Illustrator Carll Cneut: van gekkigheid tot Gouden Uil

"Je moet hard werken en kwaliteit leveren. Bij een goede kapper zit er ook altijd volk, niet?" (Carll Cneut, illustrator)
Nog tot 28 maart is het Jeugdboekenweek. Een drukke periode voor illustrator Carll Cneut, die van de ene lezing naar de andere trekt. Ondertussen werkt hij aan een nieuw boek met schrijfster Saskia De Coster. “Ik ga verder waar de tekst stopt.”
Illustrator Carll Cneut
"Je moet hard werken en kwaliteit leveren. Bij een goede kapper zit er ook altijd volk, niet?" (Carll Cneut, illustrator)

Tekenaars aan het woord laten, valt niet altijd mee. Wat ze te vertellen hebben, doen ze in enkele pennentrekken, niet in volzinnen. Maar Carll Cneut doet graag zíjn verhaal, ook in zijn werk. En dat kan op bijval rekenen. Tijdens het gesprek loopt het leuke bericht binnen dat hij op de shortlist staat van de internationale ‘Hans Andersen Award’.

Je erelijst is indrukwekkend, met onder meer een Gouden Uil. Vind je zulke onderscheidingen belangrijk?

De erkenning is vooral plezant. Zeker als je een buitenlandse prijs krijgt.

Wellicht helpt het ook als je het met de auteur kan vinden.

Voor mij is het zeer belangrijk dat het iemand is met wie het persoonlijk klikt. Maar de grootste voorwaarde is dat het een schrijver is die zijn geschreven kind aan een illustrator kan geven en daar vertrouwen in heeft. Het geheim van de keel van de nachtegaal was allang uit toen Peter (Verhelst, red.) me vertelde dat hij zich het hoofdpersonage compleet anders had ingebeeld. Indien ik zelf auteur zou zijn, zou ik het daar vast en zeker heel moeilijk mee hebben (lacht).

Zijn auteurs vaak verrast?

Bij sommige boeken heb je als illustrator meer impact op de tekst omdat je verhaalwendingen in je tekeningen aanbrengt die niet letterlijk in de tekst staan. Soms krijg ik ook teksten waarbij de auteur zelf aangeeft welke beelden hij daar bij ziet. Voor mij is dat een probleem omdat ik graag mijn zin doe. Ik ga graag verder waar de tekst stopt. Gaat het hoofdpersonage bijvoorbeeld naar Brugge, dan vraag ik me af: Gaat hij daar per fiets naartoe, met de auto of misschien met de trein? Alles wat niet in de tekst verteld wordt, geeft mij de ruimte om in de tekeningen mijn fantasie te laten spreken.

Voordien was je aan de slag in de reclamewereld. Dacht je toen dat het voor jou mogelijk was om voltijds als illustrator te werken?

Absoluut. Dat heb ik uiteindelijk ook gedaan. Het was nochtans een relatief late roeping. Ik ben pas op mijn 27ste als illustrator begonnen, als een zijsprongetje, een gekkigheid. Tot ik plots besefte: dit is wat ik wil doen. Ik was er ook van overtuigd dat het een haalbare kaart was. Niet dat ik nooit twijfel, hoor. Dat doe ik voortdurend. Wellicht dat ik daardoor nog altijd probeer om net iets meer van mezelf te geven. Momenteel ben ik naast illustrator ook lesgever aan de Koninlijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Omdat ik dat graag wou doen, niet omdat het financieel nodig is.

Je studenten stellen je waarschijnlijk regelmatig de vraag of je van dit beroep kan leven?

Ofwel maak je tekeningen voor magazines en laat je je daar onmiddellijk voor betalen, ofwel werk je aan een boek en krijg je auteursrechten. Je kan heel commercieel werken: anoniem, volledig naar de wensen van de opdrachtgever. Dan riskeer je dat je even snel weer uit bent. Een andere piste is om aan je eigen beeldtaal te werken en zo je naam op te bouwen.

Maar je moet hard werken en kwaliteit leveren. Bij een goede kapper zit er ook altijd volk, of niet? Even belangrijk is het om jezelf te kunnen verkopen. Ik ben maar de helft van de tijd met illustreren zelf bezig. Ik doe lezingen, reis naar het buitenland ... De tijd dat je als illustrator achter je bureau kon blijven zitten en niet buitenkwam, is voorbij. Uiteindelijk heb je een product dat je naar zoveel mogelijk mensen wil brengen.

Je hebt ook voor veel tijdschriften gewerkt, onder andere ‘The New York Times’.

Intussen doe ik voornamelijk boeken. Ik heb daar zo’n reputatie in opgebouwd, dat mensen onterecht denken dat ik geen tijdschriften meer wil doen. Maar voor The New York Times was het wel nogal een gedoe. Je stuurt je schets door, de artdirector is dan nog niet op kantoor enzovoort. Maar als het je als illustrator in België niet lukt, kan het buitenland een optie zijn. Het wereldje van illustratoren is niet zo groot, hoor.

Wat staat er de komende maanden nog op stapel?

Ik werk aan een nieuw boek: De Gouden Kooi, geschreven door Anna Castagnoli en in een Nederlandse versie gegoten door Saskia De Coster. Dat verschijnt in 2011. En er komt nog een project met Peter Verhelst. Maar meer verklap ik daar nog niet over.

(ks) - Illustratie: Carll Cneut            

Illustratie van Carll Cneut 23 maart 2010
Anderen bekeken ook