Hoeveel pensioen zal ik krijgen?

Het maandelijkse bedrag van je wettelijke pensioen wordt bepaald door het loon dat je tijdens je loopbaan ontvangen hebt én het aantal jaren dat je gewerkt hebt.

Over het algemeen geldt: hoe langer je loopbaan en hoe hoger het loon tijdens je loopbaan, hoe hoger je pensioen.

Bereken hoeveel jouw gespaarde pensioenkapitaal je gaat opleveren

Grote verschillen

Sowieso zijn de Belgische pensioenen niet gelijk verdeeld. Vrouwen hebben bijvoorbeeld duidelijk lagere pensioenen dan mannen, als gevolg van de nog steeds heersende loonkloof, maar ook omdat vrouwen er veel vaker dan mannen voor kiezen om deeltijds te werken en gebruik maken van tijdskrediet of thematische verloven die raken aan hun pensioen. Uit een onderzoek van het Federaal Planbureau blijkt dan ook dat vrouwen in ons land gemiddeld 25% minder pensioen ontvangen dan mannen.

Daarnaast heb je natuurlijk ook grote verschillen tussen vastbenoemde ambtenaren - de zogenoemde "statutairen" - enerzijds, werknemers en zelfstandigen anderzijds.

Ambtenaren kunnen rekenen op een gemiddeld pensioen van 3.381 euro bruto per maand, terwijl werknemers tevreden moeten zijn met een gemiddeld pensioen van 1.615 euro per maand (cijfers voor 2023) en zelfstandigen met nog een pak minder. De gemiddelde zelfstandige kreeg in januari 2023 namelijk slechts 1.156 euro pensioen.

Bereken: Hoeveel pensioen zal je krijgen?

Minimumpensioen

Het minimumpensioen voor werknemers en gemengde loopbanen is vastgelegd (sinds 1 mei 2024) op 1.773,35 euro bruto/maand (2.215,99 euro/maand voor een gezinspensioen). Voor ambtenaren gaat het om 1.773,10 euro bruto/maand (2.216,29 euro voor een gehuwde ambtenaar).

Maar niet iedereen komt in aanmerking voor een minimumpensioen. Om recht te hebben op het gewaarborgd minimumpensioen moet je namelijk een loopbaan van minstens 30 jaar (als werknemer of zelfstandige) of 20 jaar (als ambtenaar) kunnen bewijzen.

Sinds 1 januari 2025 geldt er bovendien nog een bijkomende voorwaarde: je moet 20 jaar effectief gewerkt hebben. Dat betekent dat de niet-gewerkte loopbaanjaren (bv. lange werkloosheid na een ontslag) niet langer gelijkgesteld worden met de gewerkte loopbaanjaren. Wat wél nog gelijkgesteld wordt, zijn het moeder- en vaderschapsverlof, tijdelijke werkloosheid of thematisch verlof.

Meer specifieke informatie over deze bijkomende voorwaarde bekijk je best op de website van de Federale Pensioendienst.