Wie heeft recht op ouderschapsverlof?

Ouderschapsverlof is een specifieke vorm van volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking. Het geeft je het recht om verlof te nemen voor de opvoeding van je kind(eren). Maar wie kan er eigenlijk ouderschapsverlof aanvragen, en onder welke voorwaarden?

Alle vaders en moeders die werknemer zijn in de privésector komen in aanmerking voor ouderschapsverlof. Ook het vastbenoemd en contractueel personeel van de meeste overheden heeft recht op ouderschapsverlof. Wie in het onderwijs, de openbare sector of in een autonoom overheidsbedrijf werkt, valt onder een andere reglementering.

De volgende werknemers mogen ouderschapsverlof aanvragen:

De biologische moeder en/of de biologische vader
De persoon die het kind erkende waardoor de afstamming langs vaderszijde geregistreerd werd
De echtgenote of de partner van de biologische moeder van het kind, die meemoeder is geworden
De adoptieouders
De pleegouders, wanneer ze een kind in hun gezin opnemen in het kader van langdurige pleegzorg (sinds 1 juli 2025)

Voor hetzelfde kind kunnen beide ouders ouderschapsverlof krijgen. Het is echter niet mogelijk om het ouderschapsverlof van de ene ouder over te dragen op de andere ouder.

Extra: Heb ik als vader ook recht op ouderschapsverlof?

Voorwaarden

De belangrijkste voorwaarde is dat je tijdens de 15 maanden voor je aanvraag minstens 12 maanden (niet noodzakelijk opeenvolgend) in dienst was van je huidige werkgever, hetzij voor onbepaalde of bepaalde duur en voltijdse of deeltijdse tewerkstelling.
Je kan dit verlof opnemen vanaf de geboorte tot vóór de twaalfde verjaardag van je kindje. Bij adoptie en bij langdurige pleegzorg ontstaat het recht vanaf het moment dat je kindje ingeschreven is in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente. Indien je kind een fysieke of mentale beperking heeft van minstens 66%, ligt de leeftijdsgrens op 21 jaar.