Net afgestudeerd
Vorige

1 van 161

Volgende
Volgend artikel:

Bedrijfscultuur cruciaal voor ingenieur

Waarom goede studenten niet noodzakelijk goede werknemers zijn

Deed je het altijd goed op school? Maar heb je het gevoel dat je het werkleven minder vlot doorzwemt en het meer op spartelen lijkt? Je bent niet alleen.

Veel goede studenten lopen tegen obstakels aan in het werkveld. Hoe komt het dat sterstudenten niet automatisch even fel schitteren in de rest van hun carrière en welke uitdagingen wacht hen?

1. De weg vooruit is niet altijd duidelijk

Weet je nog hoe je van de eerste graad, naar de tweede, derde... opschoof en uiteindelijk in het laatste middelbaar belandde? Zelfs op universitair en hogeschool niveau is het pad enigszins voor de hand liggend als je gemakkelijk leert en zonder kleerscheuren de examens doorkomt. Je weet wat voor je ligt, waar je naar streeft en hoe je er moet raken.

Het schoolsysteem bestaat uit leerjaren en graden om door te raken. Het is een afgebakend niveausysteem, je resultaten zijn de sleutel om naar het volgende niveau te raken. We krijgen dus al van jongs af aan mee dat dat de manier is om vooruit te raken en dat dat voor iedereen hetzelfde is.

Op de werkvloer is dat niet zo. Soms heb je een gelijkaardig ritme als je collega’s, dit is vaak zo in grote bedrijven met duidelijke functieomschrijvingen en bedrijfshiërarchie. Maar het komt nog vaker voor dat elke werknemer op een ander startpunt begint en verder gaat op zijn of haar eigen ritme. Vaak zijn er geen duidelijke mogelijkheden om vooruit te raken, en als een van je collega’s een promotie krijgt, kan dat betekenen dat er voor jou geen meer is weggelegd.

Deze realiteit kan onwennig en ontmoedigend zijn voor mensen die het altijd gewoon zijn geweest om zonder veel tegenwind door te stoten naar het volgende niveau. Het kan ook leiden tot onzekerheid en verontrustend zijn dat je niet vooruit lijkt te gaan en dat anderen dan weer snel(ler) lijken door te klimmen.

Hoe los je dat op? Stel je eigen doelen

Neem de tijd en steek energie in het opzetten van je eigen doelen. Zo zet je je eigen standaard en kan je je evolutie ten opzichte van je eigen missie opvolgen. Maak het een prioriteit om je groei te evalueren en te her-evalueren waar je in de toekomst heen wilt.

Begin met jezelf open vragen te stellen over je job en carrière. Onderzoek mogelijke carrièrepaden, praat met mensen over hun ervaringen, ontdek vaardigheden die je misschien wil verbeteren of aanleren. Hou dan je eigen vooruitgang bij om jezelf gemotiveerd te blijven voelen.

2. Je wordt minder in de juiste richting gewezen

Cursussen, samenvattingen, duidelijke evaluatiecriteria… Kom je plots in de werkwereld terecht dan kan je het gevoel hebben dat je een leidraad kwijt bent en dat je plots niet meer weet hoe ‘goed genoeg’ eruit ziet. Laat staan dat je weet hoe succes gemeten wordt in deze nieuwe omgeving.

In de klas weet je ongeveer welke materie zal behandeld worden, welke opdrachten en examens er op je af gaan komen, en hoeveel waarde er aan elk onderdeel wordt gehecht. Maar op het werk zijn die richtlijnen vaak niet aanwezig en is het een beetje een kwestie van navigeren in het onbekende. Je werkplek is minder voorspelbaar en opdrachten minder duidelijk afgelijnd. Soms moet je volledig zonder instructies het diepe in waden.

Hoe los je dat op? Toon je zelfstandigheid

De beste oplossing is bijna altijd om zoveel mogelijk zelf te doen en op te zoeken. Hierdoor kan jij je vragen aan je baas of mentor stellen en al laten zien dat je mogelijke oplossingen hebt bedacht. Dit is actiever en verantwoordelijker dan pure open vragen. Je toont niet alleen dat je zelfstandig kan werken, maar je ontwikkelt daarnaast nog de reputatie om een zelfstarter te zijn.

Tegelijkertijd moet je leren wanneer je best extra hulp vraagt voor een bepaald project of voor je job in het algemeen. Het is namelijk vaak aan jou om feedback te vragen of een conversatie te starten over de verwachtingen.

Ga je dat gesprek aan? Dan is het belangrijk dat je toont dat je zelf al over de vragen hebt nagedacht en over mogelijke antwoorden. In plaats van te vragen “Wat verwacht je van mij?”, vraag “Hier zijn een aantal zaken waar ik aan zou moeten werken, zijn er nog dingen die ik zou moeten doen?”.

3. Opdrachten tot een goed einde brengen, is niet genoeg

Doe je in school wat er wordt gevraagd en doe je dat goed? Dan word je waarschijnlijk bestempeld als een geweldige student. Extra creditpunten zijn eerder optioneel en maken of kraken je schooltraject gewoonlijk niet. Het is maar een bonus. Terwijl datzelfde credit-werk net belangrijk is in het bedrijf waar je een naam voor jezelf probeert op te bouwen.

Studenten doen vaak niet meer dan wat van hen ‘verwacht wordt’. Genoeg om een goed cijfer te halen en te slagen. Het is maar zelden dat studenten ook dieper graven, en ze mee willen bouwen, sturen of veranderen aan de stof of het onderwerp dat ze krijgen voorgeschoteld.

Hoewel dat typisch is aan een schoolomgeving, is dat bij een job maar de basis. Het gevaar is dat je hierdoor verwachtingen krijgt die niet op elkaar zijn afgestemd. Gebaseerd op jouw opleiding en de gewoontes die daarmee gepaard gaan, zou je kunnen denken dat doen wat er gevraagd wordt, genoeg is om een promotie te krijgen. Maar dat is waarschijnlijk niet zo. Daarbij loop je zo kansen mis om nieuwe vaardigheden te leren en nieuwe interesses te ontwikkelen, die je op hun beurt weer verder kunnen helpen in je carrière.

Hoe los je dat op? Ga voor die ‘extra credits’

Wil je jezelf van de rest onderscheiden, dan moet je nadenken wat je nog allemaal kan doen en hoe je een meerwaarde kunt zijn. Probeer nieuwe kansen te identificeren waar nog niemand anders zich aan gewaagd of zelfs maar aan gedacht heeft. Probeer je expertisegebied uit te breiden, zodat je verantwoordelijkheden meer omvatten dan mensen oorspronkelijk zagen.

4. Feedback is geen garantie

Evaluaties zitten in het schoolsysteem ingebakken: tests hebben een score, elke taak krijgt een punt, en elke paper of thesis krijgt een commentaar. Je weet altijd hoe goed of slecht je het gedaan hebt, waar je moet bijsturen, en je kan je algemene score op het einde van het jaar berekenen aan de hand van die evaluaties.

Maar op het werk krijg je geen scores tijdens het jaar door. Veel kwalitatieve feedback moet je niet vrijwillig verwachten. Je zal moeten wachten tot de assessment of jaarlijkse evaluatie.

Hoe los je dat op? Vraag ernaar

Na een lange periode met vanzelfsprekende beoordelingsmomenten en feedbackmogelijkheden (gewenst of ongewenst), is het niet altijd gemakkelijk om zelf om feedback te vragen, de juiste toon te zetten, en de frequentie van die momenten te bepalen. Hoe vraag je het en hoe vaak?

Maar wil je niet voor verrassingen komen te staan tijdens je volgende prestatie-evaluatie of een groeikans mislopen, dan is het handig om toch wat tussentijdse gesprekken in te plannen.

Neem kritiek gracieus op. Luister, stel vragen om de feedback te begrijpen, te verwerken, en aan te tonen dat je het begrepen hebt. Stel een plan op om mogelijke aanpassingen toe te passen, en volg je evolutie zelf op, en plan daarna desnoods een nieuw feedbackmoment.

5. Hard werken spreekt niet meer voor zichzelf

Het is niet omdat je goed werk levert dat iedereen dat ook weet. Misschien is het je baas zelfs niet opgevallen. Dat is iets waar studenten het moeilijk mee kunnen hebben. Tijdens je schoolcarrière kreeg je namelijk vaak feedback en spraken resultaten voor zichzelf. Op het werk wordt er verwacht dat je je job doet, dus als je het (extra) goed doet dan zal dat soms als vanzelfsprekend gezien worden en worden je prestaties dus amper opgemerkt.

Hoe los je dat op? Wees je eigen cheerleader

In een werkomgeving moet je alles wat proactiever aanpakken. Je hebt geen testscores om je geloofwaardigheid of expertise mee aan te tonen. Soms moet je het zelf aan mensen laten weten… Bedoelen we dat je moet opscheppen? Nee, en toch ook een beetje ja.

Je moet leren om voor jezelf en je werk te pleiten. Praat over waar je mee bezig bent tijdens de lunch of een pauze. Verwerk een van je (voorgaande) projecten in een gesprek met oog op het uitbouwen van je carrièreverhaal en zo anderen de mogelijkheid te geven om dat verhaal verder te vertellen en te verspreiden. Je kan je manager op de hoogte houden van je werk door feedbacksessies in te plannen of simpele één-op-één vergaderingen. Focus op resultaat en impact, maar slip het werk dat je erin hebt gestoken toch maar in de conversatie.

Doe je dat niet dan kan het zijn dat je aan erkenning inboet en zo de kans om sterke relaties uit te bouwen en nieuwe uitdagingen en mogelijkheden te ontdekken, misloopt.

6. Je moet leren omgaan met kantoorpolitiek

De sociale dynamiek in een kantoor is vaak complexer en minder voorspelbaar dan die in een klasomgeving. Als goede student moest je vooral goede relaties met je proffen zien op te bouwen, en soms met een studie- of projectgroep.

Op kantoor moet je dat doen met je baas en collega’s, maar je moet ook relaties zien op te bouwen over teams en departementen heen. Een netwerk naast de kantoormuren is ook aan te raden en daarnaast is er nog de kantoorpolitiek om rekening mee te houden.

Hoe los je dat op? Bouw stevige relaties (en niet enkel met je baas)

Eigenlijk start je best al tijdens je studies met je voor te bereiden op deze bredere sociale dynamiek. Je kan dat doen door je aan te sluiten bij een studentenclub, vrijwilligerswerk te doen, of je bij de een of andere vereniging aan te sluiten. Hierdoor leer je netwerken en relaties op te bouwen.

Van zodra je een nieuwe job begint, begin met jezelf voor te stellen aan iedereen in de buurt en daarbuiten. De contacten die je zo legt, kunnen je helpen bij het begrijpen en uitoefenen van je job. Zij kunnen vragen beantwoorden over je werk, maar ook over de bedrijfscultuur, geschreven en ongeschreven kantoorregels, en de politiek die zich achter de schermen afspeelt. Hoe beter ze je leren kennen, hoe meer vertrouwen er zal zijn.

Door deze relaties te onderhouden, blijf je in contact en moet je niet maar mensen aanspreken als het een noodsituatie is. Zo bouw je al wat goede wil op tegen dat je hulp nodig hebt.

Kom je dus vers van de schoolbanken dan zal je enkele strategieën overboord moeten gooien en nieuwe systemen ontwikkelen om succesvol te zijn. Was (bij)leren altijd al je sterkste kant dan kan je dat nu ook in je voordeel gebruiken en je nieuwe omgeving beter leren kennen en begrijpen. Maar jezelf kunnen aanpassen en flexibel opstellen, is hier je grootste troef.

(sjv) - Bron: The Muse

9 september 2019
Anderen bekeken ook