Braak
Thomas: "Toen studiebegeleiders me jaren geleden een dagindeling probeerden bij te brengen, wist ik dat we tot verschillende tijdszones behoorden."
De ingezonden brief, de ‘trou normand’ van de journalist. Wat gedateerd want tegenwoordig is het makkelijker om op de krantensite zelf wat gaan ruimte te gaan volblaffen. Je gloeit ervan na, want als het een terechte vingertik is, dien je je te schamen. En meestal is het iets voor mensen van minimum vijftig. Althans, dat doet hun taalgebruik vermoeden. Als columnist blijf je meestal gespaard van ingezonden brieven. Je jat iemands verhaal, plakt er een ander gezicht op, verzint een meer geloofwaardige variant - niets zo onwaarschijnlijk als de waarheid - om dan naar godsvrucht en vermogen die tranche de vie in een krantenkolom proberen te gieten.
Twee jaar lang heb ik op deze plek mogen schrijven over kleine rampjes op die plek waar we het grootste deel van onze daglichturen doorbrengen: de werkvloer. Tot mijn verbazing leverde dat een paar ingezonden brieven op. Niet van collega’s die zich te kakken gezet voelen want niemand in Nederland kent Jobat. Nee, een paar lezers vonden dat ik min deed over bureauwerk. Dat verbaasde me want ik probeerde meestal te betogen dat kantoorarbeid opgewaardeerd zou moeten worden. Al was het maar omdat er zo veel mensen hun leven aan besteden. En laat ons wel wezen, meestal is het nog eerzaam ook. Saai weliswaar, maar toch.
Een meneer schreef: ‘U meet zichzelf een denigrerende air aan wanneer u het over ‘pennenlikkers’ en ‘kantoorklerken’ heeft. Overduidelijk bent u niet vertrouwd met de realiteit van werkvloer. Als schrijver op uw mansarde kijkt u allicht neer op de werkmens. Maar ik kan u verzekeren dat anno nu een kantoorbaantje allesbehalve stoffig is.’ Een mevrouw stuurde me mail waaraan ik kop noch staart kon vinden maar ik vermoed dat ze dezelfde klacht had als de meneer. Ze sloot af met de hoop dat ik meer werkelijkheidszin zou krijgen. Met welgemeende groet, dat dan weer wel.
Enkele soortgelijke brieven volgden. Ik stopte met antwoorden dat ik mijn geld verdiende als ambtenaar en dat ik de realiteit van vergaderzalen en evaluatiegesprekken maar al te goed kende. Bovendien, het is beter kwaad bloed te zetten dan koud te laten. Maar de brievenschrijvers krijgen nu wel hun gelijk. Ik ga de kantoorvloer verlaten en daarmee ook de charmante collega’s die me voorzien van verwondering. Ik zal ze missen.
Omdat ik u de besognes van de eenmanszaak wil besparen, neem ik afscheid van u. Ik hoop dat u allemaal snel werk vindt. En dan liefst nog van het soort dat zorgt dat u zich niet geroepen voelt om uw dagtaak te verdedigen tegen stukjesschrijvers.
Het was een genoegen. Welgemeend bovendien.
(tb)
3 oktober 2011De ingezonden brief, de ‘trou normand’ van de journalist. Wat gedateerd want tegenwoordig is het makkelijker om op de krantensite zelf wat gaan ruimte te gaan volblaffen. Je gloeit ervan na, want als het een terechte vingertik is, dien je je te schamen. En meestal is het iets voor mensen van minimum vijftig. Althans, dat doet hun taalgebruik vermoeden. Als columnist blijf je meestal gespaard van ingezonden brieven. Je jat iemands verhaal, plakt er een ander gezicht op, verzint een meer geloofwaardige variant - niets zo onwaarschijnlijk als de waarheid - om dan naar godsvrucht en vermogen die tranche de vie in een krantenkolom proberen te gieten.
Twee jaar lang heb ik op deze plek mogen schrijven over kleine rampjes op die plek waar we het grootste deel van onze daglichturen doorbrengen: de werkvloer. Tot mijn verbazing leverde dat een paar ingezonden brieven op. Niet van collega’s die zich te kakken gezet voelen want niemand in Nederland kent Jobat. Nee, een paar lezers vonden dat ik min deed over bureauwerk. Dat verbaasde me want ik probeerde meestal te betogen dat kantoorarbeid opgewaardeerd zou moeten worden. Al was het maar omdat er zo veel mensen hun leven aan besteden. En laat ons wel wezen, meestal is het nog eerzaam ook. Saai weliswaar, maar toch.
Een meneer schreef: ‘U meet zichzelf een denigrerende air aan wanneer u het over ‘pennenlikkers’ en ‘kantoorklerken’ heeft. Overduidelijk bent u niet vertrouwd met de realiteit van werkvloer. Als schrijver op uw mansarde kijkt u allicht neer op de werkmens. Maar ik kan u verzekeren dat anno nu een kantoorbaantje allesbehalve stoffig is.’ Een mevrouw stuurde me mail waaraan ik kop noch staart kon vinden maar ik vermoed dat ze dezelfde klacht had als de meneer. Ze sloot af met de hoop dat ik meer werkelijkheidszin zou krijgen. Met welgemeende groet, dat dan weer wel.
Enkele soortgelijke brieven volgden. Ik stopte met antwoorden dat ik mijn geld verdiende als ambtenaar en dat ik de realiteit van vergaderzalen en evaluatiegesprekken maar al te goed kende. Bovendien, het is beter kwaad bloed te zetten dan koud te laten. Maar de brievenschrijvers krijgen nu wel hun gelijk. Ik ga de kantoorvloer verlaten en daarmee ook de charmante collega’s die me voorzien van verwondering. Ik zal ze missen.
Omdat ik u de besognes van de eenmanszaak wil besparen, neem ik afscheid van u. Ik hoop dat u allemaal snel werk vindt. En dan liefst nog van het soort dat zorgt dat u zich niet geroepen voelt om uw dagtaak te verdedigen tegen stukjesschrijvers.
Het was een genoegen. Welgemeend bovendien.
(tb)
3 oktober 2011Meer dan 440.000 Jobat gebruikers zijn wekelijks op de hoogte
Thomas: "Toen studiebegeleiders me jaren geleden een dagindeling probeerden bij te brengen, wist ik dat we tot verschillende tijdszones behoorden."
Joeri Swinnen voelt zich pas goed in zijn vel als hij massa’s werk verzet. Na het voltooien van een zoveelste dossier, komt hij in een gelukzalige roes ...
Tony Cleys werkt zo inefficiënt in verhouding met zijn collega’s dat er maar twee mogelijke verklaringen zijn. Eén: hij is ongeschikt voor de job. Twee ...
‘Beter ware het dat de hele mensheid vergaat, dan dat één mens een taak tegen zijn wil verrichten moet.’ Het was van een Franse filosoof, dat wist hij nog wel. Maar van wie precies, daar was David te lui voor om uit te zoeken. Desondanks gebruikte hij het als levensmotto.
De verhoudingen op de arbeidsmarkt zijn danig gewijzigd", aldus arbeidsmarktdeskundige Jan Denys. "Voortaan hebben de werknemers de touwtjes in handen!"
Thomas Blondeau: "Die vrouw die afgewezen werd door haar minnaar en toen wraak nam door garnalen in de zomen van zijn gordijnen te naaien; ze heeft gelijk."
Eén derde van de Belgische werknemers die ouderschapsverlof opnamen, zijn mannen. In verhouding kiezen vooral oudere vaders voor dit verlofstelsel.
Corporate sustainability expert staat er sinds anderhalf jaar op het kaartje van Lasse Six. Een functie die enorm aan belang toeneemt.
Sommige jobs zitten in de verdrukking. Maar naar deze profielen zijn bedrijven ook vandaag nog steeds naarstig op zoek!
Meer dan 440.000 Jobat gebruikers zijn wekelijks op de hoogte
De verhoudingen op de arbeidsmarkt zijn danig gewijzigd", aldus arbeidsmarktdeskundige Jan Denys. "Voortaan hebben de werknemers de touwtjes in handen!"
Thomas: "Toen studiebegeleiders me jaren geleden een dagindeling probeerden bij te brengen, wist ik dat we tot verschillende tijdszones behoorden."
Joeri Swinnen voelt zich pas goed in zijn vel als hij massa’s werk verzet. Na het voltooien van een zoveelste dossier, komt hij in een gelukzalige roes ...
Thomas Blondeau: "Die vrouw die afgewezen werd door haar minnaar en toen wraak nam door garnalen in de zomen van zijn gordijnen te naaien; ze heeft gelijk."
Tony Cleys werkt zo inefficiënt in verhouding met zijn collega’s dat er maar twee mogelijke verklaringen zijn. Eén: hij is ongeschikt voor de job. Twee ...
‘Beter ware het dat de hele mensheid vergaat, dan dat één mens een taak tegen zijn wil verrichten moet.’ Het was van een Franse filosoof, dat wist hij nog wel. Maar van wie precies, daar was David te lui voor om uit te zoeken. Desondanks gebruikte hij het als levensmotto.
Ruim de helft van de Belgische bedrijven verlucht de werkplek extra.
Dat een sollicitatiebrief meteen in de papiermand verdwijnt zodra er een dt-fout in staat, blijkt niet juist. “Dat is een mythe.”
Niets heerlijker dan in het weekend, na een zware werkweek, lekker lang in bed blijven liggen. Toch? Pas maar op!