1,62 procent loonmassa gaat naar opleiding

D&B analyseerde op vraag van Jobat de opleidingsinspanningen van 10.000 bedrijven over de periode 2009-2010. Uit de informatie die het handelsinformatiekantoor uit de sociale balansen haalde, blijkt dat bedrijven in 2009 1,55 procent van hun loonmassa aan opleiding (formeel en informeel) besteedden. In 2010 was dat licht gestegen tot 1,62 procent. In de 10.000 bedrijven werken bijna één miljoen werknemers.

In het IPA 2007-2008 spraken de sociale partners af dat 1,9 procent van de loonmassa in de privésector naar opleiding moet gaan. Op enkele uitzonderingen na (chemie, technologie, gespecialiseerde sectoren ...) halen de meeste sectoren de norm niet, zo blijkt uit de analyse van D&B.

Veel verschillen

Het gemiddelde opleidingsbudget per werknemer bedroeg in 2010 897,85 euro (883,05 in 2009) maar verschilt erg naar geslacht, regio, opleiding en bedrijfsgrootte. Meer dan driekwart (77,5%) van het opleidingsbudget gaat naar mannen. Ook het budget per persoon ligt bij mannen (1.118 euro) hoger dan bij vrouwen (536 euro). De budgetten per werknemer verschillen ook van regio tot regio. Die zijn het hoogst in Brussel (1.153 euro). In West-Vlaanderen (571 euro) en Namen (543 euro) liggen ze het laagst.

Universitair geschoolde werknemers krijgen gemiddeld meer opleidingsbudget (1.617 euro) dan andere hooggeschoolden (1.138 euro) en het overige personeel (780 euro). Grote bedrijven voorzien meer opleidingsbudget per werknemer dan kleinere ondernemingen. Bedrijven met meer dan 500 werknemers spenderen 1.126 euro opleidingsbudget per werknemer. In bedrijven met 21 tot 50 werknemers daalt dit tot 516 euro per werknemer.

Formeel vs. informeel

Bedrijven zijn sinds 2008 verplicht zowel de formele als de informele (on the job training, peterschap, coaching, zelfstudie ...) opleidingen te vermelden in hun sociale balans, net als de IBO's (Initiële Beroepsopleidingen). In 2010 ging 73 procent van het opleidingsbudget naar formele opleidingen en 23 procent naar informele opleidingen. Het struikelpunt bij informele opleidingen is echter dat ze vaak moeilijk in exacte cijfers uit te drukken zijn.

(wv)