Pensioenplannen: de hemel op aarde?
Duizend euro. Meer bedraagt het gemiddelde staatspensioen voor werknemers niet. Gelukkig kunnen heel wat werknemers op een pensioenplan van het werk rekenen. Maar wat is zo’n plan precies waard?
Het pensioensparen via de onderneming is erg populair. 100 procent van de kaderleden en 99 procent van de bedienden bouwen al een aanvullend pensioen op. Ook het aantal arbeiders dat een aanvullend pensioen opbouwt, stijgt: 10 jaar geleden bedroeg het nog 51 procent, nu al 79 procent.
Dat het de goede kant opgaat, bewijzen ook deze cijfers: 88 procent van de werkgevers voorziet nu in een aanvullend pensioen voor al zijn werknemers, terwijl dat in 2004 nog maar 83 procent was.
Daartegenover staat, volgens Colette de Dessus les Moustier, senior consulting actuary bij Aon Consulting, wel dat het gespaarde geld in de pensioenplannen aan de lage kant blijft.
Eén op de drie plannen behandelen de medewerkers met een contract voor bepaalde duur niet op dezelfde voet als die met een contract voor onbepaalde duur, terwijl de antidiscriminatiewet dat nochtans vereist.
Verder blijkt dat de verzekeringssector de meest genereuze pensioenplannen heeft, gevolgd door de banken en de sectoren chemie, energie en farmacie. Aan de andere kant van het spectrum vinden we dan de bouw- en de papier- en kartonindustrie. Voorts zijn grote en middelgrote ondernemingen over het algemeen genereuzer dan kleine.
Opvallend is voorts dat heel wat werkgevers niet langer kiezen voor een pensioenplan 'met een te bereiken doel', waarbij ze zich engageren om een bepaald pensioen te kunnen uitbetalen en dat dan zelf financieren. Werkgevers opteren daarentegen steeds meer voor een formule 'met vaste bijdragen' waarbij ze vaste premies afdragen, zodat - als gevolg van de schommelingen op de rente- en kapitaalmarkten - niet duidelijk is welk pensioenbedrag de werknemer uiteindelijk zal ontvangen.
Dit heeft vooral te maken met de lage rendementen van de jongste jaren, en met het feit dat de werkgevers zo het risico rond het financiële rendement kunnen doorschuiven naar de werknemers.
Uit het onderzoek blijkt dat ondernemingen zo'n 6,3 procent van het loon van hun kaderleden voor het pensioen reserveren. De werknemersbijdrage van die kaderleden ligt gemiddeld rond de 1,3 procent. Voor bedienden liggen die cijfers respectievelijk op 3,4 en 0,85 procent.
Noot: Voor deze zesde editie van de analyse werden in 200 bedrijven, met in totaal 203.000 werknemers en een globale loonmassa van 9 miljard euro, 365 pensioenplannen onder de loep genomen door Aon Consulting.
2 maart 2012Duizend euro. Meer bedraagt het gemiddelde staatspensioen voor werknemers niet. Gelukkig kunnen heel wat werknemers op een pensioenplan van het werk rekenen. Maar wat is zo’n plan precies waard?
Wanneer je begint te werken, sta je nauwelijks stil bij je pensioen. Nochtans scheelt een aanvullend pensioenplan meer dan een slok op de borrel...
Wie tijdens zijn loopbaan geen extra potje aanlegt, riskeert een sombere oude dag tegemoet te gaan. Gelukkig kunnen heel wat werknemers op een pensioenplan van het werk rekenen.
Ingenieurs gaan klassiek aan de slag bij grote bedrijven, klinkt het vaak. Maar om welke sector en functie gaat het dan vooral?
Werken in Brussel? Dat kunnen deze jongeren enkel maar aanraden. “Geen twee werkdagen lijken op elkaar”
Vijf Mechelse en Kempense bedrijven zitten samen over topics zoals: mobiliteit, war for talent en waar zitten de knelpuntberoepen?
Een job in het onderwijs spreekt nog steeds vele jonge mensen aan. Maar hoeveel verdien je in het onderwijs? En heb je recht op extralegale voordelen?
Narcisten bezitten vooral negatieve eigenschappen maar ze blijken wel succesvol op de werkvloer. Hun charisma en zelfvertrouwen spelen hierbij een grote rol.
Een loonsverhoging of een extralegaal voordeel: het is altijd fijn wanneer je tomeloze inzet op de werkvloer beloond wordt. Hoe maak je de juiste keuze?