Verschillende van onze modules zijn opgebouwd uit een mix van praktijk, theorie, campusleren, e-content via interactieve leerpaden en stage op de werkplek. Meer info over de verschillende methodieken binnen een bepaalde module, kan je hieronder terugvinden.
1ste JAAR GESPECIALISEERD VOETVERZORGER
MODULE 1: ALGEMENE ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
27u e-leren met 14u begeleiding (theorie)
- Inleiding tot het menselijk lichaam: Oriëntatie en anatomische begrippen, stofwisseling en complexiteitsniveaus.
- Hart- en bloedvatenstelsel: Algemene bouw.
- Lymfestelsel: Algemene bouw.
- Ademhalingsstelsel: Algemene bouw.
- Zenuwstelsel: Algemene bouw.
- Spijsverteringsstelsel: Voeding en algemene bouw.
- Huid en haar: Algemene bouw
- Bewegingsstelsel algemeen: Beenderen, gewrichten en spieren van het lichaam.
MODULE 2: ELEMENTAIRE VOETVERZORGINGSTECHNIEKEN
48u campusleren (theorie en praktijk)
- Materiaalkennis: Basisinstrumenten en producten voor voetverzorging benoemen en onderhouden.
- Hygiëne & ergonomie: Reiniging, desinfectie, sterilisatie en ergonomisch werken.
- Communicatie & verzorgingsplan: Contact met de zorgvrager, screening uitvoeren, pathologieën herkennen, verzorgingsplan opstellen.
- Manuele voetverzorging: Nagels knippen, vijlen, eelt raspen, wondverbanden aanbrengen.
- Voetmassage: Massagetechnieken toepassen, anatomie van de onderste ledematen begrijpen, massageproducten kiezen.
MODULE 3: BIJZONDERE VOETVERZORGINGSTECHNIEKEN
28u campusleren (theorie en praktijk)
- Materiaalkennis: Verbandmateriaal, freestoestellen, en hulpmiddelen voor voetverzorging herkennen en gebruiken.
- Hygiëne & EHBO: Wondverzorg, verbanden aanbrengen, bloedstelpende en wondhelende middelen toepassen, eerste hulp bij snijwonden, blaren, en kloven.
- Bijzondere voetverzorgingstechnieken: Eelt en likdoorns verwijderen, verdikte nagels verdunnen, freestechnieken toepassen en snijtechnieken aanleren.
MODULE 4: HUIDAANDOENINGEN EN BEHANDELMETHODEN
48u campusleren (theorie en praktijk)
- Anatomie en functies van de huid: Kennis van structuur, functie en verhoorningsproces.
- Herkennen en verzorgen van huidaandoeningen: Eelt, likdoorn, blaren, infecties (virussen, schimmels, bacteriën), eczeem, psoriasis, enz.
- Verzorgingstechnieken: Anti-drukverbanden en pakkingen aanbrengen voor comfort en wondgenezing.
- Keuze tussen voetzorg of doorverwijzing: Weten wanneer doorverwijzing naar een dermatoloog of arts nodig is.
MODULE 5: NAGELAANDOENINGEN EN BEHANDELMETHODEN
48u campusleren (theorie en praktijk)
- Anatomie en functies van de nagel: Kennis van structuur, functie en verhoorningsproces.
- Herkennen en verzorgen van nagelaandoeningen: Ingroeinagels, lepeltjesnagels, schimmelnagels, nagelwalontsteking, etz.
- Verzorgingstechnieken: Tamponnages en anti-drukverbanden ter voorkoming van recidief.
- Keuze tussen zelfzorg of doorverwijzing: Weten wanneer doorverwijzing naar een podoloog of arts nodig is.
MODULE 6: PRAKTIJKSESSIES BASIS
32u op locatie (praktijk)
- Werken in een zorgcontext: Inleidingsles zorgcontexten en omgaan met bepaalde doelgroepen (mensen met beperking, dementie, ...)
- Voetverzorging in zorgcontext: Voetverzorging op locatie.
MODULE 7: VERKENNING VAN HET WERKVELD
12u individuele kijkstage (werkplekleren)
- Werkveld voetverzorger: 4u kijkstage bij gespecialiseerd voetverzorger en rapportage.
- Werkveld zorgverlener: 4u kijkstage bij zorgverlener (in kader van interdisciplinair samenwerken) en rapportage.
- Professionalisering: 4u volgen van (studenten)congres, bijscholing, lezing, ... en rapportage.
2de JAAR GESPECIALISEERD VOETVERZORGER
MODULE 8: INTERDISCIPLINAIRE VOETVERZORGING EN RISICOVOETEN
48u campusleren (theorie)
- Communicatie en interdisciplinair werken: Weten hoe je documenten voor doorverwijzing opstelt en welke zorgverleners betrokken zijn (huisarts, podoloog, etc.).
- Schoenkennis: Herkennen van goede en slechte schoenen, het kiezen van de juiste pasvorm en zolen, en advies geven over schoenkeuze.
- Geriatrische voet en verwaarloosde voet: Herkennen van pathologieën bij oudere voeten, omgaan met de doelgroep, pijnbestrijding en valpreventie.
- Vaataandoeningen: Basiskennis van bloedsomloop- en lymfestelsel aandoeningen, vasculopathie screenen en doorverwijzen.
- Neurologische voet: Herkennen van gevolgen van neurologische aandoeningen (MS, Parkinson, etc.) voor de voetverzorging en risicovoet screening.
- Diabetische voet: Herkennen van risicovoeten bij diabetes, neuropathie, wonden en samenwerking met andere disciplines.
- Reumatische voet: Herkennen van reumatische aandoeningen en de gevolgen voor de voetverzorging, risicovoet screening en samenwerking met andere zorgprofessionals.
- Oncologische voet: Herkennen van voetproblemen bij kankerpatiënten, zoals oedeem en huidveranderingen door behandelingen, en risicovoet screening.
MODULE 9: ORTHOPLASTIE
48u campusleren (theorie en praktijk)
- Orthopedie: Herkennen van orthopedische voet- en teenafwijkingen (zoals hallux valgus, hielspoor, hamertenen).
- Verband- en orthoplastietechnieken: Maken van protectors, orthesen en siliconen bij orthopedische aandoeningen. Het maken van teenspreiders en siliconenverbanden voor specifieke voetproblemen en het weten wanneer en waarom ze toegepast worden.
MODULE 10: NAGELREGULATIE
48u campusleren (theorie en praktijk)
- Onychoplastie: Toepassen van verschillende technieken voor kunstnagels (acryl, gel, composiet, acrygel, sculpture gel) met aandacht voor het therapeutisch belang.
- Tamponnages: Kennen en toepassen van diverse tamponnagetechnieken, zoals Copoline, Gutta-percha en Sulci-injector.
- Orthonyxie: Werking en toepassing van beugels (kleefbeugels, gecombineerde beugels, beugels met haakjes, composietbeugels) voor verschillende nagelaandoeningen. De technieken worden op werkstukken en cliënten toegepast.
MODULE 11: PRAKTIJKSESSIES GEVORDERD
28u op locatie (praktijk)
- Voetverzorging in zorgcontext: Voetverzorging op locatie.
MODULE 12: EINDWERKBEGELEIDING
8u campusleren (begeleiding)
- Begeleiding eindwerk: Klassikale en individuele feedback en begeleiding bij het uitwerken van jouw eindwerk.
MODULE 13: EINDPROEF GESPECIALISEERD VOETVERZORGING
Presenteren eindwerk
- Casuïstieken: Casusopvolging
- Paper: Uitwerken onderwerp