Bert Van Meensel werkt als ingenieur op de technische dienst bij UZ Leuven, een afdeling met ongeveer 250 medewerkers. De dienst telt zo’n 35 à 40 collega’s met een ingenieursdiploma. Hij beheert de gebouwen en de infrastructuur, maar staat ook in voor nieuwe projecten, zoals renovatie en nieuwbouw. “Ikzelf werk voor de zogenaamde droge technieken. Denk aan elektriciteit, databekabeling, toegangscontrole en branddetectie”, vertelt Bert. “En ja: er zijn ook collega’s die instaan voor natte technieken, zoals watervoorziening en luchtventilatie.”
Door de aard van zijn job zit Bert vaak op de grens tussen wat een IT-afdeling doet en waar de eigen technische dienst voor instaat. Netwerkbekabeling staat hierbij centraal. “Bijna alle toepassingen, van camerabewaking tot software, zijn vandaag aangesloten op één groot netwerk. Vroeger stonden die meer op zichzelf”, vertelt hij. “De kwaliteit en betrouwbaarheid van dat netwerk is dus van cruciaal belang binnen ons ziekenhuis. Het gebruik ervan gaat heel ver. Denk bijvoorbeeld aan de livebeelden die een chirurg deelt tijdens een operatie.”
En dus is een ziekenhuis een omgeving waar alles met elkaar verbonden is. “Gebruikers worden kritischer. Ze willen snel de nodige data en toepassingen beschikbaar zien. Wij moeten ervoor zorgen dat de netwerkvoorziening van goede kwaliteit is, duurzaam en goed te onderhouden”, vertelt hij. Uiteraard is er door al die verbondenheid een grotere afhankelijkheid. “We hebben nog altijd uitgebreide back-upprocedures, zodat we kunnen functioneren op de klassieke manier, zonder netwerktoegang. Die bestaan en functioneren nog steeds, maar tegelijk stel ik vast dat het moeilijker en lastiger wordt zonder die verbondenheid van dat netwerk.”
Een doorsnee ingenieur met iets of wat specialisatie, kan vandaag op veel plekken terecht. “Als ik dat hoor van mijn oud-medestudenten, dan zijn die vandaag zowat alle kanten uitgetrokken. Je vindt ingenieurs overal”, beaamt Bert. “Industrie en R&D zijn de domeinen die voor ingenieurs vaak naar voren worden geschoven. Maar eigenlijk gaat het veel breder.”
Zelf had hij ook niet meteen gedacht om als ingenieur in een ziekenhuis aan de slag te gaan. “Voorheen werkte ik als testingenieur bij Option, dat zich specialiseert in draadloze technologie. Ik deed er manufacturing tests, van prototyping tot massaproductie”, vertelt hij. “Maar via een headhuntersbureau kwam ik toevallig bij het ziekenhuis terecht. Ik had me altijd voorgenomen om dicht bij huis te werken. Vandaag woon ik op vier kilometer van mijn werk.”
Mede door het toenemende belang van netwerktechnologie voor het ziekenhuis, kreeg Bert er onlangs een nieuwe collega bij, die net is gestart. “Hij zit twee stoelen van mij en neemt deels mijn takenpakket over. Zijn vrouw en de mijne zijn schoolpoortvriendinnen, zoals dat heet. Zo kwam de openstaande job ter sprake”, klinkt het. Of hoe je als ingenieur dus niet elke dag met je wagen naar de hoofdstad moet trekken. “Mijn belangrijkste vervoermiddel is mijn elektrische bakfiets”, vertelt Bert. “Als ingenieur is het vandaag best mogelijk om dicht bij huis te werken.”
Ingenieursvereniging ie-net deed onlangs een rondvraag bij haar leden. Hieruit bleek dat de meeste ingenieurs voor grotere organisaties gaan werken. Ongeveer twee op drie ingenieurs komt terecht in een bedrijf met meer dan 250 werknemers. Ook al is België een kmo-land, toch werkt slechts 19 procent van de ingenieurs in een bedrijf met minder dan 50 werknemers. Chemie, farma, bouw en metaal blijken de favoriete sectoren.
(wv) - Bron: ie-net
13 maart 2018Het tijdperk van de industrie 4.0 vergt nieuwe competenties voor ingenieurs. “Ingenieurs zijn zich bewust van de verandering die hen te wachten staat.”
De doorsnee ingenieur verdient goed. Alleen zijn er wel onderliggende verschillen, zoals tussen opleiding en sector.
Goed nieuws voor de fietsers onder ons: sinds 1 mei 2023 heeft elke werknemer die naar het werk fietst recht op een belastingvrije fietsvergoeding!
Na een lange carrière in een ziekenhuis volgde verpleegkundige Mich vier jaar geleden haar hart naar de thuisverpleging. Bij het Wit-Gele Kruis van Antwerpen vond Mich het gevarieerde takenpakket waarvan ze droomde en het heel fijne contact met de patiënten dat ze miste.
Dé perfectionist bestaat niet. In werkelijkheid zijn er diverse types, met hun eigen kenmerken. Herken je jezelf?
Wie meer tijd op kantoor besteedt, wordt sneller bij zaken betrokken. Dat schept meer kansen om te stijgen op de carrièreladder...
Van hr tot communicatie: Eda en Tina startten met een startbaanovereenkomt bij de FOD Financiën
Brusselse werkgevers bieden leermogelijkheden, maar ook kansen om door te groeien, horizontaal en verticaal.
Meer dan de helft van de vacatures voor financiële functies is voor accounting. Daarmee staat de accountant op eenzame hoogte inzake gevraagde profielen.