Waarom duaal leren (nog) niet goed werkt
Het klinkt nog steeds als dé oplossing voor jongeren die schoolmoe zijn of gewoon snel aan de slag willen. Via duaal leren kunnen ze de klasbank deels inruilen voor de werkvloer. Dit mét behoud van hun kans op een diploma én soms ook met een vergoeding voor hun werk. Populair is het systeem best wel, maar echt succesvol nog niet.
Intussen zijn er in Vlaanderen ruim 8.000 leerlingen die in 2023-2024 deelnemen aan een duale richting. Dat is niet weinig. Toch blijkt uit nieuw onderzoek van de KU Leuven dat het systeem nog altijd met stevige kinderziektes kampt. Terwijl het in buurlanden als Duitsland en Nederland wel meer een succes is.
Wat is duaal leren precies?
Bij duaal leren combineer je school en werk. Je leert niet alleen in de klas, maar ook op de werkvloer, waar je nieuwe competenties verwerft en echt meedraait in een bedrijf. Vanaf 15 of 16 jaar kan je instappen en later alsnog je diploma behalen. Wie minstens 20 uur per week in een onderneming leert, krijgt in principe bovendien een leervergoeding.
Wat is dan het verschil met een stage in een bedrijf? Bij een stage pas je vooral toe wat je in de klas al leerde. Bij duaal leren gaat het verder: je krijgt een opleidingsplan waarin ook nieuwe kennis en vaardigheden op de werkvloer aan bod komen.
Lees ook: 7 must have eigenschappen voor een job in de toekomst
Waarom loopt het (nog vaak) fout?
Hoewel het aantal deelnemers stijgt, blijft de praktijk moeilijk in Vlaanderen. Een groot probleem is dat het systeem zich sterk richt op de betere leerlingen, waardoor kwetsbare jongeren – vaak de groep die het meeste nood heeft aan dit type leren – vaak uit de boot vallen.
“Kwetsbare jongeren die voorheen werden begeleid op maat moeten via duaal leren weer passen in een systeem waar ze net hun plaats niet in vonden”, erkennen onderwijseconomen Dieter Verhaest en Kristof De Witte (KU Leuven) in hun rapport.
Ook ligt de lat hoog voor deelnemende bedrijven. Zij moesten erkenningen aanvragen, mentoren opleiden en veel administratie verwerken. Vooral kleinere bedrijven haakten daardoor af, en zij zijn net cruciaal voor het aanbieden van genoeg leerplekken.
Meer telewerk én meer stress: zo bepalend is je opleiding
Hoe kan het beter?
Volgens de onderzoekers zijn er structurele hervormingen nodig. Vandaag is duaal leren te veel gestandaardiseerd, terwijl jongeren erg verschillend zijn. “Door trajecten op maat te maken, kunnen ook jongeren zonder voorkennis of uit minder schoolse omgevingen deelnemen aan duaal leren.”
Bedrijven moeten bovendien beter ondersteund worden. Vooral kleinere ondernemingen worstelen met administratie en begeleiding. En ook het imago van duaal leren moet verbeteren. Veel ouders zien het nog altijd als een minderwaardige keuze, terwijl de realiteit vaak anders is.
Ten slotte pleiten de onderzoekers voor meer flexibiliteit en minder complexe regels. Vandaag botsen scholen en bedrijven op een kluwen van Vlaamse en federale voorschriften. “Stem die regelgeving beter op elkaar af”, klinkt het in hun rapport.
Extra: Wat vinden Gen Z en millennials belangrijk op het werk?
Een kwestie van toekomst
Het succes van duaal leren mag dus niet alleen afgemeten worden aan het aantal leerlingen dat instroomt. Het gaat erom of jongeren terechtkomen in een leerweg die hen écht vooruithelpt.
Kortom, niemand wint erbij als jongeren thuis op de bank belanden, zonder perspectief. Want er staat volgens de onderzoekers wel wat op het spel: “De potentiële toekomstige kosten van het falen van duaal leren zijn voor de leerling én voor de maatschappij substantieel”.
1 op 5 jongeren werkt onder zijn niveau: is dat erg?
(William Visterin)