6 op de 10 Belgen vroeg nog nooit opslag
Naar je werkgever stappen en om loonopslag vragen, is niet evident. Geen wonder dat 6 op de 10 Belgen het nog nooit heeft aangedurfd...
“Ik heb Johan voor het laatst gesproken eind jaren tachtig, ongeveer twintig jaar geleden. We studeerden toen samen aan Sint-Lukas in Brussel. In het eerste jaar, het basisjaar, kwam daar van alles samen. Johan viel onmiddellijk op in de klas. Hij had een eigen manier van denken en zag er veel volwassener uit dan de rest van de klas.”
Johan Daenen: “Toen ik zeven was, heeft mijn oudste broer, die me vaak zag tekenen, knutselen en plakken, me naar een academie in Bosvoorde gestuurd. Hij vond dat ik dat absoluut moest doen, ook al mocht je daar eigenlijk maar vanaf negen jaar binnen. Tot mijn achttiende ben ik daar opgeleid in schilderen en tekenen. Ik ben aan Sint-Lukas dus met een zekere voorsprong begonnen. Ik had al een basis.”
“Het klikte onmiddellijk met Johan. Ik keek toen ook ongelooflijk hard naar hem op. Hij was ook met heel andere dingen bezig dan de rest van de klasgenootjes. Johan zat ook al helemaal in het artistieke milieu en in het Brusselse nachtleven. Hij kende heel veel artiesten zoals Jan Decorte. Dat fascineerde mij. Hij was ook een van de drie of vier mensen in dat eerste jaar die echt gedreven bezig waren met schilderen of tekenen.”
Johan Daenen: “We zijn heel vlug vrienden geworden. Jan kende alles van wat er toen aan strips op de markt was. Hij had ook toen al een onwaarschijnlijk goede tekenstijl. Een van de verschillen tussen ons is dat ik stripfiguren maakte en Jan stripverhalen. Maar we hebben elkaar daar vlug in gevonden. Ik had interesse voor wat hij deed en hij voor wat ik al achter de rug had.”
“Zelf was ik toen nog altijd bezig met het maken van kleine schilderijtjes. Johan pakte toen al uit met gigantische doeken. Ik herinner me dat hij de zolder op Sint-Lukas had ingepalmd en daar een doek had geschilderd dat zo groot was dat het niet meer buiten geraakte. Ze hebben het in stukken moeten snijden.”
Johan Daenen: “Ik was vooral geïnteresseerd in de monumentale schilderkunst, in de traditie van de oude meesters. Die formaten trokken mij aan. Wat dat betreft, zaten Jan en ik echt lijnrecht tegenover elkaar. Hij maakte kleine strips, ik werkte in het groot.”
“Op het einde van onze vier jaar zag ik hem bijna niet meer. Johan had zich toen al lang losgemaakt van de school. Hij werkte voor reclamebureaus, tijdschriften en stond al met één been in het echte leven. Hij had meer werk buiten dan binnen de school. Ik heb nog enkele opdrachten voor zijn eindwerk afgewerkt omdat hij geen tijd en zin had. Hij was toen al veel meer met decors bezig.”
Johan Daenen: “Ik vond dat ik mijn tijd niet mocht verspillen. Terwijl andere studenten nog bezig waren met het aanleren van teken- en schildertechnieken, wou ik werken, iets echts doen. Ik had tijdens mijn opleiding al vlug contacten met opdrachtgevers, waardoor ik financieel goed kon rondkomen en mijn studies kon betalen.”
“Als Antwerpenaar was het een vreemde keuze, en ik heb daar nu soms nog spijt van, om voor een opleiding in Brussel te kiezen. In Antwerpen had ik ongetwijfeld veel meer opgestoken van de leraars zelf. Eigenlijk is Johan de enige persoon geweest waar ik in die periode iets aan gehad heb. Het is dankzij hem dat ik ben beginnen schilderen. Gewoon door naar hem te kijken, heeft hij mijn horizon verruimt over hoe je met schilderen kan omgaan.
Johan Daenen: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat Jan naar me opkeek. We hebben ons samen vooral goed geamuseerd. Het verbaast mij dan ook dat hij mij als een soort leermeester ziet. Dat vind ik zelf wat te veel eer.”
“We waren echt goede maten maar na Sint-Lukas hebben we elkaar, op een paar vluchtige contacten na, nooit echt teruggezien. Onze wegen zijn ook wat uit elkaar gelopen. Hij heeft voor theater gekozen, ik ben als illustrator aan de slag gegaan. Als ik hem mag geloven, vindt hij mijn werk van het allerbeste. Maar we tilden elkaar wel meer over het paard.”
Johan Daenen: “Dat we elkaar niet hebben teruggezien heeft veel te maken met dat Jan in Antwerpen zit en ik in Brussel. Maar ook de normale gang van het leven zat daartussen. Ik heb kinderen gekregen, moest vaak ’s avonds werken voor het theater, ben een eigen bureau begonnen ... En kwam eigenlijk tijd te kort. Maar dat we elkaar terug vinden nu we vijftig zijn, is ook mooi.”
(wv)
18 juli 2012Naar je werkgever stappen en om loonopslag vragen, is niet evident. Geen wonder dat 6 op de 10 Belgen het nog nooit heeft aangedurfd...
We spenderen decennia aan werken en kloppen vaak meer dan 40 uren per week. Hoe kan je dan een burn-out vermijden? 13 tips!
Met welk internationaal paspoort of reispas kan je in de meeste landen op (zaken)reis? Dit zijn de beste (en slechtste) paspoorten...
Volop aan het solliciteren? Dan heb je vast al gehoord van hard en soft skills. Maar wat betekenen deze skills juist? En wat is het verschil tussen de twee?
"Op het werk voel ik een griep opkomen. Mag ik op (gratis) consultatie bij de arbeidsgeneesheer?" Jobat zocht het voor je uit ...
Daar is de lente, daar is de zon. En een verse lading boeken! Boeken doen het altijd. Naar goede gewoonte zetten we enkele aanraders op een rijtje.
In een werkomgeving krijg je vaak te maken met heel wat diverse persoonlijkheden waar je soms even moet aan wennen. Hoe ga je bv. om met een té directe collega?
Ecocheques vinden vaker hun weg naar de loonbrieven van medewerkers. Wij zetten de cijfers op een rijtje.