Met je collega’s op café: de do's en don'ts

Aan de toog kan je met je collega’s vlotter over iets anders praten dan lopende projecten waaraan iedereen van je werkvloer zwoegt. Toch verschilt een ontspannend uitje met je collega’s van een avondje doorzakken met je vrienden.

Er zijn grenzen tussen werk en privé, tussen een mopje maken en een slechte indruk nalaten op je baas. Daarom: 4 tips!

1. Sla het aanbod niet af

Neem deel als er buiten de werkuren een activiteit met collega’s wordt gepland. Het is geen verplichting, maar je kan er wel voordelen uit halen. Buiten het gebruikelijke decor met bureaus kan je je collega’s beter leren kennen. Zo weet je ook beter op welke manier je bij hen iets kan bereiken. Als je niet meedoet, maak je de indruk van een grijze muis. Niet bepaald een kwaliteit waarmee je de baas imponeert.

2. Vergeet de hiërarchie niet

Officieel is er na de werkuren geen rangorde meer tussen de manager en zijn werknemers. Vergeet echter niet dat je op de volgende werkdag weer verantwoording moet afleggen aan je baas. De praatjes met collega’s in een gelijkaardige functie verlopen altijd wat vlotter. Ondanks het feit dat je werkgever menselijker blijkt te zijn dan anders, wordt het er pas gezelliger op eenmaal hij vertrekt.

3. Gepast gedrag is wenselijk

Je grijpt de gelegenheid best alleen aan om goede en vriendelijke indrukken te maken. Daarom moet je zeker vermijden dat je dronken wordt en te directe dingen gaat zeggen. Wend de activiteit ook niet aan om kritiek te geven of om je hele privé-leven uit de doeken te doen.

4. Collega’s zijn geen vrienden

Je kan wel bevriend zijn met je collega’s, maar beschouwt hen in de eerste plaats best als zakelijke contacten. Het is niet omdat je veel uren met elkaar slijt dat je veel gemeenschappelijk hebt. Je houdt dus best een zekere afstand.

(ab)