Beroepenfiches
Vorige

1 van 157

Volgende
Volgend artikel:

De verschillen tussen statutairen en contractuelen

Laborant in de rol van Sherlock Holmes: SGS Oleotest speurt naar sporen na brand

labo franco

“Je vertrekt van een hoopje as en weet nooit op voorhand wat daar gaat uit komen. Dat maakt het spannend.” (Laborant Franco van SGS Oleotest)

U zou ze gerust de Sherlock Holmes' van de laboratoria kunnen noemen. De laboranten die speuren naar sporen van kwaad opzet na een brand. Franco (57), al 39 jaar laborant bij SGS Oleotest in Hoboken, doet het al 25 jaar.

Oleotest, een familiebedrijf dat na een overname sinds vorig jaar deel uitmaakt van de internationale groep SGS, heeft zich naast het testen en onderzoeken van oliën en vetten en (dieren)voeding gespecialiseerd in brandonderzoek. Het is een van de enige geaccrediteerde laboratoria in België voor dit soort onderzoek. In opdracht van het parket of onafhankelijke experten analyseren de laboranten van Oleotest brandresten om na te gaan of er zich residuen van brandversnellers in de assen bevinden.

De specifieke niche in de laboratoriumwereld heeft zijn eigen uitdagingen en geplogenheden die het boeiend maken. “Bij testen voor bijvoorbeeld voeding of geneesmiddelen weet je op voorhand wat aan de hand van een aantal parameters de uitkomst moet zijn. Bij brandonderzoek weet je nooit op voorhand wat het resultaat gaat zijn en dat maakt het best wel wat 'spannend'”, getuigt Franco. “Het is altijd benieuwd uitkijken naar wat er uit de analyse naar voren komt.”

Absolute zekerheid

“We doen altijd eerst een zicht- en reuktest. Soms kan je al meteen ruiken in welke richting je moet zoeken. Na al die jaren heb ik daarvoor al een echte speurdersneus ontwikkeld”, lacht de laborant. “Op basis daarvan kunnen we ook bepalen welke verdere behandeling nodig is als we niet zeker zijn en moeten er meerdere analyses worden uitgevoerd.”

“Want je moet absolute zekerheid hebben. Tenslotte gaat het om een materie met heel grote impact. Daarom ook dat er voor de interpretatie altijd met twee overleg wordt gepleegd”, vult manager van SGS Oleotest Philippe Bastijns aan.

Laborant Franco vindt, ook na 39 jaar, nog altijd voldoening in de grote variatie die het werk biedt. “Elke proef is anders. Ook vanwege de grondstof van waaruit je vertrekt. Je vertrekt van een totaal andere basis als bij vlees of brood. Je vertrekt van niets meer dan een hoopje zwarte as. De apparatuur evolueert ook voortdurend. De machines worden gevoeliger en uit kleinere hoeveelheden kan meer worden gehaald. Zeker de jongste tien jaar is dat sterk veranderd. We hebben hier bijvoorbeeld nu ook een robot staan. Maar ondanks de automatisering moet er toch nog een deel manueel worden gedaan. Dat is goed eraan en houdt het interessant”, vindt de ervaren rot in het vak.

Deadlines

Ook over het werkritme is hij best tevreden. “Er zijn weliswaar deadlines, maar we krijgen zeker ruimte om het werk zelf te verdelen”, geeft hij aan. “Doordat we een onafhankelijk testlaboratoria zijn en op verschillende domeinen actief zijn, biedt dit mogelijkheden om te schuiven in het werk. Naast brandonderzoek doe ik soms ook nog andere analyses. Naargelang de nood zich voordoet. Of als iemand met pensioen gaat of er een nieuwe collega bijkomt. Ook hierdoor blijft er variatie in mijn job zitten”, getuigt Franco.

Zelf belandde hij na zijn studies technische wetenschappen vanop de schoolbanken meteen bij Oleotest. Nieuwkomers die nu aan boord komen, zijn praktisch allen bachelors/masters in de chemie. “Gezien het werk heel analytisch gericht is, komen ze overwegend uit de richting biochemie. Industriële bachelors komen eerder elders terecht”, geeft Philippe Bastijns aan.

(br)

2 september 2019
Anderen bekeken ook