Kan jij als starter je loonbrief ontcijferen?

Brutoloon, belastbaar loon, nettoloon, RSZ en bedrijfsvoorheffing. Wie voor het eerst – of nu nog – zijn of haar loonbrief onder ogen krijgt, fronst vaak de wenkbrauwen bij zoveel cijfers en letters. Al is de basis eigenlijk altijd hetzelfde.

“Ik deed al sinds mijn vijftiende meerdere studentenjobs, dus ik wist over het algemeen wel hoe zo’n loonbrief eruit zag”, vertelt Cedrien Maenhout, werkzaam als projectmanager in de communicatiesector, in de podcast van Jobat over starten. “Als je vast werkt, ziet zo’n loonbrief er anders uit, en ook qua belastingen is het anders. Maar ik kon op mijn werk vlot bij de hr-dienst terecht om het een en ander te vragen.”

Je loonbrief ontcijferd: een overzicht

Op naar netto

Qua loon begint op zo’n loonbrief alles bij je brutoloon. Dat bestaat uit het loon voor het gepresteerde werk en eventuele overuren. Ook je loon voor betaalde afwezigheden (denk aan feestdagen, ziekteverlof en vakantie) zit daar bij. Net als commissielonen, premies of bonussen, voordelen in natura (maaltijdcheques, bedrijfswagen, …) of je verbrekingsvergoeding bij ontslag.

Vervolgens houdt de Rijksdienst Sociale Zekerheid (RSZ) een deel van je brutoloon af. Dat geld wordt gebruikt om zaken als werkloosheid, pensioen, ziekteverzekering en kinderbijslag te (kunnen) betalen.

Bereken: Hoeveel blijft er van mijn brutoloon netto over?

Heb je een werkbonus, dan betaal je minder aan sociale zekerheid. Zo kom je tot het belastbaar loon: wat je overhoudt als de RSZ-bijdrage van je brutoloon is gegaan. Tenzij je dubbel vakantiegeld hebt of het openbaar vervoer wordt terugbetaald. Alles wat vrijgesteld is van RSZ wordt er dan nog bij opgeteld.

Dan passeert de fiscus om van je belastbaar loon nog een bedrijfsvoorheffing af te trekken: een voorschot op je belastingen. Wat overblijft, is je nettoloon. Dat is het bedrag dat op je bankrekening verschijnt. Of toch bijna. Als je bv. maaltijdcheques of een laptop kreeg van je baas, dan moet dat allemaal nog worden verrekend. Als vuistregel heb je dus: belastbaar loon = brutoloon min RSZ. Het nettoloon = belastbaar loon min bedrijfsvoorheffing.