In de kerncentrale: ‘Niemand weet wat hier echt gebeurt’

‘Fysieke ongemakken zoals misselijkheid en braakneigingen treden pas op bij blootstelling aan een halve sievert. Dat is vijftig keer de dosis die wij toestaan op een heel jaar’
Moeten we nu voor of tegen kernenergie zijn? Sinds de campagne van het Nucleair Forum weten we het eigenlijk niet zo goed meer. En dus trok onze reporter naar de kerncentrale van Electrabel in Doel op zoek naar een antwoord. “Kernenergie heeft maar één groot nadeel, en dat is het afval”, klinkt het daar uit de mond van veiligheidsingenieur Rikkert Wyckmans (34).
kerncentrale doel energie electrabel
‘Fysieke ongemakken zoals misselijkheid en braakneigingen treden pas op bij blootstelling aan een halve sievert. Dat is vijftig keer de dosis die wij toestaan op een heel jaar’

Head of Radiation Protection staat er op het naamkaartje van Rikkert. Het eerste wat me opvalt in Doel is dat er met die protection, en met al wat met veiligheid in, op en rond de centrale te maken heeft niet gelachen wordt. Van een bezoek op de werkvloer kan geen sprake zijn en ook foto’s maken binnen de gebetonneerde muren van de kerncentrale is out of the question.

“Het is niet dat we niet willen hoor”, zegt communicatieverantwoordelijke Els De Clercq. “We mogen gewoon niemand toelaten van de overheid. Tenzij u binnen enkele weken nog eens terugkomt. In die tijd kan het FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, red.) u screenen.” Waarop dan zoal? “Ik vermoed dat ze nakijken of u een strafblad heeft en of u er geen vreemde contacten op nahoudt, maar zeker ben ik daar niet van.” Toch is ook zij, net als Rikkert, daarop gecontroleerd. Net als alle andere werknemers in de centrale van Doel.

“Ik vermoed dat het in de toekomst nog strenger wordt”, zegt Els. “In Amerika staan er, zeker sinds de aanslagen van 9/11 gewapende bewakers voor de centrales. Misschien gaan we daar ook wel naar toe?”

‘Dit is een veilige job. Anders werkten hier geen negenhonderd mensen’

Een lange inleiding, enkel en alleen om uit te leggen waarom het interview met Rikkert plaatsvindt in het infopunt van de kerncentrale en niet, pakweg, binnen de muren van de warme zone.

Rikkert mag wel in die zone, al bijna acht jaar. Na zijn studies, een licentiaat fysica aangevuld met een titel burgerlijk ingenieur en een licentieopleiding om in de kerncentrale te mogen werken, is hij onmiddellijk in Doel aan de slag gegaan. Inmiddels heeft hij nog een bijkomende opleiding master of science in nuclear engineering gevolgd. “Energie en kernfysica interesseren me gewoon. Ik ben al langer dan vandaag gefascineerd door natuurverschijnselen, de krachten die daarmee gepaard gaan en hun onderlinge relaties.”

De kerncentrale in Doel telt vier reactoren. Op de afdeling ‘nucleaire veiligheid en noodplan’ was Rikkert adviseur voor Doel 3. “Dat betekent niet dat ik alleen verantwoordelijk was voor de veiligheid van die reactor. Veiligheid is hier een verantwoordelijkheid van iedereen. Als adviseur hield ik daar onafhankelijk toezicht op. Als er wijzigingen werden aangebracht aan de installatie, controleerde ik of alle voorschriften gevolgd waren en of er niets over het hoofd werd gezien.”

‘Een keer dachten we dat er een toxische wolk vrijkwam, maar dat bleek vals alarm te zijn’

Sinds 1 januari staat Rikkert aan het hoofd van de afdeling stralingsbescherming. De belangrijkste taak van deze afdeling: het begeleiden van personeel dat werkzaam is in de warme of ‘gecontroleerde’ zone en hen beschermen tegen de impact van ioniserende straling. “Wij meten bijvoorbeeld voortdurend het stralingsniveau in de verschillende ruimtes en nemen, in functie van het besmettingsgevaar, specifieke beveiligingsmaatregelen. Dat kan het dragen van beschermende kledij zijn, maar ook het gebruik van perslucht om te ademen. En sommige lokalen worden gewoon gesloten, zodat er niemand binnen kan.”

Wie nu denkt dat de centrale van Doel een broeihaard van besmettelijke straling is, heeft het mis. “De warme zone is op zich niet gevaarlijk. Die benaming duidt er gewoon op dat er kans op bestraling of besmetting is. Het is niet zo dat wie die zone binnenstapt, sowieso bestraald of besmet wordt. Zelf loop ik er regelmatig rond zonder de minste straling op te lopen. Een deel van de werknemers komt die zone zelfs niet in. Je moet immers een speciale opleiding volgen om toegang te krijgen.”

Op hoe lang iemand in die zone mag werken, staat in principe geen grens. Op hoeveel straling je mag oplopen wel. In België bedraagt de wettelijk toegelaten limiet twintig millisievert per jaar (sievert is de eenheid waarin de stralingsdosis wordt gemeten, red.). “Bij Electrabel werken we met een maximale dosis van tien millisievert per twaalf maanden”, vertelt Rikkert.

“Het gebeurt heel zelden dat iemand die dosis oploopt op een jaar tijd. Fysieke ongemakken zoals misselijkheid, braakneigingen en afwijkingen aan de bloedplaatjes treden trouwens pas op bij blootstelling aan een halve sievert. Dat is vijftig keer de dosis die wij toestaan op een heel jaar. En dan moet je die halve sievert nog in één keer oplopen. Eigenlijk is dit een veilige job, anders zouden er hier ook geen negenhonderd mensen werken. Het grote voordeel van ioniserende straling is dat, hoewel je ze niet kan zien, ruiken of voelen, ze wel heel goed meetbaar is.”

‘Ik heb begrip voor iedereen, ook voor wie de centrale wil sluiten’

In de centrale van Doel worden werknemers zowel bij het verlaten als het betreden van de warme zone op besmetting gecontroleerd. “Ten tijde van de Tsjernobyl-ramp is het voorgevallen dat sommige werknemers de warme zone niet binnen konden omdat ze al te veel besmet waren door de radioactieve wolk die die ramp hier over heeft doen waaien om onze detectoren te passeren”, weet Rikkert.

Echt alarmerende situaties heeft hij in Doel echter nog niet meegemaakt. “Het is een keer gebeurd dat we dachten dat er een toxische wolk vrijkwam, maar dat bleek uiteindelijk vals alarm te zijn. We houden trouwens regelmatig oefeningen om te weten hoe we moeten reageren als er toch iets ernstigs gebeurt. Zelfs op terroristische dreigingen zijn we goed voorbereid.”

Dat die veilige gedachte niet altijd door de publieke opinie gedeeld wordt, begrijpt Rikkert best. “Heel weinig mensen weten hoe een kerncentrale echt werkt. En wat onbekend is, schrikt af. Al dragen we natuurlijk ook de erfenis mee van nucleaire rampen zoals in Tsjernobyl.”

Maar het klimaat verandert, vindt Rikkert. Zelfs in de pers bespeurt hij hier en daar hoopvolle artikels over kernenergie. Al is hij ook niet blind voor de nadelen ervan. “Het grootste nadeel, waar je niet naast kan kijken, is het radioactieve afval. Daar bestaan technische oplossingen voor, maar ook de politiek wil daar uiteraard haar zegje over doen.”

Voor of tegen?

“Van mij mag trouwens iedereen volmondig anti-kernenergie zijn, maar dan wel gefundeerd. Als mensen vinden dat alle kerncentrales dicht moeten omdat nucleair afval generaties lang meegaat, heb ik daar begrip voor. Daarom vind ik de campagne van het Nucleair Forum wel goed. Die heeft direct voor heel wat discussie gezorgd.

Zelf ben ik, begrijpelijk, voorstander van kernenergie - anders zou ik hier niet kunnen werken - al zou ik zeker niet willen dat België of Europa louter de kaart van kernenergie trekt. Er moet plaats zijn voor andere vormen van elektriciteitsproductie zoals ook wind- en zonne-energie, al is België voor dat laatste misschien niet de ideale plaats. We moeten gewoon afwegen welke vorm van energiewinning het meest rendeert in welke regio.”

(wim.verdoodt@jobat.be) 

20 april 2009
Anderen bekeken ook