Straat
Marcel Metz lijdt aan een bizarre angst. Telkens als er een woonst te huur of te koop staat in zijn straat of wijk, overvalt hem de vrees dat een van zijn collega’s daar zal komen wonen.
Ik vermoed eerder dat wraakzucht hun drijfveer is. Uit de tijd dat zij nog proletariaat waren en mensen die werkten in verwarmde lokalen per definitie, onderdrukkers. Dat een beetje vakman tegenwoordig aanzienlijk meer verdient dan een pennenlikker, laten ze buiten beschouwing. Dergelijke historisch gegroeide haat heeft eeuwen nodig om te verdorren.
Die ochtend keken de schilders dan ook met geamuseerde verbazing toe hoe wij het kantoor probeerden binnen te komen. Tussen gevel en stelling hadden ze namelijk de vensters en deuren met een taai plastic zeil afgeschermd. Even het zeil weghalen zou lang duren, zeiden ze, of er geen andere ingang was. Voor ik nee kon zeggen, herinnerde een meer menslievende collega ons aan de brandtrap. Aan de achterkant van het gebouw vertrapte ik mijn enige paar Italiaanse schoenen in het natte gras terwijl een medewerker van acquisitie het alarm liet afgaan door de branddeur te openen.
Eenmaal binnen en aan het werk werd ik bewust van de zinloosheid van het bestaan en mijn werk in het bijzonder. Nu ik heb daar wel vaker last van. Maar als aan de andere kant van het glas een man van mijn leeftijd zich in het zweet staat te werken, wordt dat inzicht des te pregnanter.
Wat zag hij? Iemand in de kracht van zijn leven die eerst staat aan te schuiven bij de koffieautomaat, vervolgens wat internet en weer koffie gaat halen. Tussendoor laadt hij zijn mp3-speler op, vult het printerpapier aan en belt soms iemand die niet opneemt. Na de derde koffie maakt hij verontschuldigende gebaren bij de huismeester die woedend komt vragen wie de branddeur heeft geforceerd.
Tegen vieren gaat de schilder naar huis en kan duidelijk zien wat hij verricht heeft. Met tevreden gemoed mag hij naar huis om de zweet- en verflucht uit zijn lichaam te wassen. De persoon aan de andere kant van het glas heeft zoveel geïnternet dat hij moet overwerken. En met al die koffie op kan hij niets anders dan zenuwachtig zijn. Thuisgekomen moet hij gaan sporten omdat hij nu eenmaal een zittend beroep heeft en dus wel op die hometrainer moet. Anders stromen zijn aders vol vet.
Enigszins humeurig vanwege dit inzicht scheurde ik de volgende dagen consequent het zeil weg dat voor de ingang hing. De schilders mopperden. Maar omdat ik de lamellen dichtgooide en mijn mp3-oortjes inpropte, merkte ik daar weinig van. Diva van de ambtenarij, dat ben ik.
Maar nu de lente voorzichtig aanklopt, merkte ik deze week dat de schilders vakkundig de ramen hadden dichtgeschilderd. Sleuren, slaan, hefboom, niets baatte. De huismeester haalde zijn schouders op. Zo’n hoge ladder had hij niet. Het wordt een duffe lente.
26 maart 2010Marcel Metz lijdt aan een bizarre angst. Telkens als er een woonst te huur of te koop staat in zijn straat of wijk, overvalt hem de vrees dat een van zijn collega’s daar zal komen wonen.
Al dagen zag ik tegen het gesprek op. Mijn werkgever verplicht me om elk jaar een 'Resultaat en Ontwikkelingsgesprek' te hebben met al mijn ondergeschikten. De zogeheten ROG's ...
Zij waren reeds ettelijke keren gaan bowlen met elkaar, gaan go-carten, wokken, paintballen en drie survivalweekends hadden zij achter de rug tijdens dewelke steeds dezelfde collega’s betrapt waren op telkens andere intimiteiten met elkaar. En dus waren de personeelsleden van TS Heftrucks op zoek naar een nieuwe activiteit ter bevordering van de groepscohesie. Iets sprankelends zochten zij dat het dreamteam dat zij in wezen waren, weer in al zijn glorie naar voren zou doen treden.
Die zomer begon ik elke werkdag met het kijken naar de banden van de lijkwagen. De keuken lag in het souterrain, vlak naast het mortuarium. Of de koelcellen op elkaar aangesloten waren, heb ik nooit durven vragen. Als ik de duizenden ontbijtboterhammen door de smeermachine moest halen, reed de zwarte Lincoln vlak voor de raampjes boven mijn werkplek. Geen idee waar dode mensen zo vroeg heen moesten.
Jenti werkt als social media editor bij de MIVB: “Dankzij mijn huidige job leer ik de stad pas echt kennen”
Wie hard werkt en de targets haalt, zal waarschijnlijk bij de baas wel in de bovenste lade liggen. Maar maakt dat van hem of haar ook een betere werknemer?
Vergeet quiet quitting, rage applying is the next big thing! Maar wat is het eigenlijk? En kan het jou als werknemer wat opleveren?
Zijn vergaderingen wel altijd nodig? Voor elke kleine beslissing een meeting inlassen, lost (bijna) niets op. Tijd om je vergaderhygiëne eens op te blinken...
TikTok is helemaal in. Maar is het als bedrijf een goede zet om mee op de TikTok-kar te springen?