Werken in de horeca: 4 fenomenen

“De komst van de ‘witte kassa’ kan het personeelsbeleid helpen stroomlijnen.” (Yves De Sloovere, Statutair Secretaris Horeca Vlaanderen)
De horecasector kan je met geen enkele andere sector vergelijken. “Overuren en onregelmatige werktijden zijn al jaren de achilleshiel”, vertelt Yves De Sloovere, voorzitter Horeca Halle-Vilvoorde. De sector staat onder druk, al zijn er ook mogelijkheden en kansen.
“De komst van de ‘witte kassa’ kan het personeelsbeleid helpen stroomlijnen.” (Yves De Sloovere, Statutair Secretaris Horeca Vlaanderen)

Bijna één op vijf ondernemingen die in België over kop gaat, is een café of een restaurant. “Toch bewijzen de cijfers dat de Belgische horeca nog een toekomst heeft”, vindt Yves De Sloovere, die naast voorzitter Horeca Halle-Vilvoorde ook Statutair Secretaris Horeca Vlaanderen is. In 2015 bedroeg het totale inkomen van de sector 14,1 miljard euro, dat is 1,2 miljard meer dan een jaar voordien. De bestedingen vinden vooral plaats in steden, horecazaken in kleinere gemeenten hebben het moeilijker.”

Fenomeen 1: Generatie Z

Anno 2016 moet een horeca-uitbater, los van de economische bedrijfsvoering, over heel wat competenties beschikken. Ondernemers met te weinig skills zullen, volgens hem, uit de boot vallen.

“Nieuwe, jonge ondernemers hebben dit begrepen, ze komen zich eerst informeren vooraleer een zaak op te starten. Op die manier zullen ze ook beter kunnen inspelen op de wensen van de huidige generatie jongeren met een digitale achtergrond. Deze zogenaamde Generatie Z stelt de horeca voor compleet nieuwe uitdagingen. Wanneer jongeren iets willen gaan eten, dan zoeken ze online naar een eetgelegenheid. Herkenbaarheid en zichtbaarheid in zoekmachines worden alsmaar belangrijker. Horeca-uitbaters moeten mee zijn in het digitale verhaal.”

Fenomeen 2: Diverse opleiding, van recht tot muziek

Een horeca-uitbater is tegelijkertijd een food- en peoplemanager. “Een grote groep horecaondernemers volgt op regelmatige basis bijscholingen en zorgt ook voor opleidingen voor de medewerkers”, stelt De Sloovere.

Horeca Vorming Vlaanderen biedt een alsmaar ruimer pakket horeca gerelateerde opleidingen aan. Deze opleidingen zijn gratis voor werkgevers en werknemers uit Paritair Comité 302. In de provincie Vlaams-Brabant vinden ze onder meer plaats in Asse, Aarschot en Leuven. De thema’s zijn praktijkgericht en divers: van arbeidsrecht voor horeca, tips & tricks om een zaak te verbeteren, elektronisch betaalverkeer, tot klantenbinding in de horeca.

In de opleiding ‘het belang van achtergrondmuziek in de horeca’ wordt bijvoorbeeld dieper ingegaan op muziek. “Klassieke muziek zou mensen bijvoorbeeld duurdere gerechten doen bestellen. Toch is amper 5% van alle klassieke muziek geschikt, en daar horen de ‘Vier Seizoenen’ van Vivaldi bijvoorbeeld niet bij”, zo luidt het. In zo’n cursus wordt uitgelegd waarom muziek in een horecazaak belangrijker is dan ooit.

Fenomeen 3: Witte kassa

De komst van de ‘witte kassa’, sinds 2015 ingevoerd, kan een hefboom betekenen om het personeelsbeleid beter te stroomlijnen, maar de sector vraagt verdere tegemoetkomingen van de overheid, stelt Yves De Sloovere. “Horecamedewerkers die gebruik maken van de witte kassa moeten met hun rijksregisternummer ingelogd zijn in de kassa met start en einde van de werkuren. Mensen die in de keuken werken, moeten herkenbaar zijn volgens onder andere hun loonstaten.”

Als compensatie voor de invoering van de witte kassa heeft de overheid enkele voordelen voor de horeca ingevoerd. “Voor voltijds personeel geldt een kwartaal RSZ-vermindering: 800 euro voor medewerkers jonger dan 25 jaar en 500 euro voor medewerkers ouder dan 25 jaar. Omdat heel wat horecazaken een beperkt aantal voltijdse medewerkers in dienst hebben, genieten ze in feite slechts gedeeltelijk van deze voordeelmaatregel. Toch liggen er ook kansen: door van deeltijdse contracten voltijdse betrekkingen te maken kunnen horeca-uitbaters maximaal genieten van de RSZ-vermindering.”

Fenomeen 4: Flexijobs

Een andere compenserende maatregel voor de witte kassa is de mogelijkheid om gebruik te maken van flexijobs. “Voor de werknemer is dit een prima zaak, het brutoloon is gelijk aan het nettoloon”, vindt De Sloovere. Maar voor werkgevers ligt dat anders. “De overheid had de belofte gedaan dat de horecasector 25% aan RSZ-kosten bovenop het loon zou bijdragen om een flexijob mogelijk te maken. Nu blijkt dat we 45% moeten bijdragen. Op die manier wordt de horecasector niet beloond, maar gestraft.”

(bv/wv)

17 maart 2016
Anderen bekeken ook