’