Een zorgkundige staat in voor een goede dagdagelijkse algemene verzorging (fysisch, psychisch, sociaal en spiritueel comfort) met respect voor de privacy en de zelfredzaamheid van de bewoner, om hem zo een algemeen gevoel van welbevinden te geven. Op een verantwoorde wijze omgaan met de zorg voor het fysisch, psychisch-sociaal en spiritueel welzijn van de bewoners, met voortdurende aandacht voor de zelfredzaamheid :
- Uitvoeren van dagelijkse hygiënische zorgen, rekening houdend met de gezondheidstoestand van de bewoner;
- Beantwoorden van beloproepen;
- Fysisch comfort nastreven bij de bewoners;
- Omgevingszorg (opruimen, bed opmaken, kledij in de kast hangen);
- Informeren en begeleiden van familie;
- Observeren en op een correcte manier rapporteren van lichamelijke en psychosociale aspecten;
- Zorgleefplan consulteren en invullen;
- Respecteren privacy van de bewoner;
- Je krijgt de kans om actief deel te nemen aan overlegmomenten zoals teamvergadering, werkgroepen.
Kerncompetenties (zie Toon websitewww.gasthuis.be/nl/medewerkersbeleid)
Kwaliteitsvol werken – Samenwerken – Cliëntgerichtheid – Loyaliteit – Zelfontwikkeling
Functiegerichte competenties EMPATHIE
- Door een vriendelijke en open houding een vertrouwensrelatie opbouwen en onderhouden met de bewoner;
- Toon interesse en respect voor standpunten die afwijken van de eigen mening;
- Houdt rekening met de levensgeschiedenis van de bewoners.
COMMUNICATIEF
- Kan op een objectieve en duidelijke manier observaties noteren en overbrengen;
- Kan zich met een correct taalgebruik uitdrukken;
- Heeft een actieve luisterhouding. Stelt vragen tot hetgeen de ander wil vertellen duidelijk is;
- Heeft een actieve en constructieve houding tijdens overlegmomenten;
- Kan fouten openlijk toegeven en reageert op een gepaste manier.
PLANNEN EN ORGANISEREN
- Werkt taken volledig en tijdig af, rekening houdend met de behoefte van de bewoner;
- Is stipt in het nakomen van afspraken;
- Kan met de nodige instructies aan de slag.
FLEXIBILITEIT
- Kan overweg met wisselende prioriteiten en plotse veranderingen;
- Gebruikt clusters als leidraad maar gaat hier soepel mee om;
- Bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen;
- Een bijdrage leveren in de continuïteit van de organisatie.
STRESSBESTENDIGHEID
- Kan de rust behouden bij zichzelf en de groep;
- Blijft kwaliteitsgericht werken, ook onder tijdsdruk of in moeilijke omstandigheden.
ZELFSTANDIG WERKEN (FUNCTIE IN DE NACHT)
- Kan werken zonder externe controle;
- Stuurt bij indien er fouten optreden.