Wat kunnen we leren van paters?

Niets, denk je? Dan heb je het mis. Marc Vermeulen, een – ongelovige - coach van leidinggevenden, trok in totale afzondering naar 11 abdijen. Hij kwam terug met 7 werkgerelateerde lessen, niet toevallig naar analogie met de 7 hoofdzonden.
#

Van augustus 2010 tot maart 2011 - een woelige periode voor de Belgische katholieke kerk - trekt Marc Vermeulen naar 11 abdijen voor een uniek experiment. Vermeulen is een ongelovige en coacht leidinggevenden op een eigentijdse en eigenzinnige manier.

Gedurende twee dagen is hij telkens vergezeld van een andere leidinggevende. Ze huren elk een kamer in de abdij en schrijven elkaar berichten. Ze steken die in een enveloppe onder de deur van hun metgezel. Hun bedoeling? Te kijken wat ze kunnen leren van een kloostergemeenschap, niet in het minst op professioneel vlak. Over zijn belevenissen in de 11 abdijen schreef hij net het boek “Onder de deur”.

Iedereen naar de abdij

"Als men mij vraagt of een verblijf in een abdijcontext zinvol is, heb ik geen enkele twijfel: als buitenstaander haal je er praktische nut uit en doe je vele ontdekkingen", vertelt Marc Vermeulen.

"Ik ben iemand die al jaren actief is in de bedrijfswereld, een omgeving met zeer veel aangename kanten, maar ook met een reeks punten die voor geen meter lopen. Als ik rondkijk in die bedrijfswereld (of wat uitgebreider: overal waar rendabiliteit en efficiëntie vooropstaan), kan ik met gemak enkele categorieën personen opnoemen die dringend abdijwaarts kunnen gestuurd worden."

7 dingen die we kunnen leren van paters

1. Kloosterlingen komen altijd op tijd 

Klinkt het je ook bekend in de oren: ‘ik hol mezelf voorbij’, ‘ik ben nog niet klaar’, ‘mijn mailbox puilt uit’, ‘ik ga te laat komen’, ‘ik loop achter de feiten aan’ ...

In een abdij: "Paters komen nooit te laat (de zusters trouwens ook niet). Integendeel, ze zijn telkens weer aanwezig in voortijdigheid ... Het respect dat ze opbrengen voor elkaars tijdsbesteding is bewonderenswaardig. Het gaat natuurlijk niet vanzelf: de discipline die ze aan de dag leggen waarborgt efficiëntie en effectiviteit", merkte Marc Vermeulen.

2. De missie en de visie zijn door alle kloosterlingen gekend én worden uitgedragen 

Voor veel medewerkers betekent de missie en de daarbij horende waarden van het bedrijf niets meer dan een mooi kader dat in de vergaderzalen hangt. Ze herinneren dit slechts vaag vanuit hun opleiding tijdens de introductie in het bedrijf, laat staan dat ze ernaar handelen.

In een abdij: "Kloosterlingen hebben een mantra, een slagzin die steeds weer terugkomt. Hét principe waar de kloosterlingen zich aan kunnen optrekken in momenten van twijfel en onzekerheid. Ze beluisteren en zingen psalmen. Ze dragen en beleven hun missie sinds eeuwen met een ongeziene trots."

3. Kloosterlingen (ver)oordelen niet 

Als medewerker in een bedrijf hebben we soms wel eens een uitgesproken mening over collega’s, bazen, klanten of leveranciers. Vooroordelen op basis van (wan)prestaties, onvolledige informatie of afgunst ... We betrappen ons er allemaal wel eens op. Om nog maar te zwijgen van de opmerkingen over kleur, afkomst, taal of religie.

In een abdij: p>Kloosterlingen (ver)oordelen niet. In hun abdij is iedereen welkom ongeacht rang, stand, kleur of afkomst. Iedereen wordt met hetzelfde enthousiasme onthaald en uitgenodigd. De diversiteit van hun gemeenschap draagt bij tot het welslagen van hun gemeenschap."

4. Paters zijn vooral 50-plussers en zijn blijvend geëngageerd en gemotiveerd 

Leidinggevenden in bedrijven beseffen nog te weinig de waarde van 50-plussers. Ze worden te snel opzijgezet. Ook 50-plussers zelf denken al gauw dat ze beter het schip verlaten.

In een abdij: "50-plussers worden in een abdijgemeenschap als jongelingen beschouwd. Wanneer je de gloed in hun ogen ziet, merk je zo hun meerwaarde voor hun gemeenschap. Ze worden gewaardeerd omwille van hun vinnigheid en verworven deskundigheid."

5. Kloosterlingen leren levenslang met volle overtuiging 

Sommige werknemers beheren hun persoonlijke ontwikkeling onvolledig. Ze volgen zelden een opleiding of worden er nooit voor uitgenodigd door hun verantwoordelijke. Ze nemen de kansen niet om zich te vervolmaken, tenzij het opgelegd wordt door de 'baas'.

In een abdij: "Kloosterlingen stoppen nooit met oefenen en informatie op te doen. Zelfs toen we tussen de paters en zusters aten - terwijl een kloosterling van op een verhoog voorlas - merkten we dat zij zelfs dan nieuwe inzichten over heden, verleden en toekomst bleven opdoen."

6. Kloosterlingen werken samen naar een gemeenschappelijk resultaat 

Veel teams zijn op zoek zijn naar een hechtere vorm van teamwork en een handig, zachtaardig model van samenwerking. Daarvoor organiseren ze lange, intensieve en vaak ook dure teambuildings met een kortstondig effect. Op lange termijn onthouden we enkel nog de heldhaftige activiteiten die we destijds ondernamen. Het achterliggend doel is dan al helemaal vervaagd.

In een abdij: "In de rust van een abdij heersen beproefde methodes van samenwerking tussen kloosterlingen. Tientallen jaren werken en leven ze intensief samen om bijdragen te leveren aan hun gemeenschappelijke doelen. Het is duidelijk wie welke verantwoordelijkheden draagt en iedereen respecteert die ook. Het geeft kracht om mensen in hun zelf gekozen engagementen bezig te zien en naar hun begeestering te luisteren."

7. Kloosterlingen zijn bescheiden 

We verwachten soms van onze meerdere wat meer erkentelijkheid voor onze prestaties, los van het financiële aspect. Sommige bedrijven verkiezen daarom een medewerker van de maand of van het jaar.

In een abdij: "Wanneer je door de majestueuze gangen van een abdij of klooster loopt, voel je je vanzelf heel erg klein. Iedere kloosterling heeft zijn eigen opdracht binnen de gemeenschap en ze verwachten ook niet dat ze hierom geprezen worden. Ze blijven trouw aan hun eigen persoonlijkheid en gemaakte keuzes. Dat vinden ze voldoende."

Meer info over het boek 'Onder de deur' op www.onderdedeur.be 

(mr) 

22 augustus 2017
Anderen bekeken ook