Onder het mes: Wie zorgt voor Marie?

Maandagochtend 8 uur. Marie - bij de vrienden beter als Mieke - komt aan in het Gentse ziekenhuis Maria Middelares. Ze wordt vandaag geopereerd voor hallux valgus, een afwijking waarbij de grote teen naar binnen toe buigt met een pijnlijke knobbel tot gevolg. Een heleboel zorgverleners maken zich klaar om de operatie succesvol te laten verlopen. Wij volgen Marie op haar pad. “Ik ga toch nog kunnen dansen, dokter?”
#

“Ik heb al een en ander van operaties ondergaan. Veel schrik heb ik dus niet”, vertelt Marie moedig wanneer we haar op de kamer ontmoeten. Ze heeft zich net kunnen installeren en wacht tot de verpleegkundige haar klaarmaakt voor de operatie. “In februari ben ik op controle geweest omdat ik steunzolen draag. De dokter stelde voor om de vergroeiing aan mijn voet te laten opereren. Maar ik heb niet meteen toegezegd. Zou ik dan nog wel kunnen dansen? Voor mij een belangrijke vraag. Maar de dokter verzekerde me dat het niet nodig zou zijn het middenvoetbeentje met een plaatje en schroefjes vast te zetten.”

Na de operatie moet ze een nachtje in het ziekenhuis verblijven. “Omdat ik op een tweepersoonskamer verblijf gaat me dat 125 euro kosten, in een eenpersoonskamer zou dat 400 euro zijn. Hoeveel ik zonder tussenkomst van het ziekenfonds zou moeten betalen, daar heb ik geen idee van.” Veel geld vindt ze het alvast niet. Bovendien heeft ze het geluk dat ze toch alleen op de kamer ligt, al had ze daar niet specifiek om gevraagd.

‘Drie keer per jaar ondergaan we een scoreperiode’

De hoofdverpleegkundige van de dienst Heelkunde Kortverblijf C2, Marianne Verbeke, heeft alvast Maries patiëntenmap klaargelegd in haar bureau. “Dagelijks noteren we alle medicatie die toegediend is, de gegevens van alle observaties tot waar een infuus geplaatst werd.” In dat papierwerk kruipt heel wat tijd, maar het levert de dienst - ook financieel - heel wat op.

“Drie keer per jaar ondergaan we een scoreperiode. Dan sturen we een pak van de genoteerde gegevens op naar het ministerie. Op basis daarvan worden vervolgens financiële berekeningen gedaan, en daar hangt weer vanaf hoeveel overheidsgeld we krijgen. Maar voor een operatie checken we in die map ook nog altijd eens welke ingreep precies gepland is. Niet onbelangrijk (lacht).”

De anamnese of medische voorgeschiedenis

Marianne heeft de leiding over 14 man, 10 daarvan werken voltijds. Met dat team verzorgen ze op een maand zo’n 250 patiënten. Bovendien komen er vaak stagiairs over de vloer. Momenteel lopen er twee verpleegkundigen stage op de dienst. Onder het toezicht van geroutineerd verpleegkundige Debby mag stagiaire Lore bij Marie naar haar medische voorgeschiedenis vragen, de anamnese heet dat in het professionele jargon.

“Ben je voordien al op onderzoek geweest?”, vraagt ze. Marie toont prompt foto’s waarop de evolutie van de osteoporose in haar voet te volgen is. Volgende vraag: “Zullen we je medicatie hier op de dienst bestellen? Die zit in de dagprijs inbegrepen”, vervolgt Lore. Marie stemt in.

‘In functie van de operatie worden verschillende tafels in gereedheid gebracht’

Ondertussen zijn de zorgverleners in het operatiekwartier druk in de weer om de operatie voor te bereiden. “We zijn hier serieus onderbemand. Schrijf dat maar in je artikel”, roept een van de verpleegkundigen ons door de deuropening toe. In functie van de operatie worden verschillende tafels in gereedheid gebracht. Professor Burssens, de chirurg van dienst, heeft er vandaag maar liefst zestien gepland.

Voor zij de operatiezaal binnengaat, wordt Marie nog gecontroleerd op een rits parameters. Daarna krijgt ze premedicatie zodat ze rustig de zaal kan worden binnengereden. Na de ingreep, die ongeveer een uurtje moet duren, gaat ze naar de recovery. Daar wordt ze nauwgezet gevolgd om te zien of er geen nabloedingen optreden.

‘Beweegt de patiënt, dan geven we medicatie bij’

Maar zover zijn we nog niet. Eerst passeert Marie nog langs de anesthesist. Om de anesthesie voor te bereiden, gaat dokter Jelle Houthoofd na of de patiënt geen hartproblemen of andere aandoeningen heeft. Want het in slaap doen, is niet zonder risico. Vandaar dat de jonge anesthesist ook tijdens de operatie stand-by blijft. “Tijdens de inductie (het inleiden van de anesthesie, red.) is er per zaal één verpleegkundige aanwezig. Daarbij houden we de bloeddruk en het EKG in de gaten. We kijken ook naar de patiënt. Beweegt die, dan geven we medicatie bij”, vertelt de anesthesist.

“Als er iets gebeurt, moet er echter zeker een tweede verpleegkundige bijkomen. Vooral het ontwaken is een gevaarlijk moment. Gewoonlijk ben ik voor de operatie een tiental minuutjes bezig met de patiënt, bij het wakker maken vijf à tien minuten. Van de patiënten gaan er vandaag 12 onder algemene verdoving, 4 worden enkel lokaal verdoofd.”

‘Bij de operatie zijn zes zorgverleners aanwezig’

De ingreep zelf is het terrein van professor Burssens en instrumentist Steven. Die laatste zorgt ervoor dat de instrumenten voor de operatie mooi klaarliggen en geeft ze de chirurg aan. “Dat doe ik op zelfstandige basis. De chirurgen huren hier de operatieruimte en het personeel voor de operatie”, legt Steven uit. “Voor deze ingreep bereid ik zo’n 5 minuutjes voor samen met de prof. Maar als het om een prothese gaat kan de voorbereiding makkelijk een kwartier tot 20 minuten in beslag nemen.”

In totaal zullen 6 zorgverleners aan de operatie werken: de anesthesist en zijn verpleegkundige, de chirurg met 2 instrumentisten, en tot slot een operatieverpleegkundige. “We werken dus met zes aan één voet”, zegt professor Burssens, duidelijk gehaast om in het operatiekwartier aan de slag te gaan. Het wordt voor hem dan ook een lange werkdag, waarbij de ene ingreep al ingewikkelder is dan de andere.

‘Wat Marie precies zal moeten betalen, is nog niet duidelijk’

Bij Marie gaat de chirurg een osteotomie toepassen. Door verschillende botfragmenten te verschuiven, moet de grote teen en het middenvoetsbeentje weer hun normale plaats innemen. Wat Marie voor haar operatie precies zal moeten betalen, is nog niet duidelijk. “Dat hangt af van welke technische prestaties je levert”, vertelt de chirurg. “Maar van een ingreep is normaal gezien 25 procent ten laste van de patiënt.”

Voor Marie is dat echter niet haar grootste zorg. Zij hoopt in de eerste plaats dat de operatie succesvol verloopt en dat ze nadien nog zal kunnen dansen. Naarmate het tijdstip om naar de operatiezaal te gaan nadert, nemen de zenuwen bij haar ook toe. Gelukkig stralen de verpleegkundigen die haar de zaal in rijden rust en vertrouwen uit. Voor de patiënte heel geruststellend.

‘Het zou om een lang herstel gaan’

Na de operatie belandt Marie in de recovery. Daar wordt ze aan een infuus gelegd en controleert een verpleegkundige om de zoveel tijd haar pols. Dan volgt nog een nachtje binnen de ziekenhuismuren op Heelkunde Kortverblijf. “Binnen een maand moet ik een afspraak maken om de draadjes te laten wegnemen. Het zou om een lang herstel gaan”, vertelt Marie. Die revalidatie kan een werk van lange adem zijn. “We laten de patiënten de dag na de operatie wat stappen, laten hen trappen doen en ook wat oefeningen”, vult kinesiste Isabelle Speybrouck aan. Op basis daarvan krijgen de kinesisten er een idee van hoe goed of hoe slecht de patiënt er aan toe is.

Samen met drie andere kinesisten voert Isabelle een drukke praktijk in het ziekenhuis. “Ik zie ongeveer 15 patiënten op een dag, die behandel ik doorgaans op hun kamer.” Als zelfstandige betaalt ze aan het ziekenhuis immers huurgeld voor de praktijkruimte die ze gebruikt. “Van wat ik de patiënt aanreken, houd ik voor belastingen zowat de helft over. Voor een kleine verstrekking, zoals in de gang stappen, kan ik 6,744 euro vragen. Een grote verstrekking, zoals massage of oefeningen, kost 20 euro. Vaak zie ik het geld pas 6 maanden na de behandeling.”

Maar de voldoening om een patiënt weer op de been te zien is ook groot. Voor Marie is het nog afwachten hoe de revalidatie zal verlopen. Ze kijkt er alvast naar uit in goede gezondheid te genieten van de vrije tijd die in het vooruitzicht ligt. “Eigenlijk mocht ik al op pensioen gaan, maar ik had nog twee jaar verlenging aangevraagd, halftijds. Maar na mijn ziekteverlof, dat tot 30 juni loopt, mag ik stilaan stoppen met werken.” En aan een ongetwijfeld welverdiende rust beginnen.

29 april 2009
Anderen bekeken ook