Mobiliteitsbudget wordt verplicht: wat betekent dat voor jou?
Steeds meer werknemers ruilen hun bedrijfswagen in voor een duurzamer alternatief. Volgens HR-dienstengroep Liantis koos in 2025 maar liefst 31% meer medewerkers dan het jaar ervoor voor het mobiliteitsbudget. De interesse groeit snel, en vanaf 1 januari 2026 wordt elke werkgever verplicht om dit systeem aan te bieden. Hoe zit dat?
Het mobiliteitsbudget bestaat sinds 2019 en laat werknemers toe om hun bedrijfswagen in te ruilen voor andere, milieuvriendelijkere vormen van vervoer of voor mobiliteitsgerelateerde uitgaven.
Het gaat om een flexibel budget dat je vrij kunt besteden aan wat bij jouw levenssituatie past. Denk aan een elektrische fiets, een abonnement voor trein of bus, een deelauto of carpoolformule. Zelfs de huur of afbetaling van een woning dicht bij je werk kan er – onder bepaalde voorwaarden – mee betaald worden.
Het mobiliteitsbudget: maak jij er al gebruik van?
Hoe wordt het bedrag berekend?
De hoogte van het mobiliteitsbudget hangt af van wat je inruilt. In het eerste scenario heb je al een bedrijfswagen en stemt het budget overeen met de totale jaarlijkse kostprijs van die wagen – inclusief leasing, verzekering en onderhoud.
In het tweede scenario heb je wel recht op een bedrijfswagen, maar nog geen voertuig. Dan wordt het budget berekend op basis van de waarde van een wagen die je theoretisch zou kunnen kiezen uit een vooraf goedgekeurde lijst.
Lees ook: Hoeveel kost een bedrijfswagen je als werknemer?
Hoe wordt het bedrag besteed?
Eenmaal je het budget kent, beslis je zelf hoe je het inzet. De wetgeving verdeelt dat in drie pijlers:
- Binnen de eerste pijler kun je kiezen voor een milieuvriendelijkere wagen, zoals een elektrische of hybride bedrijfswagen.
- De tweede pijler richt zich op duurzame vervoersmiddelen en diensten: een fiets, een treinabonnement, deelvervoer of zelfs een combinatie van die opties.
- Tot slot is er nog een derde pijler: wie niet alles uitgeeft, kan het restsaldo in cash laten uitbetalen, al wordt dat zwaarder belast.
Waarom en bij wie wint het aan populariteit?
Wie in een stad woont, heeft vaak weinig aan een bedrijfswagen die vooral stilstaat. Een leasefiets, deelauto of treinabonnement past dan beter bij hun manier van leven. Ook het groeiende aantal telewerkdagen maakt dat een vaste wagen minder noodzakelijk is.
Uit cijfers van Liantis blijkt dat vooral de jongere generatie enthousiast is over het mobiliteitsbudget. De grootste groep gebruikers bevindt zich tussen 25 en 34 jaar. Zij kiezen bewust voor flexibiliteit en duurzaamheid.
In totaal nam het aantal gebruikers tussen 2023 en 2025 toe met maar liefst 438%. Al is dat cijfer ook wel relatief. Vandaag maakt nog maar 1% van alle werknemers gebruik van het systeem, maar het groeiritme toont aan dat het mobiliteitsbudget volop in de lift zit.
CHECK: Belgen hebben meest uitgebreide mobiliteitsaanbod via hun werkgever
Wat betekent het voor jou?
Het mobiliteitsbudget draait natuurlijk om duurzaamheid, maar ook om gemak. Wie bijvoorbeeld regelmatig thuiswerkt, heeft weinig aan een wagen die dagenlang stilstaat. Dan is het handig dat je met het mobiliteitsbudget kunt kiezen voor alternatieven: een elektrische fiets, de trein, een deelauto of een combinatie daarvan.
Ook werkgevers kunnen er wel bij varen. Door medewerkers meer keuzevrijheid te geven, verkleinen ze hun ecologische voetafdruk én bouwen ze aan een groener imago. Dat is belangrijk, zeker nu jong talent steeds vaker bewust kiest voor bedrijven die duurzaamheid echt waarmaken.
Bovendien kan het ook financieel interessant uitvallen. Wie zijn budget slim inzet, reist vaak goedkoper dan met een klassieke bedrijfswagen. En omdat het mobiliteitsbudget fiscaal gunstiger is dan een gewoon loonvoordeel, houd je netto meestal wat extra over.
Duurzamer woon-werkverkeer: wat zijn de opties?
Vanaf 2026 verplicht aanbod
Tot nu toe konden werkgevers zelf beslissen of ze het mobiliteitsbudget invoerden, maar dat verandert binnenkort. Vanaf 1 januari 2026 wordt het verplicht voor alle werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen. In een volgende fase wil de federale overheid het systeem zelfs uitbreiden naar alle medewerkers, ongeacht of ze momenteel over een wagen beschikken.
Hoewel de concrete wetgeving nog in uitwerking is, vertoont de toenemende interesse van de werknemers dus ook best een duidelijke trend: werknemers willen vrijheid, flexibiliteit en duurzame keuzes. Het mobiliteitsbudget moet hier (nog meer) een antwoord op bieden.
(William Visterin)