Opinies

Ruth Lasters is leerkracht Frans in Borgerhout. Van haar verschenen de romans Poolijs en Feestelijk Zweet.
Het is reeds jaren een traditie bij Luz Luxior om op de verjaardag van de baas verkleed te komen werken. In het beroep dat men wilde uitoefenen als kind. Als dé kans bij uitstek om zich te verzoenen met hun échte, banale job, ziet manager Meys die verkleedpartij voor zijn werknemers. Tussen al die gekostumeerden moeten zij immers wel tot het troostende besef komen dat zowat iedereen een minder glorieuze functie bekleedt dan degene die men als jongeling voor ogen had.
Ruth Lasters
Ruth Lasters is leerkracht Frans in Borgerhout. Van haar verschenen de romans Poolijs en Feestelijk Zweet.

Magazijnier Floris ruilt jaarlijks zijn overall in voor de opzichtige slippenjas van een concertpianist. Ludo treedt aan met vliegeniersjack en -bril en receptioniste Rita met een gazen chirurgenkapje.

Hoe onbenulliger hun werkelijke baan, hoe prestigieuzer het beroep waarin zij zich vermommen, stelt Meys vast. Hij daarentegen, degradeert zichzelf eens per jaar door in zijn oude, sjofele scoutsleidersuniform op te dagen. Want eigenlijk zou hij in plaats van financiële balansen en creditnota's te bespreken eeuwig, tegen betaling, willen sjorren en vlotten bouwen met zijn onderdanen.

Alleen dit jaar verschijnt Meys niet in scoutsplunje op zijn verjaardag, maar in priesterhabijt. De ideale outfit om de biecht af te nemen van zijn werknemers die - veronderstellend dat het om een act gaat die bij zijn kostuum hoort - lachend plaatsnemen aan zijn bureau.

Sinds hij Erwin van de boekhouding - die dacht dat zijn gsm al was uitgeschakeld - over hem heeft horen zeggen dat hij bazencrapuul is dat zijn personeel behandelt als rendementrobotten, behelst Meys nog maar één gedachte: wat de rest van de firma over hem denkt.

Zijn hele carrière heeft hij alle opinies over hem ontvlucht uit angst in te storten als hij niet de alom geliefde leider uit zijn jongensdroom zou blijken te zijn. Maar nu dat vlies van gemoedsrust door Erwins uitspraak is doorprikt en hij aldoor een zwerm van verwijten en roddels achter zijn rug vermoedt, biedt alleen een ultieme confrontatie nog soelaas.

Hoe hard hij ook, in priestergewaad, bekentenissen over wrevel jegens hem probeert los te krijgen; slechts als hij met de tirannie van een exorcist (brullend en dreigend met onbetaalde overuren) confessies afdwingt, uit zijn personeel kritiek aan zijn adres. Weifelend, alsof zij het ter plekke moeten verzinnen, de hypocrieten.

Opgelucht schrijdt Meys daarna de kantine binnen, vol werknemers tegen wiens meningen hij wonderwel bestand, zelfs immuun blijkt. Tot hij een scoutshemd op de tafel ziet, met het bedrijfslogo erop geborduurd en de naam van alle - op Erwin na - personeelsleden. Een arbeidsintensief, onmiskenbaar oprecht verjaardagsgeschenk, van een team dat hij zopas verrot heeft gescholden en dat hem verbolgen aanstaart, terwijl hij het scoutsshirt over zijn habijt heen probeert te wurmen, over zijn hoofd dat erin klem raakt, waarna hij gaat snokken, stoten. Zo wild en spastisch als wilde hij zich niet ontdoen van het hemd, maar van alle tot nu toe uitgestelde gedachten, vooralsnog raadselachtige opinies over zichzelf.

(rl) 

26 oktober 2012
Anderen bekeken ook