Aangeboden door Werken bij de Overheid

Werken bij de overheid: dynamisch, divers en met impact

Voor veel schoolverlaters en sollicitanten sleurt de overheid nog altijd een imago mee van “log”, “administratief” apparaat waar je je lastig kunt ontplooien. Klopt dat beeld met de realiteit? Absoluut niet, bewees de ronde tafel die Jobat hierover recent organiseerde. Schoven mee aan: Inge Deblaere, HR-directeur bij VDAB, Luc De Bock, CEO van consultancybureau Probis en Lien Vermeire en Aurelie Damster, respectievelijk project verantwoordelijke Diversiteit & Inclusie en HR-communicatiespecialist, van de FOD BOSA (Beleid en Ondersteuning) – Werkenvoor.Be die de federale overheid vertegenwoordigen.

FREDERIC PETITJEAN

Het imago van de grijze, stoffige ambtenaar is inderdaad een van de grootste struikelblokken om talent naar de overheid te lokken. Dat onderkent ook Luc. Zijn bedrijf Probis verzorgt veel consultancyopdrachten voor lokale overheden en hij kent het wereldje dus door en door. “Als jongeren van de universiteit komen, staat een job bij de overheid meestal niet met stip op hun verlanglijstje en dat heeft heel veel te maken met onwetendheid. Vaak denken jongere mensen dat ze bij de overheid automatisch in een administratieve job terechtkomen waar ze heel lastig kunnen doorgroeien. En dat klopt totaal niet. Een gemiddeld lokaal bestuur draait op 50 tot 300 mensen. Dat is een kleine KMO en daar heerst zeker een vergelijkbare dynamiek.”

Ook Inge, die voor ze bij VDAB aan de slag ging in de privé werkte, ontkent het beeld van de weinig uitdagende overheidsjobs. “De mensen die in de overheid werken, zijn vaak de eersten om dit te ontkrachten. Als wij onze medewerkers vragen waarom ze voor VDAB kozen, komen, naast inhoud, zaken als “werkzekerheid” en “arbeidsvoorwaarden” zoals hybride werken, zeker naar voren, maar we scoren nog beter op “dynamiek” en “loopbaan- en opleidingskansen”.”

Toch geeft Inge toe dat er inherent nog wel wat “remmen” zijn bij de overheid. Er spelen soms nog steeds diploma- en statuutvereisten bijvoorbeeld, of omslachtige wervingsprocedures. Al is er beterschap. “De jobadvertenties met hele lappen tekst die niemand leest, hebben afgedaan”, zegt Luc. Ik zie inderdaad almaar meer filmpjes en meer impact van sociale media. Dat mag ook: employer branding wordt ook voor de overheid belangrijker. Men moet zichzelf beter verkopen.”

Motieven

Wanneer een sollicitant bewust voor een job bij de overheid kiest, komen vaak dezelfde motieven bovendrijven: werkzekerheid, absoluut, maar dikwijls zijn mensen ook op zoek naar een baan met maatschappelijke impact en willen ze “purpose”. “Die laatste redenen horen wij heel vaak”, zegt Aurelie. “Zeker jonge mensen zijn daar bewust naar op zoek. Anderhalf jaar geleden hebben wij bijvoorbeeld een jobcampagne gedaan met IT’ers. Dat ze met hun werk enorme impact hebben en dat die impact ook bijna meteen te zien is, haalde bijna iedereen aan als reden waarom ze bij de overheid werken. Dat en het goede evenwicht tussen privé en werk.”

De vraag blijft natuurlijk: weet de gemiddelde jobzoeker dat wel? “Ik denk het niet”, zegt Aurelie. “De overheid wordt inderdaad nog te veel met “administratie” geassocieerd. Maar dé overheid bestaat niet, dat gaat zo ongelooflijk breed, van sociale zekerheid over de politie en het leger tot water- en natuurbeheer. Dat bijvoorbeeld het FAVV-inspecteurs in dienst heeft die restaurants controleren en eroor zorgen dat ze op een veilige, gezonde manier voeding bereiden, dat weet bijna geen mens. De concrete impact van de overheid is nog veel te onbekend.”

Naast de maatschappelijke impact is voor veel jobzoekers ook het hybride en mensgerichte werken bij de overheid een vaak gehoord pluspunt. “De absolute reflex van “jij moét op kantoor zijn” is aan het verdwijnen”, aldus Luc. “Al is er natuurlijk ook nog altijd een verschil tussen de verschillende lokale directeurs. Veel hangt uiteraard ook af van de specifieke functie. Een onthaalmedewerker of een werkman kan je moeilijk van thuis uit laten werken. Maar voor iemand die een jeugdbeleidsplan moet schrijven, kan dat zeker wel. Dat besef is allicht een van de weinige positieve effecten die aan we corona hebben overgehouden, want voordien was hier nog veel wantrouwen over.”

Bij de federale overheid was 2/5e thuis werken al mogelijk voor corona, sindsdien is dat opgeschroefd naar 3/5e. “Thuiswerk is zowel een uitdaging als een opportuniteit”, zegt Aurelie. “Samenwerking primeert nog altijd, maar natuurlijk vind je thuis soms ook meer concentratie dan op kantoor. Je mag ook niet vergeten dat niet iedereen genoeg digitaal “mee” is om hier aan deel te nemen. Die mensen proberen we te helpen. En hoe je thuiswerk invult, verschilt uiteraard ook per team.”

Een carrière bij de overheid? Lees er alles over!

Werken bij de overheid, rondetafelgesprek

Elk talent welkom

Voor de overheid is het gelijke kansen-principe de absolute basis voor elke aanwerving. Zowel in de selectie als de werving worden die gelijke kansen heel doelbewust gefaciliteerd, zegt Lien. “We screenen cv’s anoniem, we zorgen voor genderevenwichtige jury’s, personen met een handicap kunnen voorrang aanvragen bij selectie, we organiseren verkorte selecties voor min 26-jarigen… en zo verder. Meer algemeen bevragen we ook eerder competenties dan ervaring. Diversiteit wordt dus steeds meer “ingebouwd” in de procedures We geloven in de kracht van diversiteit en inclusie op de werkvloer en willen daar als overheid een voorbeeldfunctie in opnemen.”

De federale overheid (Werkenvoor.be) heeft momenteel een campagne lopen om die inclusiviteit te onderstrepen, zegt Aurelie. “De reden daarvoor is dat wij heel expliciet een juiste afspiegeling van de samenleving willen zijn. We gebruiken daarvoor ook andere dan de geijkte kanalen, net om iedereen te kunnen bereiken en we hebben ook ambassadeurs aangesteld die elke bevolkingsgroep in de samenleving vertegenwoordigen. Zodat mensen goed weten dat de kans heel groot is dat ze wel degelijk in aanmerking komen voor een job bij de overheid.”

Bij de VDAB worden eveneens richtcijfers naar verschillende doelgroepen gehanteerd. “Wat bijvoorbeeld vrouwen in topkaderfuncties betreft, scoren wij meer dan behoorlijk”, zegt Inge. “We zitten daar aan 66 procent. We zijn in het algemeen een vrij “vrouwelijk” bedrijf. Voor medewerkers met een handicap of chronische ziekte zitten we aan 5 procent en voor medewerkers van buitenlandse origine aan 14 procent. Dat zit momenteel dus redelijk goed, al is dit nog geen afspiegeling van de maatschappij. Af en toe organiseren we ook sollicitaties via “voorbehouden betrekkingen”, waarbij we eerst een selectieprocedure opstarten voor kandidaten met een handicap of chronische ziekte. Als er geen geschikte kandidaat is, starten we een selectie die openstaat voor iedereen.”

Competenties

Ook binnen de lokale besturen beweegt er een en ander wat betreft het breed en zonder oogkleppen werven van mensen. “De zeer “diplomagedreven” sollicitaties van vroeger zijn voorbij”, zegt Luc. “Er wordt meer en meer aangeworven op competentie en kennis wordt opgepikt via opleidingen. De rol van het diploma neemt af. Maatschappelijke waarden sijpelen vaak sneller door in de (lokale) overheid dan in de privésector. Zo scoort de overheid zeer goed op gendergelijkheid. Zo zeer zelfs dat de balans al meer in de richting van de dames begint over te hellen, ook in topfuncties.”

Wat kandidaten betreft met een migratieachtergrond, ziet Luc nog wel werkpunten. “Daar zijn de proeven nog niet altijd goed afgestemd op de kandidaat. Assessments bijvoorbeeld zijn heel vaak nog puur vanuit de Westerse wereld en de Westerse denkbeelden opgesteld. Wat het faciliteren van personen met een handicap betreft, scoren lokale besturen over het algemeen hoger dan de privé, maar hen laten instromen blijft toch een uitdaging. Regels voor positieve acties zouden daar zeker nuttig zijn.”

Ook de dagen waarin de overheid taaltesten hanteert die zelfs voor native speakers te hoog zijn gegrepen, zijn nog niet definitief voorbij, zegt Inge. “Dat ligt moeilijk als ruim een kwart van de maatschappij bestaat uit mensen met een andere taalachtergrond dan het Nederlands. Je wil niet weten hoeveel capaciteit er op die manier verloren kan gaan. Voor ons mag taal niet de drempel zijn, wel het potentieel om iets te leren. Toch lijkt een basiskennis Nederlands mij een vereiste. Ik denk ook vanuit de klanten. Dat iemand niet 100% perfect Nederlands spreekt, daar zal allicht zelden iemand over struikelen. Maar je moet toch duidelijk zijn in je communicatie en bijvoorbeeld veiligheidsvoorschriften begrijpen.”

Diploma-afwijkingen

Op de lijst knelpuntberoepen van VDAB prijken nu ongeveer 230 beroepen, zowat een vierde van alle beroepen die getraceerd worden, zijn “knelpuntberoepen”. Kunnen diversiteit en inclusie een antwoord zijn op dat probleem? “De droom om iedereen “snel” op te leiden en naar een knelpuntfunctie te leiden, dat gaat niet altijd, daar moeten we toch realistisch in zijn”, zegt Inge. “Al was het maar omdat je voor heel wat van die beroepen een jarenlange studie moet doen. Dat wil niet zeggen dat we geen drempels kunnen weg werken en dat we die beroepen niet positief in de belangstelling moeten laten komen. We zouden bijvoorbeeld veel meer mensen richting zorg- en STEM-beroepen moeten kunnen krijgen. Intern zetten we “talentencampussen” op waarin we medewerkers de kans geven tot een herscholing naar bijvoorbeeld functioneel analist of projectleider.”

“Ook meer sociaal gerichte functies zijn de laatste jaren héél lastig in te vullen”, zegt Luc. “Denk aan bijvoorbeeld maatschappelijk werker of alles wat met kinderopvang te maken heeft. De werkomstandigheden maken het ook niet eenvoudig, de gesplitste uren bijvoorbeeld zijn een hindernis om mensen te vinden.”

Ook Aurelie hoeft niet lang achter voorbeelden te zoeken. “Douaniers bijvoorbeeld. Specifiek voor ons spelen daar nog andere moeilijkheden dan het pure knelpuntaspect. Dat bijvoorbeeld nog altijd minder Nederlandstaligen dan Franstaligen bij ons solliciteren. Voor sommige knelpuntberoepen laten we ook wel diploma-afwijkingen toe en telt vooral de ervaring die een kandidaat heeft. Daarnaast zetten we ook in op werkplekleren, bijvoorbeeld voor functioneel analisten. Op dit moment is het nog een pilootproject met interne medewerkers, maar het is de bedoeling om dit binnenkort uit te breiden naar externe kandidaten en andere functies.”

Carrièrepad

De federale overheid zet ook in op persoonlijke loopbaanpaden, geeft Aurelie nog mee. “Voel je je goed in je job en wil je jarenlang hetzelfde doen? Prima, dat moet kunnen. Wil je graag om de paar jaar veranderen en hogerop geraken? Ook goed, die mogelijkheid is er evenzeer. Bijvoorbeeld door tijdelijk functies in andere FOD’s te gaan doen. We helpen mensen ook actief in die keuzes en proberen hen daarin te ondersteunen.”

Overweeg jij een carrière bij de overheid? Lees al onze verhalen!
    Voeg je CV toe
    Jobs voor jou zal je betere jobs suggereren gebaseerd op je opleiding, vaardigheden en werkervaring.

    Ontvang per mail jobs op maat

    Ontvang nieuwe 'Werken bij de Overheid' jobs meteen in je mailbox.