'We hebben ànder geld nodig'

“Complementaire munten zijn de toekomst. De conventionele ideeën om onze economieën te redden, raken op.” (Bernard Lietaer, monetair architect)
Uitdagingen genoeg voor de financiële wereld: banken en aandelenmarkten kreunen onder de crisis, Griekenland staat op de rand van het failliet en de euro beleeft een heuse systeemcrisis. Voor monetair architect Bernard Lietaer is de oplossing simpel: we hebben meer en vooral ander geld nodig.
Bernard Lietaer
“Complementaire munten zijn de toekomst. De conventionele ideeën om onze economieën te redden, raken op.” (Bernard Lietaer, monetair architect)

Lietaer houdt ervan om zijn uiteenzettingen te beginnen met een vragenrondje. Wanneer hij zijn ideeën enkele weken geleden uiteen kwam zetten tijdens Tedx Flanders in de Antwerpse Opera was dat niet anders. Hij peilt graag even naar de economische basiskennis van zijn publiek. Want ondanks de grote rol die geld speelt in ons dagelijks bestaan, weten we er maar bitter weinig van.

De feiten

Waar komt geld vandaan? Waarom hechten we er zulke grote waarde aan? Een groot deel van de toeschouwers krijgt spontaan beelden voor de geest van bankbiljetten die van de drukpers rollen. Weten de mensen wel dat 95 procent van het geld in de wereld ontstaat uit het herverpakken van schuld? Beseffen we wel dat er wereldwijd elke zes weken wel een monetair brandje te blussen valt? Lietaer brengt zijn toehoorders deze feiten graag in herinnering, want ze zijn cruciaal om het vervolg van het verhaal te begrijpen.

Want dat de economie er al ooit beter voor heeft gestaan, hoeven we u niet te vertellen. Bernard Lietaer is er ook niet de man naar om dan sussende taal te spreken.

Eigen aan het systeem

‘Dit soort instabiliteit is nu eenmaal eigen aan het economisch systeem’, klinkt het onomwonden. ‘Neem er even de cijfers van de Wereldbank bij: de afgelopen 25 jaar hebben we wereldwijd 96 bankencrises en 176 geldcrises gehad. Sinds de eerste moderne ‘beurscrisis’ in 1637 heeft het systeem zijn portie complete meltdowns gehad, zoals in 1929.’

Het huidige herstelbeleid kan Lietaer niet bekoren. ‘Onze huidige economie laat zich nog het best vergelijken met een auto zonder remmen en een gammele stuurinrichting, die we vervolgens door de bergen sturen. Onvermijdelijk komen er dan ongelukken van. En we steken de schuld op de chauffeur: meneer Bernanke, meneer Greenspan, had u niet wat beter kunnen uitkijken? Maar structureel verandert er niets. Het blijft een instabiel systeem.’

Monocultuur

Lietaer, die intussen meer dan veertig jaar meedraait in de internationale financiële kringen en ooit nog mee de euro op de sporen zette, ziet hoegenaamd geen heil in het ‘oplappen’ van het huidige economische bestel. Zijn oplossing is behoorlijk out of the box. ‘Het monetaire systeem heeft nood aan meer diversiteit. We hebben ànder geld nodig, naast de bestaande nationale munten.’

Om zijn argumentatie kracht bij te zetten, vergelijkt Lietaer een economie met een ecosysteem. ‘Een ecosysteem in de natuur draait rond de overdacht van biomassa; in een monetair ecosysteem gaat het uiteraard om geld. Stel dat je een dier bent dat maar één soort plant eet. Wanneer die plant schaars wordt, kom je in de problemen. Je bent dus gebaat bij biodiversiteit in plaats van monocultuur.’

En laat de monetaire huishouding van de wereldeconomie nu net een monocultuur bij uitstek zijn, waarin één soort geld moet dienen voor het vervullen van verschillende functies.

Eén munt

‘Vandaag hebben we één munt die voor alles moet dienen, om aankopen te doen én belastingen te betalen. We moeten onder ogen durven zien dat een munt niet voor al die zaken geschikt is’, zegt Lietaer. ‘Een munt die bovendien voor de meeste mensen enkel te verdienen valt door het uitoefenen van een job, of je nu zin hebt of niet.’

Enter: de complementaire munt. Een munt die voor specifieke doeleinden ontworpen is en een bepaald soort inspanning kan belonen. Het idee is niet nieuw. Een beroemd voorbeeld is het mirakel van Wörgl, een Oostenrijks bergdorp dat in de crisis van de jaren 30 op de rand van het failliet stond.

Om de stad draaiende te houden, zette de burgemeester de bewoners aan het werk in plaatselijke infrastructuurwerken en betaalde hij hen uit in een nieuwe munt die enkel in de gemeente geldig was. Interest maken was niet mogelijk, dus hadden de bewoners er belang bij het geld snel weer in omloop te brengen. De aanpak loonde de moeite: het dorp floreerde en de ‘mirakelstrategie’ met de lokale munt werd gekopieerd. Tot de Oostenrijkse centrale bank haar monopolie aanwendde en het uitgeven van lokale munten verbood.

Sociaal geld

Volgens Lietaer hoeft een bloeiende complementaire munt de reguliere economie niet in de weg te zitten. Hij ziet ze eerder als yin en yang, die elkaar in evenwicht zouden kunnen houden. Er zijn internationale voorbeelden waar de systemen naast elkaar voorkomen. In Uruguay is de 3C, een systeem met een eigen munt van kortetermijnkredieten aan kleine ondernemers, al door de regering aanvaard als betaalmiddel voor een deel van de belastingen.

Naast het economische, ziet Lietaer vooral een maatschappelijk potentieel voor de complementaire munt. Met een complementaire munt kun je immers sociale en ecologische activiteiten belonen die met het huidige monetaire systeem niet interessant zijn; het is geen toeval dat veel complementaire munten een rol spelen in relatief kleinschalige sociale, ecologische of educatieve projecten, sectoren die vaak het eerst klappen krijgen wanneer de klassieke geldeconomie stagneert.

Sociaal kapitaal

‘De staat zou radicaal kunnen zeggen: je betaalt 1.000 euro minder conventionele belastingen, maar betaalt een bedrag in de alternatieve munt, die bijvoorbeeld te verdienen valt door je in te spannen voor een beter milieu of door een aantal uren gemeenschapsdienst. Op die manier krijg je pas echt een gedragsverandering’, voert Lietaer aan.

De complementaire munt wordt zo letterlijk sociaal kapitaal. Lietaer ziet ook een eenvoudig beursmechanisme ontstaan. ‘Stel: je hebt heel wat gemeenschapswerk gedaan en hebt munten op overschot. Dan kun je dat overschot verkopen aan je buurman, die geen gemeenschapswerk doet maar de munt wel nodig heeft. Je kunt ze bijvoorbeeld via ebay aanbieden, of betalen via je gsm, zoals dat vandaag al in Afrika gebeurt.’

Wereldmunt

Complementaire munten zouden zowel op economisch als sociaal vlak een buffer kunnen vormen tegen de nervositeit van een klassieke geldeconomie. Maar heeft men er in de Westerse economische hoofdkwartieren ook oren naar?

‘De Europese Commissie zal die denkpiste niet snel op de agenda zetten’, geeft Lietaer toe. ‘En daarbij: hebt u al ooit iemand zonder slag of stoot een monopolie weten opgeven?’

Momenteel is Lietaer betrokken bij de ontwikkeling van een internationale handelsmunt, de Trade Reference Currency, kortweg Terra. Die zou de plaats kunnen innemen van de dollar, de de facto wereldmunt van het moment. De dollar is voor Lietaer een prachtvoorbeeld van een munt met twee botsende functies. ‘De dollar is een internationale handelsmunt én een nationale munt. Dat evenwicht wordt steeds precairder. Dus is het hoog tijd voor een munt die stabieler is en specifiek op de internationale handel gericht is.’

Lietaer is er alvast van overtuigd dat complementaire munten de toekomst zijn. ‘Vergelijk het met de manier waarop we tien jaar geleden dachten over microkredieten of opensourcesoftware; amper iemand had ervan gehoord, maar intussen zijn ze niet meer weg te denken. Met geld gaat het net hetzelfde. De conventionele ideeën om onze economieën te redden, raken op.’

(ml) – Foto: (kb) 

2 november 2011
Anderen bekeken ook