Als bouweigenaar of professional in de bouw- of vastgoedsector, krijg je regelmatig te maken met vocht- en condensatieproblemen. Hoe ga je daar mee om?

Het herkennen van het probleem, het bepalen van de oorzaak en de analyse van de oplossing, vormen vrijwel altijd een stevig vraagstuk.

Hoe pak je vochtproblematiek in gebouwen doeltreffend aan? In deze opleiding leert een ervaren professional je hoe je een juiste diagnose kan stellen om het vocht- of condensatieprobleem bij de wortel aan te pakken. 

Op één intensieve lesdag, leer je het nodige over deze onderwerpen:

• Bouwfysica: hoe gedraagt vocht zich in een constructie?
• Waarom 19 van de 20 vochtanalyses totaal foutief zijn? Wat is het belang van een goede analyse?
• Waarom "opstijgend vocht" nooit een oorzaak is.
• Wat zijn mythes, wat zijn waarheden over gebouwvocht?
• Verzekeringstechnisch: is het jouw fout of de fout van derden?
• Waarom bewonersgedrag nooit een oorzaak is.
• Wat zijn de zichtbare symptomen van vocht?
• Waarom 90% van de lekkende kelders niet lekken.
• Waarom verborgen vochtoorzaken 30% op je verwarming kosten.
• Welke meetmethoden zijn er om vochtproblemen te analyseren?
• Wat zijn goede oplossingen?
• Vocht en energie
  

De lesdag is ingedeeld in 4 onderdelen:

• Kleine bouwfysica, normen, vaststellingen, verbanden leggen (2u)
• Dampdruk en dampspanning, vocht na isolatie, spouwmuurcondensatie (1u)
• Oplossingen binnen en buiten, meetmethoden (1u)
• Cases, advies, juridische implicaties, bespreking van de eigen cases (1u30)
• Verschillende inspraakmomenten voor vragen en antwoorden (0u30)

De opleiding zal digitaal doorgaan. 

Met een video en audioconnectie kom je samen met de andere deelnemers in contact met de docent. De les is duidelijk en interactief zoals gewoonlijk. Het boek wordt op voorhand per post bezorgd. Zorg ervoor dat je een computer met stabiele internetverbinding ter beschikking hebt, zodat je de opleiding goed kan volgen. 

Deze opleiding richt zich tot professionals uit de vastgoed- en bouwsector (aannemers, architecten, deskundigen, bouweigenaars, syndici, …) en tot diensthoofden en medewerkers van besturen, zorginstellingen, culturele instellingen, sociale huisvesting, non-profitorganisaties en verantwoordelijken voor het gebouwenpatrimonium.