Waarom vuurwapengebruik anders is in België dan in Nederland

Steven De Smedt (in het Belgisch politie-blauw) samen met zijn Nederlandse collega-lesgever Alberique De Caluwé.

Steven De Smedt, commissaris en teammanager interventie en onthaal bij politiezone Assenede-Evergem, is een van de trainers rond samenwerken met Nederlandse politiezones. “Eigenlijk bestaat die opleiding uit twee grote onderdelen”, haalt De Smedt aan. “Zo moeten we de politie in Nederland en hun organisatie en werking beter leren kennen. Anderzijds is voor de toepassing van onze bevoegdheden ook de kennis van de plaatselijke wetgeving van tel. Oftewel: wat mogen wij als Belgische politiemensen op Nederlands terrein verrichten?”

Zijn er grote verschillen tussen België en Nederland?

“Soms wel”, erkent De Smedt. “Zo spreekt men in de Nederlandse wetgeving al van vuurwapengebruik als het vuurwapen uit de holster wordt gehaald en op iemand gericht is. Bij ons pas als er ook effectief wordt geschoten. De Nederlandse wetgeving is in die zin dus strenger. Voor een Belgische politieman, actief in Nederland, is dat belangrijke informatie.”

Voor Steven ligt de focus op de niet-geplande internationale samenwerking, zoals politie-achtervolgingen. Maar ook geplande acties komen aan bod. “Zo leren we mekaar kennen en kunnen we ook de gebruikte middelen vergelijken”, klinkt het. “Voorts is er een samenwerking waarbij Belgische politiemensen op Nederlands grondgebied de Belgische persoonsdatabanken consulteren voor gemeenschappelijke acties, en omgekeerd. Bijvoorbeeld in onze strijd rond rondtrekkende dadergroeperingen.”

(wv) - Foto: (lw) - Bron: MARK Magazine