Starters
Vorige

1 van 193

Volgende
Volgend artikel:

Meer dan 100 STEMfluencers komen les geven

BSO-diploma geeft voorsprong op arbeidsmarkt

Bedrijfsstages zorgen voor een vlotte overgang van beroepsonderwijs naar werk.
Wie het middelbaar onderwijs verlaat met een BSO-diploma op zak, heeft meer kans om snel een job te vinden dan schoolverlaters met een ander diploma. Dat blijkt uit onderzoek van het Leuvense Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen.
Bedrijfsstages zorgen voor een vlotte overgang van beroepsonderwijs naar werk.

De Leuvense onderzoekers vergeleken de kans op tewerkstelling bij de intrede op de arbeidsmarkt in verschillende Europese landen. Een beroepsgerichte opleiding garandeert een relatief veilige overgang van school naar werk. Afgestudeerden met zo'n diploma hebben meer kans om snel een job te vinden, niet alleen in vergelijking met wie zonder diploma op de arbeidsmarkt komt, maar zelfs in vergelijking met andere richtingen in het secundair onderwijs en met hoger onderwijs. Met een diploma beroepsonderwijs heb je met andere woorden een voetje voor aan de start van een loopbaan.

Voet tussen de deur

Binnen het BSO zelf zijn er nog wel grote verschillen, zegt Jeroen Lavrijsen van het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen. "Onze studie is een internationale vergelijking waarbij we grove opdelingen moesten gebruiken. In Vlaanderen heeft de VDAB veel fijnere cijfers per studierichting. Daaruit blijkt dat schoolverlaters uit BSO-richtingen over het algemeen heel snel aan het werk geraken, maar dat geldt niet voor elke BSO-richting."

In landen zoals Duitsland met een traditie van bedrijfsstages gaat de overgang van beroepsonderwijs naar werk het vlotst. "Sommige zaken leer je beter op de werkvloer dan op schoolbanken. Door stages leren jongeren vaardigheden die beter aansluiten bij wat werkgevers verwachten. Bovendien worden mensen vaak aangeworven in het bedrijf waar ze stage deden; ze hebben daar al een voet tussen de deur."

Opwaardering

Op termijn verminderen deze voordelen van beroepsonderwijs wel. Een vergelijking van tewerkstelling tot de leeftijd van zestig jaar toont het omgekeerde beeld: wie een ASO-diploma heeft, blijft langer aan het werk dan wie een beroepsgerichte opleiding volgde. Een mogelijke verklaring is dat een BSO-opleiding in Vlaanderen erg specifiek wordt ingevuld, ten nadele van algemene vaardigheden. "Dat leidt ertoe dat profielen minder inzetbaar worden als er bijvoorbeeld nieuwe technologie wordt ingezet en mensen zich moeten bijscholen", zegt Lavrijsen.

Als alternatief verwijst hij naar het Scandinavische systeem, waar leerlingen pas op hun zestiende kiezen tussen algemeen en beroepsonderwijs. Daardoor bouwen de opleidingen voort op een veel bredere gemeenschappelijke basis. De grenzen tussen de systemen zijn er ook minder strikt: leerlingen uit het beroepsonderwijs kunnen modules uit het algemeen onderwijs kiezen.

Lavrijsen pleit ook voor een opwaardering van het BSO, dat nu nog vaak gezien wordt als de onderkant van een watervalsysteem voor wie in het ASO niet 'meekan'. "Een richting als humane wetenschappen in het ASO biedt geen goed perspectief op doorstroming naar het hoger onderwijs – de slaagkansen liggen laag. En omdat je er geen echt vak hebt geleerd, zijn je kansen op de arbeidsmarkt lager dan die van iemand uit het beroepsonderwijs."

(wv) 

19 januari 2015
Anderen bekeken ook