Bouw koploper bij knelpuntberoepen

In de lijst van grootste knelpuntberoepen vind je traditioneel twee grote groepen. Enerzijds gaat het om verpleegkundigen of aanverwante functies. Anderzijds, en dat is in diversiteit de grootste groep, om technische jobs. In de top tien van knelpuntberoepen van de VDAB staan bijvoorbeeld negen technische jobs. En voor (bijna) alle technische beroepen uit de lijst is de arbeidsmarkt (nog) krapper geworden. Dat betekent minder werkzoekenden en/of meer vacatures.

Minder werkzoekenden dan vacatures

Een goede indicatie hiervoor is de zogenaamde spanningsindicator, die ook de VDAB hanteert. Die geeft aan hoeveel (niet werkende) werkzoekenden er gemiddeld zijn per openstaande vacature. Voor alle beroepen ligt die indicator op zes. Oftewel: per vacature zijn er in Vlaanderen theoretisch gemiddeld zes werkzoekenden.

Bij de knelpuntberoepen gaat die spanningsindicator al snel naar 2 of 1. En soms zelfs lager. Met name bij verpleegkundigen en sommige jobs uit de bouw is dit het geval. Knelpuntberoepen in de bouw zijn onder meer de werfleider en de calculator bouw.

Heel krap

Soms wordt het wel heel krap. “Voor sommige technische beroepen zijn er minder niet werkende werkzoekenden dan dat er vacatures openstaan”, vertelt Bieke Vandervoort van de studiedienst van de VDAB in Brussel. Met name voor sommige bouwberoepen blijkt de arbeidsmarkt behoorlijk krap. Twee uitgesproken voorbeelden zijn de conducteur bouw en de technicus studiebureau bouw. Daar ligt de indicator op ongeveer 0,88.

Eigenlijk is het alleen bij verpleegkundigen met 0,55 nog ‘krapper’. Om van hoofdverpleegkundigen nog maar te zwijgen. Bij hen situeert de spanningsindicator zich de laatste maanden rond 0,23. Per openstaande vacature voor een hoofdverpleegkundige zijn er in Vlaanderen theoretisch gemiddeld dus nog geen kwart werkzoekenden.

Vrij vertaald: (hoofd)verpleegkundigen hebben de jobs vaak voor het uitkiezen. Al geldt dat voor heel wat bouwprofielen dus ook.

(wv)