Wat mag een parlementslid allemaal cumuleren?

Een parlementslid kan naast zijn functie als volksvertegenwoordiger nog andere activiteiten (willen) uitoefenen. Toch kan niet alles. Maar de cumulatiegrens voor de parlementsleden werd wel verhoogd.
#

Federale parlementsleden mogen bijvoorbeeld geen ambtenaar of bezoldigd werknemer van de federale overheid zijn. Ook lid zijn van de raad van bestuur van een autonoom overheidsbedrijf dat van de staat afhangt, kan niet (bijvoorbeeld bij de NMBS, Belgacom en bpost). Ze mogen evenmin een rechterlijk ambt waarnemen.

Op www.zewerkenvoorjou.be kan je per Vlaams parlementslid kijken wat hij of zij cumuleert. Patrick Janssens bijvoorbeeld heeft 17 andere mandaten, waarvan 3 betaalde. Bart De Wever heeft er 7 (4 betaalde). Ludwig Caluwé van CD&V heeft 15 andere mandaten. Bart Tommelein van Open Vld heeft er 11, waarvan 5 betaalde. Het gemiddelde van de Vlaamse parlementsleden ligt op 7 bijkomende mandaten, waarvan 4 betaalde.

Beperkte cumulatie met andere uitvoerende mandaten

Naast een lijst van absolute onverenigbaarheden zijn ook de cumulatiemogelijkheden met uitvoerende mandaten beperkt. Ook het bedrag dat parlementsleden mogen bijverdienen met cumulaties in openbare mandaten, openbare functies of ambten van politieke aard is gelimiteerd. De beperkte cumulatie met andere mandaten en de financiële cumulatiebeperking gelden zowel voor de leden van het Europees Parlement als voor die van de federale, gemeenschaps- en gewestparlementen.

Parlementsleden mogen, naast hun parlementair mandaat, slechts één bezoldigd uitvoerend mandaat uitoefenen.

Een bezoldigd uitvoerend mandaat is:

  • burgemeester
  • schepen
  • voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn
  • een mandaat in een openbare of een particuliere instelling dat uitgeoefend worden als vertegenwoordiger van de overheid (federaal, gemeenschap, gewest, provincie, gemeente …). Voorbeelden: het Planbureau, het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, de Regie der gebouwen en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

Voor dit laatste ligt het iets complexer. Dat mandaat in een openbare of een particuliere instelling moet ook meer bevoegdheden inhouden dan het loutere lidmaatschap van de algemene vergadering of van de raad van bestuur van die instelling (ongeacht het daaraan verbonden inkomen). Of het moet een maandelijks bruto belastbaar inkomen opleveren van minstens 650,06 euro (geïndexeerd bedrag 2012). Mandaten onder dat bedrag of met minder zeggenschap worden dus niet beschouwd als een bezoldigd uitvoerend mandaat.

Cumulatie met andere vergoedingen

Het bedrag (vergoedingen, wedden of presentiegelden) dat parlementsleden naast hun parlementair mandaat mogen ontvangen voor uitgeoefende openbare mandaten, openbare functies of openbare ambten van politieke aard mag de helft van de parlementaire vergoeding niet overschrijden. Voor 2012 bedraagt dit 57.648,91 euro.

Dit maximum geldt enkel voor openbare mandaten, openbare functies of openbare ambten van politieke aard. De financiële beperking van de cumulatie moet dus niet toegepast worden op andere vergoedingen voor een beroepsactiviteit in de openbare of de particuliere sector. Er bestaat wel geen definitie van wat hieronder verstaan wordt. Inkomsten uit privéactiviteiten worden niet in aanmerking genomen.

Overschrijding grens

Bij overschrijding van het vastgestelde plafond wordt de parlementaire vergoeding verminderd. Behalve bij een cumul met een mandaat van burgemeester, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn. In dat geval wordt de wedde van burgemeester, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn verminderd.

(mr) 

22 maart 2012
Anderen bekeken ook