Beroepenfiches
Vorige

1 van 157

Volgende
Volgend artikel:

De verschillen tussen statutairen en contractuelen

Het beroep van tolk: discreet én op de eerste rij

“Wat je doet, is interpreteren.” (Ruth Van Wassenhove, conferentietolk)

In bedrijven en zelfs in de politiek communiceren Nederlands- en Franstaligen steeds vaker in het Engels. Conferentietolken hebben werk zat in het multitalige Europa. Wat moet je ervoor kunnen, waarom is het een leuk beroep en heeft het nog wel toekomst met alle steeds intelligentere vertaalsoftware die eraan komt?

Regisseur Oliver Stone die de Russische president Vladimir Poetin maandenlang volgt voor een intiem portret. Een man, strak in het pak, simultaantolkend in het oor van beide heren: daar kan geen software tegenop. Menselijk inschattingsvermogen maakt hoe dan ook het verschil. Ruth Van Wassenhove uit Nazareth is geen app, wel een jonge tolk en taalprofessional die enthousiast is over haar vak. “Sinds twee jaar ben ik fulltime zelfstandig tolk”, vertelt ze.

“Van Pasen tot de zomer en van september tot eindejaar zijn druk. Daarom neem ik tijdens luwe periodes ook vertaalwerk en schrijfopdrachten aan.” Ruth volgde toegepaste taalkunde aan de UGent en een Master of Arts in het tolken: Nederlands, Engels en Frans. Een postgraduaat Conferentietolken stoomde haar klaar voor consecutief en simultaan bedrijfstolken. “Onderschat het niet: het slaagpercentage lag er op 20 procent.”

Vroeg instappen

Hoe vroeger je instapt, hoe meer tijd je hebt om een reputatie op te bouwen. “Het tolkenwereldje is klein”, benadrukt Ruth Van Wassenhove. Iedereen kent iedereen en je moet je plekje verdienen. Die eerste goeie opdracht in de wacht slepen, is het lastigste. Ik was niet meteen gelanceerd dus ik werkte na mijn studies een tijdje als office manager. Via bureaus raak je iets makkelijker aan opdrachten, maar ook daar bestaat een hiërarchie. Sommige collega’s bouwen na verloop van tijd een rechtstreekse klantenportfolio op. Ikzelf werk meestal voor bureaus en af en toe in onderaanneming voor collega’s.”

Stressbestendig zijn

Ruth tolkt Frans en Engels naar Nederlands. Wat moet je daar - naast een perfecte taalbeheersing - nog voor kunnen? “Je concentreren, snel denken en stressbestendig zijn. De mensen in de zaal gaan dóór, of je nu mee bent of niet. In dat geval zoek je een snelle oplossing om je verhaal coherent te houden. Praktijkervaring helpt enorm. Een typische beginnersfout is de spreker letterlijk willen volgen, maar zo rij je jezelf vast. Nederlandse zinnen kunnen nogal uitwaaieren. Als je te dicht op de spreker zit, kom je niet tot de essentie in een plausibel verhaal. Opvallend is wel dat de Noord-Nederlandse uitspraak vaak nog de norm is.”

Interpreteren

Wordt het lastig, dan moet je juist interpreteren wat de spreker zegt. “In het Engels of Frans heet mijn job niet toevallig ook ‘interpreter’ of ‘interprête’. Je tolkt nooit constant exact wat er verteld wordt. Zowat 80 procent vertaal je letterlijk. Sommige mensen zijn makkelijker te volgen dan andere. Bij opsommingen haal je de hoofdlijnen eruit. Eerst luisteren, niet hersenloos meespreken is altijd de basis. Tegelijk moet je wel mooi kunnen formuleren. Tegelijk meelezen op je documenten, vergt ook oefening. Dat kan je allemaal trainen met de Speech Repository, een online tool waarmee je je reactiesnelheid en formulering verbetert.”

Snel schakelen

Waar ik zoal werk? Conferenties, vakbondsvergaderingen, bedrijfs- en ondernemingsraden … in België zijn er veel tweetalige bedrijven, maar ik werk ook voor internationale corporates. Belgische ondernemingsraden en vakbondsvergaderingen verlopen vaak tweetalig Nederlands-Frans, maar bij Europese ondernemingsraden komen ook pakweg Pools, Portugees of Fins kijken. Vaak wordt er naar het Frans getolkt en pas via een tweede tolk naar het Nederlands. Dan heb je als tolk Frans - Nederlands natuurlijk een extra grote verantwoordelijkheid om te zorgen dat iedereen méé is het verhaal.”

Flexibel denken

Een typische tolksessie duurt 20 à 30 minuten. Meestal gaat die live door, al neemt het belang van videotolken toe. “Je bent altijd met zijn tweeën, dus je wisselt af in blokjes. Vaak draai je volledige werkdagen. 9 tot 16 uur is typisch, maar een vakbondsvergadering waar het hard tegen hard gaat, kan uitlopen tot middernacht. Ik vind het heel interessant om bij bedrijven te komen, te weten hoe de interne keuken eruit ziet. Politiek vind ik ook boeiend. Op de eerste rij zitten, beïnvloedt je beeld over hoe één en ander werkt. Bedrijfsresultaten tolken is pittig, zoals jaarcijfers overlopen met een ondernemingsraad en vakbonden. Beginnen mensen door elkaar heen te roepen, dan neem je het voortouw en probeer je in te grijpen. Vergeet er iemand zijn micro open te zetten, dan kom je even tussen. Discretie is altijd wel de bottomline. We zijn géén klokkenluiders: dan ben je voor altijd verbrand. Alles blijft binnenskamers.”

Graag praten

“Je komt in verschillende situaties terecht en leert heel wat mensen kennen. Graag praten helpt (lacht) en je doet nooit twee dagen na elkaar hetzelfde. Los van het onderwerp – economisch, sociaal – gaat tolken eigenlijk altijd over mensen. En dan zijn verrassende of grappige situaties nooit veraf: discussies over het verschil van de prijs van de snacks tussen een vestiging en de hoofdzetel, bijvoorbeeld. Het ene bedrijf heeft meestal een totaal verschillende bedrijfscultuur dan het andere. Maar verder? Ik zou tolken voor de Europese Commissie wel zien zitten. Met mijn bagage maak ik zeker een kans.”

(Wieland De Hoon) - Meer info: www.proscription.be

2 augustus 2019
Anderen bekeken ook