Ben jij een genie? De 5 voorwaarden op een rij
We denken het af en toe allemaal wel eens over onszelf: met zo’n briljant idee als dat van mij kan het niet anders dan dat ik een genie ben. Deze 5 kenmerken bewijzen dat.
Een donderdagavond in de Naamsevest in Leuven. Op straat staat een groepje jongeren druk te discussiëren over waar ze die avond zullen uithangen: wordt het de bioscoop of de kroeg? Wij laten het hen rustig onder elkaar verder uitvechten en gaan met stevige tred richting het Van Dalecollege. Samen met 16 laatstejaarsstudenten gaan we er op stoomcursus 'EHBS': eerste hulp bij solliciteren. "Normaal gezien laten we maar een twaalftal studenten toe", merkt Karel meteen op.
Maar de omstandigheden zijn dit jaar toch grimmiger dan andere jaren, waardoor de iets grotere opkomst logisch is. "Ik merk bij laatstejaars wel wat bezorgdheid over de crisis. Maar of ze daardoor hun verwachtingen over hun eerste job bijstellen? Bwa, dat denk ik nu ook weer niet. Zeker voor richtingen die nog steeds goed in de markt liggen zoals ingenieur en geneeskunde speelt de recessie nog niet zo'n grote rol. Maar wellicht wordt de kloof tussen gegeerde en minder gegeerde richtingen dit jaar groter."
Dat is ook te merken aan de studenten die op de sollicitatietraining zijn afgekomen. Op Lesley, een laatstejaars Biomedische Wetenschappen na, komen ze stuk voor stuk uit de humane wetenschappen: psychologie, geschiedenis, ... en ook economie. Waren economisten de voorbije jaren de goudhaantjes, dan bijten ze door de malaise in de financiële sector nu misschien nog het meest van al in het stof. Gunther bijvoorbeeld, die ondanks een Master Economie al een jaar op zoek is naar een job, "het liefst bij een studiedienst of de overheid."
Maar ook laatstejaars met een eerder algemeen diploma, zoals talen, konden tot voor kort en masse terecht bij de banken. "Mijn droomjob is een commerciële functie bij een bank, maar dat wordt nu niet zo evident", vertelt Isabelle, afgestudeerd als filosoof en momenteel bezig aan een Master in Management. "Ik besef dat ik mijn blik ga moeten verruimen."
Dat ze zichzelf in juni of september goed gaan moeten verkopen, daar weten deze laatstejaars maar al te goed. "Niet-diplomagebonden aspecten zoals persoonlijkheid en ervaring uitspelen, daar moeten ze het meeste aan werken op sollicitatietraining", aldus Karel Joos. "Sommigen zitten in het bestuur van een studentenvereniging of werken mee aan het studentenblad. Ze schatten het belang daarvan om aan een job te geraken doorgaans niet hoog genoeg in."
Maar hoe pak je dat aan? "Ik heb nog nooit moeten solliciteren, zelf niet voor een vakantiejob. Maar van anderen die intussen zijn afgestudeerd in mijn richting hoor ik dat een job zoeken niet zo vlot loopt", zucht Sara, die een Master in Bedrijfscommunicatie volgt. "Bij de meesten heeft het vijf maanden of meer geduurd. En ik hoor ook dat je allerlei tests moet doen, maar ik heb er geen idee van wat die eigenlijk inhouden."
Het aantal vragen over solliciteren en de drempelvrees om bij een werkgever aan te kloppen, blijken groot. "Er zijn van die pasafgestudeerden die nauwelijks de telefoon durven nemen om te informeren naar een bepaalde jobaanbieding die ze gezien hebben. Soms sturen ze dan een kort mailtje, wat rekruteerders vaak irritant vinden. Je kan beter even bellen", raadt studiebegeleider Karel Joos aan. Bij wijze van training laat hij studenten ook de daad bij het woord voegen, mét de luidspreker op zodat de medecursisten het gesprek kunnen volgen.
Maar er moeten ook heel wat - verkeerde - vooroordelen overwonnen worden. "Ik heb gehoord dat je best eerst eens belt met een domme vraag, zodat ze je op het gesprek al herinneren", merkt Isabelle op. "Tja, als je dat doet kan je toch beter een intelligente vraag stellen", werpt de studiebegeleider op. Meteen gooit Sam, socioloog en toekomstig Master in de Wereldgodsdiensten, een heikel punt op tafel: "Ja maar, wat mag je dan eigenlijk wel en wat niet zeggen?" "In principe mag alles", stelt Karel Joos hem enigszins gerust. "Maar je moet nadenken wat het effect gaat zijn van wat je zegt. En: of je daar iemand mee kan overtuigen."
Om hun beste argumentatietechnieken naar boven te halen, laat Karel de studenten elkaar in groepjes van twee interviewen, de ene als rekruteerder, de andere als sollicitant. "Hou als geïnterviewde een eigenschap in gedachten. Het maakt niet uit of je die in het echt ook bezit of niet. Probeer de andere ervan te overtuigen dat je die ook bezit. En voor de interviewers: aan jullie om de antwoorden kritisch onder de loep te nemen." Al snel proberen de studenten - uiteraard - positieve karaktertrekken te verkopen. Veelal dooddoeners als 'Ik ben heel perfectionistisch' en 'Ik heb goede leiderschapskwaliteiten'.
"Ja ja", komt Karel Joos tussen. "Maar wat als ook ik zeg dat ik een goede leider ben. Hoe kom je dan te weten wie de beste van ons beiden is?" "Door naar voorbeelden te vragen van situaties waaruit dat blijkt, of door een casus voor te leggen", antwoordt laatstejaars Psychologie An hem pienter. "Inderdaad. Zo gebeurt het tijdens een sollicitatie ook", reageert Karel. "Werkgevers zijn ook maar mensen, hé. Je moet niet denken dat zij een arsenaal aan duistere trucs hebben."
Bij Sara draait het experiment echter onverwacht uit. "Ik beweerde dat ik stressbestendig ben, wat eigenlijk niet zo is. Maar naarmate mijn argumentatie vorderde, merkte ik tot mijn verbazing dat ik echt gebeurde situaties zo kon voorstellen alsof ik die eigenschap wel heb." "Op een echt gesprek moet je wel bij de feiten blijven", merkt Karel op. "Maar sommige vragen zoals de klassieker wat vijf goede en slechte trekjes van je zijn, peilen in feite hoe sociaal wenselijk je bent. Je moet proberen in de huid van de andere aan de overkant van de tafel te kruipen: welke info krijg je? Dat je je in een sollicitatie veelal beter voordoet dan je bent, ja, da's ook de realiteit. Voorbeelden aanhalen om wat je beweert te staven, dat is in wezen wat je op zo'n gesprek moet kunnen."
De studenten graven meteen diep in het geheugen en in hun persoonlijke leven naar 'bewijsmateriaal'. Ze lijken ook al wat meer gerustgesteld over het sollicitatieparcours dat hen na de examens te wachten staat. Maar voor het zover is, mogen ze nog drie keer langs bij Karel om zich volledig te laten klaarstomen. En daarna is het bye bye studentenleven, welkom eerste job.
(dvh)
Meer dan 440.000 Jobat gebruikers zijn wekelijks op de hoogte
We denken het af en toe allemaal wel eens over onszelf: met zo’n briljant idee als dat van mij kan het niet anders dan dat ik een genie ben. Deze 5 kenmerken bewijzen dat.
‘Springplank voor divers talent’ is een opmerkelijk hr-traject dat het Genkse stadsbestuur heeft uitgewerkt om hoogopgeleiden met een migratieachtergrond aan een baan te helpen.
Conferentietolken hebben werk zat in het multitalige Europa. Wat moet je ervoor kunnen, waarom is het een leuk beroep en heeft het nog wel toekomst met alle steeds intelligentere vertaalsoftware die eraan komt?
Yousra El Saidi uit As werd blind toen ze 15 jaar was. Na haar schooltijd ging ze op zoek naar een job, maar dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad.
Bij Engie zijn zowel hun energy consultants als account managers opgeleid om klanten te helpen bij het maken van een transitie naar duurzame energie.
Leidinggevenden mogen best wel eens hun emoties laten zien, ook als die negatief zijn. Dat komt de motivatie van hun medewerkers alleen maar ten goede.
Meer dan een op vijf werkende Belgen kampt met stress op het werk. Onze zuiderburen bedachten hiervoor een wel heel bijzonder extralegaal voordeel.
Twee parttimers in plaats van één fulltimer? Niet alleen de werknemer wordt er beter van, maar ook de werkgever!
In volle lockdown vielen op onze Belgische arbeidsmarkt tot 15 procent minder ontslagen dan vóór de corona-uitbraak.