Werkloosheidsuitkering
Vorige

1 van 48

Volgende
Volgend artikel:

Werkloosheid in België daalt, maar inactiviteit stijgt

Wie kan er (niet) tijdelijk werkloos worden?

Van voetballers tot bedienden en arbeiders. Velen kunnen door de coronapandemie hun arbeidsovereenkomst niet meer uitvoeren. Maar wie komt er in aanmerking voor tijdelijke werkloosheid? En wie niet?

Bij tijdelijke werkloosheid door overmacht gaat het om Belgische ondernemingen waar de productie stil ligt. Of om personeel uit de horeca, winkels en niet-essentiële handelszaken die gesloten zijn. Of om ondernemingen die (gedeeltelijk) sluiten omdat ze geen telewerkbare taken hebben voor (al) hun werknemers en de social distancing maatregelen niet kunnen respecteren.

Wie komt (niet) in aanmerking?

Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht kan van toepassing zijn op arbeiders en bedienden. Maar ook op uitzendkrachten tijdens de duur van hun uitzendcontract en op personeel dat werkt in onderwijsinstellingen.

Het stelsel is dan weer niet van toepassing op statutaire ambtenaren, studenten en vrije beroepen. Ook zelfstandigen komen niet in aanmerking, voor hen geldt een overbruggingsrecht.

Hoeveel bedraagt de uitkering?

De uitkering bedraagt 70 procent van het begrensde loon (de grens is 2.754,76 euro bruto per maand). Daar gaat nog 26,75 procent bedrijfsvoorheffing van af. Naast deze werkloosheidsuitkering betaalt de RVA ook een supplement van 5,63 euro per dag. Voor de meeste werknemers zal dit een nettoloon van 1.000 tot 1.500 euro betekenen.

Naast tijdelijke werkloosheid door overmacht is er ook het stelsel van tijdelijke werkloosheid door economische redenen. Al raadt de RVA aan dat als de tijdelijke werkloosheid te maken heeft met het coronavirus het best tijdelijke werkloosheid wegens overmacht wordt aangevraagd.

(William Visterin)

27 maart 2020
Anderen bekeken ook