Introductie relationele databanken: begrippen, werking en opbouw:
- Tabellen
- Soorten relaties
- Introductie: primairy key, foreign Key
Basis commando’s en éénvoudige queries maken (SQL Syntax):
- commando’s: SELECT FROM WHERE, ….
- Operatoren: NOT, AND, OR, …
- Gebruik van NULL-waarden
- Weergave van query resultaten: ORDER BY, DISTINCT … AS
- Statische functies: AVG, SUM, MIN, MAX, COUNT
- Het gebruik van BUILT-IN Functies
- Gebruik van GROUP BY
Complexere (meerdere tabellen) queries:
- JOIN functies:
- Doel van een JOIN functie
- Soorten: INNER JOIN, OUTER JOIN, CROSS JOIN
- UNION functie:
- Doel van een UNION functie
- SUBSELECTS binnen één query
- Operatoren ANY en ALL
- Operator IN een SUBSELECT
Bewerkingen op tabellen:
- Wijzigen inhoud van tabellen: INSERT, DELETE, UPDATE
- Creëren van een tabel: CREATE TABLE
- Wijzigen van een tabelstructuur: ALTER TABLE
- Verwijderen van een volledige tabel: DROP TABLE
Werken met 'constraints':
- Wat is een constraint, waarom en wanneer best gebruiken?
- Veel gebruikte contraints:
- NULL en NOT NULL
- UNIQUE
- PRIMARY KEY, FOREIGN KEY
- CHECK, DEFAULT, INDEX
Toekennen van toegangsrechten, server en database rollen
Virtuele tabellen opmaken en VIEWS