De 10 best betaalde stielmannen
Welke vakmannen verdienen het meest? Sloopwerkers en schrijnwerkers zo blijkt. Vloerders en voegers verdienen dan weer het minst. Jobat zet ze op een rij.
“De best verdienende stielmannen zijn degene met de meeste vakkennis (het installeren van centrale verwarming is bijvoorbeeld moeilijker dan vloeren), ervaring en verantwoordelijkheid (ploegbaas versus beginner). Ook wie buiten werkt verdient meer dan wie binnen werkt”, vertelt Luc Proesmans, adviseur sociale zaken van Bouwunie, de overkoepelende organisatie van kmo’s in de bouw.
Hieronder een overzicht van de best betaalde stielmannen en het gemiddelde brutoloon van arbeiders in de bouw (zie lager), aan de hand van de categorie waartoe zij behoren.
Top 10 best betaalde stielmannen
| Beroep | Gemiddeld loon per uur | |
|---|---|---|
| 1. | Sloopwerker | 57,022 euro |
| 2. | Grondverzetter | 51,401 euro |
| 3. | Schrijnwerker | 50,497 euro |
| 4. | Installateur cv | 49,927 euro |
| 5. | Bestrater | 49,491 euro |
| 6. | Metser | 47,033 euro |
| 7. | Kabel- en leidinglegger | 46,904 euro |
| 8. | Dakdekker | 46,629 euro |
| 9. | Dakafdichter | 46,375 euro |
| 10. | Stukadoor | 45,789 euro |
Bron: Bouwunie - Richtprijzen aan te rekenen lonen voor ondernemingen met 20 of meer arbeiders.
Deze tabel is een rangschikking van de gemiddelde lonen per stiel. Voor een startende schrijnwerker, zonder ervaring, wordt bijvoorbeeld gemiddeld 46,105 euro per uur aangerekend. Dit uurloon kan nog met ongeveer 10 euro stijgen naargelang de schrijnwerker meer geschoold en ervaren is.
Vloerders en voegers sluiten de rij met respectievelijk 41,012 euro en 41,211 euro gemiddeld.
“Let op, dit zijn niet de brutolonen van de arbeiders in de bouw. Het zijn de zogenaamde regielonen, die werkgevers aanrekenen aan hun klanten voor de door hun arbeiders gepresteerde uren. In deze regielonen zit veel meer dan enkel het brutoloon van de bouwvakarbeider: zoals o.a. de socialezekerheidsbijdragen, de bijdragen voor het gewaarborgd loon en voor het Sluitingsfonds, alle bedrijfskosten en verzekeringen, de administratiekosten, het rollend materieel, de totale loonkost van de bedienden, enzovoort. Dit maakt ook meteen duidelijk waarom de lasten voor de werkgevers in de bouwsector in ons land heel hoog zijn”, zegt Jean-Pierre Waeytens, secretaris-generaal van Bouwunie.
De brutolonen van arbeiders in de bouw
| Bruto uurloon | |
|---|---|
| Categorie I | 13,965 euro |
| Categorie IA | 14,658 euro |
| Categorie II | 14,855 euro |
| Categorie IIA | 15,628 euro |
| Categorie III | 15,831 euro |
| Categorie IV | 16,804 euro |
| Ploegbaas A | 17,414 euro |
| Ploegbaas B | 18,484 euro |
| Meestergast | 20,165 euro |
Bron: Bouwunie - Minimumbrutolonen vanaf 1 oktober 2017
“Dit zijn de minimumbrutolonen in de bouwsector. In de praktijk zijn er weinig bouwbedrijven die hun arbeiders meer betalen dan deze minimumlonen. Een arbeider met een loon uit categorie III (voorheen: geschoolde 1ste graad) is een arbeider die na zijn opleiding zijn taken gedurende minstens 3 jaar zelfstandig kan uitoefenen. Iemand met meer ervaring behoort tot categorie IV”, aldus Jean-Pierre Waeytens.
Nettoloon
Een arbeider houdt, afhankelijk van zijn gezinssituatie, ongeveer 60 tot 65% over van zijn bruto-uurloon.
Bovenop het brutoloon hebben de arbeiders nog recht op een aantal extra’s.
- Het vakantiegeld
- De eindejaarspremie (de zogenaamde getrouwheidszegels)
- Een premie voor weerverlet (wie buiten werkt krijgt jaarlijks een premie van 2 % van zijn jaarloon)
- Een vergoeding voor de 12 rustdagen (een arbeider in de bouw werkt 40 uren per week i.p.v. 38 en krijgt daarvoor 12 rustdagen per jaar)
- Verplaatsings- en mobiliteitsvergoeding
- Ecocheques (of een gelijkwaardig voordeel)
- Loonbijslagen voor risicovol werk enzovoort. Voor onder andere hoogtewerken, zandstralen of werken met pneumatische hamers worden ook extra’s betaald.
- Sommige bedrijven geven ook nog maaltijdcheques of vergoedingen voor het zelf wassen en onderhouden van de werkkledij.
(mr)