Vrouw verdient nog steeds 10,2% minder dan mannelijke collega

Vrouwen verdienen in België per uur gemiddeld 10,2 procent minder dan mannen. De laatste vijf jaar werd de kloof niet kleiner. Maar we scoren wel beter dan onze buurlanden.
#

In de rangschikking van Europese landen scoort België vrij goed. Zelfs in Scandinavische landen zoals Zweden en Denemarken, die wereldwijde lof krijgen voor de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, is de loonkloof groter. De Europese Commissie kwam midden december naar buiten met een rapport over de loonkloof tussen mannen en vrouwen.

We scoren ook beter dan onze buurlanden Duitsland (22,2 procent), Nederland (17,9 procent) en Frankrijk (14,7 procent). Maar slechter dan Luxemburg (8,7 procent). In Europa is er tussen mannen en vrouwen gemiddeld een loonkloof van 16,2 procent. Dat is veel, maar het betekent wel een daling met 1,1 procent tegenover 6 jaar geleden.

Verkleint niet

In 5 jaar tijd is de loonkloof in België niet verkleind. In 2007 was de uurloonkloof in België 10,1 procent, in 2011 is dat lichtjes opgelopen tot 10,2 procent.

De Europese Commissie geeft België wel een eervolle vermelding omdat ons land acht jaar geleden als eerste lidstaat van de Europese Unie een Equal Pay Day invoerde en het parlement in 2012 een wet goedkeurde die bedrijven verplicht om de twee jaar de loonstructuur van zijn vrouwelijke en mannelijke werknemers te vergelijken en bij de vaststelling van een onevenwicht een actieplan uit te werken.

“Sinds 1957 staat in de wet dat mannen evenveel moeten verdienen als vrouwen. Maar vandaag omzeilen veel bedrijven die wetgeving door functies anders te benoemen. Een man kan bijvoorbeeld precies hetzelfde werk doen als zijn vrouwelijke collega, maar toch minder verdienen omdat hij officieel een onderhoudstechnicus is en zijn collega een schoonmaakster”, vertelt Vera Claes, voorzitter van het Instituut voor gelijkheid van mannen en vrouwen en de vrouw achter Equal Pay Day, een organisatie die pleit voor gelijkheid van lonen.

Federaal minister van Werk Monica De Coninck (sp.a) stelt in de Gazet van Antwerpen dat de regering de laatste jaren belangrijke maatregelen heeft genomen om de loonkloof te verkleinen. “De cijfers van de Europese Commissie dateren van 2011. Maar wij hebben in maart 2012 de nieuwe loonkloofwet goedgekeurd in het parlement. Het is nog te vroeg om het effect van die wet nu al te meten”, zegt De Coninck.

De loonkloofwet komt erop neer dat de werkgever in zijn sociale balans informatie voor mannelijke en vrouwelijke werknemers van zijn bedrijf moet opsplitsen. Die informatie moet aan de ondernemingsraad worden gegeven, zodat die kan controleren of mannen en vrouwen met hetzelfde werk hetzelfde loon krijgen. Maar volgens de christelijke vakbond ACV kunnen bedrijven die wet nog niet volop toepassen. “Het is nog steeds wachten op een uitvoeringsbesluit en een standaardformulier waarmee ondernemingen aan de slag kunnen”, zegt Jolien Pollet van het ACV.

Beter dan onze buurlanden

Maar in veel andere landen is de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog groter. In Europa is die gemiddeld 16,2 procent, met wel grote schommelingen: van minder dan 10procent in Slovenië, Polen, Italië en Luxemburg tot meer dan 20 procent in de UK, Slovakije, Tsjechië, Griekenland, Duitsland en Oostenrijk, naar zelfs meer dan 25 procent in Estland.

Grafiek loon mannen vs. vrouwen

Bron: Eurostat cijfers 2011, Grafiek: Gazet van Antwerpen 

2 verklaringen voor loonkloof

Het rapport van de Europese Commissie haalt 2 belangrijke verklaringen aan voor de loonkloof.

  • Sommige vrouwen worden voor dezelfde job minder betaald dan mannen. Maar nog vaker komt het voor dat vrouwen minder verdienen voor jobs die nochtans evenveel waard zijn (bv gelijkaardige vaardigheden, opleiding en ervaring). Wanneer een bepaalde job meestal door vrouwen wordt uitgevoerd (bv kassierster in supermarkten) worden deze slechter betaald dan typische mannenberoepen (de meer fysieke jobs).
  • De segregatie van de arbeidsmarkt is ook een belangrijke verklaring. Bepaalde beroepen en sectoren worden sterk gedomineerd door mannelijke of vrouwelijke werknemers. In de sectoren waar vooral vrouwen werken (bijvoorbeeld onderwijs, overheidsdiensten of de gezondheidssector), wordt het werk minder betaald dan de mannensectoren (bijvoorbeeld wetenschappelijke en technische jobs). Meer dan 40procent van de vrouwen werkt in het onderwijs, overheidsdiensten of de gezondheidssector. Dat is dubbel zoveel als het aandeel mannen in die sectoren. In de sociale sector en gezondheidssector alleen is 80procent van de werknemers een vrouw. Maar zelfs in dezelfde sector of bedrijf doen vrouwen jobs die minder betaald worden.

Enkele andere vaststellingen:

  • In landen waar de vrouwelijke tewerkstelling laag is (bv in Italië), is de loonkloof tussen mannen en vrouwen lager dan gemiddeld. Dit komt waarschijnlijk door het relatief lage aandeel laag- of niet geschoolde vrouwen op de arbeidsmarkt. Een grote loonkloof komt meestal voor waar er een sterke segregatie is op de arbeidsmarkt. Dit betekent dat er veel typische vrouwen- en mannenberoepen bestaan (bv in Tsjechië, Estland en Finland), of dat er veel vrouwen parttime werken (bv in Duistland en Oostenrijk).
  • Wie parttime werkt, krijgt dikwijls een lager uurloon dan wie voltijds werkt. In Europa werkt 32procent van de vrouwen parttime, tegenover 8procent van de mannen. Vrouwen hebben dus ook meer onderbrekingen in hun carrière dan mannen, en werken minder uren. Dit heeft een negatieve invloed op hun carrièreontwikkeling en promotiekansen, en dus ook op wat ze verdienen tijdens hun carrière.

“De echte loonkloof in België is zelfs geen 10,2 procent, maar 21 procent”, zegt Vera Claes, oprichtster van Equal Pay Day. “Die 21 procent komt van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. In die berekening vergelijken we niet de uurlonen, zoals de Europese Commissie doet, maar de maandlonen. En dan is de kloof groter, omdat vrouwen meer deeltijds werken dan mannen. Bijgevolg verdienen ze elke maand gemiddeld minder.”

(mr)  

19 december 2013
Anderen bekeken ook