Wat met je niet-opgenomen vakantiedagen?

“Wat de werkgever moet doen met deze niet-opgenomen vakantiedagen verschilt naargelang de situatie”, stelt Séverine Maebe, manager van het kenniscentrum bij HR- en well-being-specialist Attentia. Ze legt de regeling uit.

Ik ben bediende

Eerst de bedienden. “Soms is het voor een bediende onmogelijk alle vakantie op te nemen door bepaalde schorsingen, zoals langdurige ziekte, arbeidsongeval of moederschapsrust”, vertelt Maebe. “In dat geval moet de werkgever nog dit jaar aan de bediende het vakantiegeld betalen voor de niet-opgenomen vakantiedagen.” Het gaat hier om het zogenaamde enkel vakantiegeld en omdat de bediende zijn of haar vakantiedagen onmogelijk kan opnemen, worden geen socialezekerheidsbijdragen geïnd.

Anders is het als de bediende zelf kiest om zijn vakantiedagen niet op te nemen, wat regelmatig gebeurt. “Dan belandt de werkgever in een moeilijke situatie”, weet Séverine Maebe. “De werkgever is niet verplicht de niet-opgenomen vakantiedagen uit te betalen. Hij moet echter wel kunnen aantonen dat hij de bediende de mogelijkheid heeft gegeven de vakantiedagen op te nemen”, stelt ze. “Wanneer de werkgever in deze situatie de niet-opgenomen vakantiedagen uitbetaalt, hoewel dit in principe niet mag, is het vakantiegeld onderworpen aan de gewone socialezekerheidsbijdragen.”

Het overdragen van wettelijke vakantiedagen naar het jaar daarop mag dus eigenlijk niet, hoewel dit in de praktijk wel gebeurt. “Vaak gaat het dan niet om de twintig wettelijke vakantiedagen, maar wel om de extralegale vakantiedagen, anciënniteitsdagen of arbeidsduurverminderingsdagen.”

Ik ben arbeider

Bij de arbeiders is de regeling anders. Zij krijgen in de maand mei hun enkel en dubbel vakantiegeld uitbetaald door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) of door hun vakantiekas. “Dit vakantiegeld is definitief verworven, ook al neemt de arbeider zijn vakantiedagen niet op.”

(wv) - Bron: MARK Magazine