Cupcake
‘Hallo,’ zei ik, ‘ik ben San Yezerskiy. Wij kennen elkaar nog van die barbecue in mijn hoofd.’
Een vaste waarde is hij immers, tussen werkvolk dat veelal eerst in andere firma's heeft vertoefd en dus altijd enigszins bezoedeld is, nooit het toppunt van loyaliteit kan zijn, zoals hij, Gust Bellens.
In de supermarkt betrapt hij jonge collega's wel eens op een kar vol producten verdeeld door de concurrentie, terwijl er artikelen te koop zijn verspreid door Alpha Store, hun broodheer. Hij knipoogt dan slechts vergevingsgezind, omdat hij zich hun vriendelijkheid van op kantoor herinnert. Want porren zij, nieuwelingen, hem niet aardig, doch kordaat, in de zij als hij een zoveelste uiltje aan het knappen is achter zijn bureau?
Glimlachen zij niet geamuseerd als hij hun vertelt dat hij zo vergroeid is met het bedrijf, dat zelfs zijn lichaam mee is uitgebreid met het gebouw, de vetkwab rond zijn buik en rug pas zijn ontstaan na het optrekken van de zijvleugel en bovenbouw? Beide partijen doen hun best om de generatiekloof te overbruggen, dat moet gezegd.
Ontroerd is hij zelfs, als die jongelingen hem zonder morren helpen met verhuizen, zodra er weer eens wordt beslist om hem onder te brengen in een ander, kleiner lokaal. Een trage reis door het gebouw heeft het management voor hem uitgestippeld, zoveel is duidelijk. Allicht willen zij dat hij alle vertrekken nog eens goed in zich kan opnemen op het einde van zijn carrière. Een overduidelijke ode aan zijn trouw en nostalgie is het. En het verlies aan werkruimte waarmee zijn odyssee door de firma gepaard gaat, neemt Gust er dan ook graag bij.
Alleen het gefluister dat hij sinds enige weken hoort, stoort hem enigszins. Het lijkt wel alsof zijn collega's in het voorbijgaan een getal tegen hem mompelen. Een reeks bevreemdende cijfers.
Pas als hij uiteindelijk in de oude liftschacht blijkt ondergebracht, begrijpt hij dat de verhuizingen kleinerend zijn bedoeld. Met een schok beseft hij eveneens welk getal ze precies fluisteren. ‘Tweehonderdzestienduizend’, het bedrag van zijn geschatte ontslagvergoeding, om hem duidelijk te maken dat hij enkel en alleen nog in dienst is omdat het te duur is om hem te ontslaan.
Gekrenkt als nooit tevoren, schrijft Gust na sluitingstijd ‘216.000’ op bureaus, deuren, vloeren, gevels, met verf, stift en alle mogelijke smurrie uit het magazijn. Het getal van zijn ultieme vernedering. Heel het complex bekladt hij ermee, behalve de oude liftschacht, waarin hij zich uitgeput tegen de wand laat zakken en omhoog staart. Een huig lijkt de losgeschoten kabel boven hem wel, alsof hij in de keel van het gebouw is beland. Met hem als brok onderin, als kriebel, als enige uit te hoesten irritatie.
(rl)
6 april 2012Een vaste waarde is hij immers, tussen werkvolk dat veelal eerst in andere firma's heeft vertoefd en dus altijd enigszins bezoedeld is, nooit het toppunt van loyaliteit kan zijn, zoals hij, Gust Bellens.
In de supermarkt betrapt hij jonge collega's wel eens op een kar vol producten verdeeld door de concurrentie, terwijl er artikelen te koop zijn verspreid door Alpha Store, hun broodheer. Hij knipoogt dan slechts vergevingsgezind, omdat hij zich hun vriendelijkheid van op kantoor herinnert. Want porren zij, nieuwelingen, hem niet aardig, doch kordaat, in de zij als hij een zoveelste uiltje aan het knappen is achter zijn bureau?
Glimlachen zij niet geamuseerd als hij hun vertelt dat hij zo vergroeid is met het bedrijf, dat zelfs zijn lichaam mee is uitgebreid met het gebouw, de vetkwab rond zijn buik en rug pas zijn ontstaan na het optrekken van de zijvleugel en bovenbouw? Beide partijen doen hun best om de generatiekloof te overbruggen, dat moet gezegd.
Ontroerd is hij zelfs, als die jongelingen hem zonder morren helpen met verhuizen, zodra er weer eens wordt beslist om hem onder te brengen in een ander, kleiner lokaal. Een trage reis door het gebouw heeft het management voor hem uitgestippeld, zoveel is duidelijk. Allicht willen zij dat hij alle vertrekken nog eens goed in zich kan opnemen op het einde van zijn carrière. Een overduidelijke ode aan zijn trouw en nostalgie is het. En het verlies aan werkruimte waarmee zijn odyssee door de firma gepaard gaat, neemt Gust er dan ook graag bij.
Alleen het gefluister dat hij sinds enige weken hoort, stoort hem enigszins. Het lijkt wel alsof zijn collega's in het voorbijgaan een getal tegen hem mompelen. Een reeks bevreemdende cijfers.
Pas als hij uiteindelijk in de oude liftschacht blijkt ondergebracht, begrijpt hij dat de verhuizingen kleinerend zijn bedoeld. Met een schok beseft hij eveneens welk getal ze precies fluisteren. ‘Tweehonderdzestienduizend’, het bedrag van zijn geschatte ontslagvergoeding, om hem duidelijk te maken dat hij enkel en alleen nog in dienst is omdat het te duur is om hem te ontslaan.
Gekrenkt als nooit tevoren, schrijft Gust na sluitingstijd ‘216.000’ op bureaus, deuren, vloeren, gevels, met verf, stift en alle mogelijke smurrie uit het magazijn. Het getal van zijn ultieme vernedering. Heel het complex bekladt hij ermee, behalve de oude liftschacht, waarin hij zich uitgeput tegen de wand laat zakken en omhoog staart. Een huig lijkt de losgeschoten kabel boven hem wel, alsof hij in de keel van het gebouw is beland. Met hem als brok onderin, als kriebel, als enige uit te hoesten irritatie.
(rl)
6 april 2012Meer dan 440.000 Jobat gebruikers zijn wekelijks op de hoogte
‘Hallo,’ zei ik, ‘ik ben San Yezerskiy. Wij kennen elkaar nog van die barbecue in mijn hoofd.’
De schoolpsycholoog vroeg me wat ik later wilde worden. Voor het antwoord ‘Geen flauw idee’ was ik nog te netjes opgevoed.' Thomas Blondeau vertelt ...
Thomas Blondeau heeft het in zijn Jobat column deze week over 'roddelroem'. Lees je mee?
Drie kwart van de werknemers haalt wel eens een grap uit op de werkvloer. Vooral nieuwe en vrouwelijke werknemers zijn het doelwit van kantoorhumor.
Jonge werknemers hebben meer vertrouwen in de Belgische economie dan hun oudere collega's. Dat blijkt uit de Jobat Employment Monitor.
Communicatieadviseurs hebben beslist dat elke uitspraak van een politicus die nog maar op een mening lijkt, moet worden voorafgegaan door de woorden ‘ik stel alleen maar vast’…
Weet u, meneer Sluys, soms droomt mijn man van pure stress dat uw bedrijf zo groot is dat het het godganse aardoppervlak beslaat ...
Paradijsvogels zijn de ingenieurs en ICT-experts die in een organisatie het verschil maken. Zij verdienen een speciale aanpak van hun leidinggevende.
Iedereen maakt wel eens een fout, waardoor het nodig is om zich te excuseren. De beste manier is om dat in persoon te doen, maar wat als dat geen optie is?
Meer dan 440.000 Jobat gebruikers zijn wekelijks op de hoogte
Thomas Blondeau heeft het in zijn Jobat column deze week over 'roddelroem'. Lees je mee?
Weet u, meneer Sluys, soms droomt mijn man van pure stress dat uw bedrijf zo groot is dat het het godganse aardoppervlak beslaat ...
Drie kwart van de werknemers haalt wel eens een grap uit op de werkvloer. Vooral nieuwe en vrouwelijke werknemers zijn het doelwit van kantoorhumor.
Communicatieadviseurs hebben beslist dat elke uitspraak van een politicus die nog maar op een mening lijkt, moet worden voorafgegaan door de woorden ‘ik stel alleen maar vast’…
De schoolpsycholoog vroeg me wat ik later wilde worden. Voor het antwoord ‘Geen flauw idee’ was ik nog te netjes opgevoed.' Thomas Blondeau vertelt ...
‘Hallo,’ zei ik, ‘ik ben San Yezerskiy. Wij kennen elkaar nog van die barbecue in mijn hoofd.’
Jonge werknemers hebben meer vertrouwen in de Belgische economie dan hun oudere collega's. Dat blijkt uit de Jobat Employment Monitor.
Goed begonnen is half gewonnen! Wie z’n kind later een goede job toewenst, laat het nu vooral vrij spelen. En wel daarom...
Je kan binnen je job bepaalde taken volbrengen. Maar de manier waarop, de soft skills dus, is daarbij cruciaal. Dit zijn de meest gevraagde...