Vakbond
Vorige

1 van 24

Volgende
Volgend artikel:

Als jonge werknemer bij de vakbond: doen of niet?

Het ACLVB is de enige liberale vakbond ter wereld

“Bij ons hollen werknemers en vakbonden vaak achter de feiten aan. We worden pas ingeschakeld als het misgaat, als al over herstructureringen is beslist” (Jan Vercamst, voorzitter van het ACLVB)
Wie in ons land praat over vakbonden, denkt doorgaans alleen aan het rode, socialistische, ABVV en het groene, christelijke ACV. Over de kleinere blauwe, liberale vakbond ACLVB bestaan er heel wat vooroordelen en misverstanden.
Jan Vercamst
“Bij ons hollen werknemers en vakbonden vaak achter de feiten aan. We worden pas ingeschakeld als het misgaat, als al over herstructureringen is beslist” (Jan Vercamst, voorzitter van het ACLVB)

Niemand kan die vooroordelen beter de wereld uit helpen dan Jan Vercamst, sinds vier jaar voorzitter van de ACLVB en een vurig pleitbezorger van het sociaal liberalisme. De 56-jarige Vercamst is al meer dan de helft van zijn leven – 33 jaar om precies te zijn – actief in de liberale vakbond, na eerst twee jaar voor de RVA gewerkt te hebben.

Volgend jaar viert uw vakbond zijn 120ste verjaardag. Tijd voor een feestje en misschien een naamsverandering?

Uit een ledenenquête blijkt dat de mensen zich goed voelen onder de liberale banier. Onze naam, Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België, is wel een mondvol, maar we zullen die niet zomaar veranderen. Wel kiezen we misschien voor een rebranding en de roepnaam ‘De Liberale Vakbond’. We zijn namelijk de enige liberale vakbond ter wereld. Sommigen noemen het een contradictio in terminis. Niet volgens ons: het ene steunt het andere, syndicaal rijmt goed op liberaal. Een groot verjaardagsfeest komt eraan. Al onze kandidaten voor de sociale verkiezingen van 2012 zullen worden uitgenodigd.

Vanwaar kwam destijds uw eigen keuze voor de liberale vakbond?

Thuis waren we kleine middenstanders: we baatten met drie gezinnen een schoenmakerij uit. Een zaak die voldoende opleverde om ervan te kunnen leven en om te gaan studeren. Rijk zijn we er niet van geworden, dat hoeft ook niet, maar alle vijf de kinderen hebben kunnen studeren wat ze wilden. Mijn vader was actief in het liberale gedachtegoed van de gemeentepolitiek van Wortegem-Petegem en die vlooien heb ik ook in mijn pels meegenomen.

Hebt u nooit overwogen om de stap naar de politiek te zetten?

Ik heb daar een juiste en duidelijke keuze in gemaakt. Er bestaat goede politiek, maar het is soms ook een lelijk gewring en dat is niet mijn ding. Mijn roeping was, zo ontdekte ik bij de RVA, me in te zetten voor werknemers, werkzoekenden en werklozen, en zo kwam ik bij de liberale vakbond terecht. Ik heb hier mijn carrière kunnen uitbouwen. Ik begon in het archief, tussen de parlementaire vragen. Als autodidact heb ik me opgewerkt door de sociale dienst en de juridische dienst, daarna op het West-Vlaams terrein als ‘propagandist’. Van 1989 tot 2007 was ik Vlaams gewestsecretaris.

Sinds 2007 bent u voorzitter. Waar staat uw organisatie voor?

Onze vier pijlers zijn vrijheid, verantwoordelijkheid, solidariteit en verdraagzaamheid. Die trachten wij te verkopen in de bedrijven en dat werkt goed: sinds 2006 is het ledenaantal met 18 procent aangegroeid tot een kleine 270.000. Vorming van onze leden en militanten is voor ons heel belangrijk. In de overtuiging dat wie de middelen krijgt van het collectief om zich bij te scholen, ook zijn verantwoordelijkheid zal nemen tegenover de maatschappij.

ABVV en ACV hebben duidelijke banden met respectievelijk sp.a en CD&V. Hoe zit het tussen ACLVB en Open VLD?

Het sociaal liberalisme is één onderverdeling onder de paraplu van het liberalisme, die de nadruk legt op de solidariteit. Dat is iets dat wel eens ontbreekt in het ultraliberalisme. Het liberalisme mikt op de zelfredzaamheid van het individu, wij vinden dat het individu kan en moet gered worden door het te beschermen via het collectief. Zo komt het dat we over bepaalde sociale kwesties, zoals brugpensioen, niet op dezelfde golflengte zitten als de liberale partij.

Hebt u geen bevoorrechte relatie met de liberalen?

Wij zijn politiek onafhankelijk en houden afstand van Open VLD. We zitten ook niet in het bestuur. Eigenlijk kan je spreken van een latrelatie tussen liberale vakbond, mutualiteit en partij. Ons congres van 2008 heeft me het mandaat gegeven om onze doelstellingen waar te maken via alle politieke kanalen. Ik heb contacten over de partijgrenzen heen. In Oost-Vlaanderen, waar ik vandaan kom, leeft het sociaal liberalisme wel sterker onder bepaalde mandatarissen uit de streek van Brakel, Aalst en Gent.

De vakbond die niet graag staakt. Kunt u een profiel schetsen van een typisch ACLVB-lid?

Uit onze ledenenquête blijkt dat het mensen zijn die bewust kiezen voor het sociaal liberalisme. Een meerderheid wordt gevormd door arbeiders, alhoewel men ons vooral als een bediendenvakbond percipieert. Dat onderscheid tussen arbeiders en bedienen moet wat ons betreft trouwens zo snel mogelijk van de baan zijn. Leden kiezen voor onze individuele service voor werkenden én werklozen. De laatste jaren merken we trouwens een verhoogde instroom van jonge leden uit de bankensector.

Op betogingen en bij stakingen zie je doorgaans geen blauwe vlaggen.

Het syndicaal engagement is aanwezig bij onze mensen, maar op een andere manier dan bij de andere vakbonden. Wij kiezen in de eerste plaats voor overleg en hanteren de staking enkel als het ultieme actiemiddel. Onze mensen zijn geen barricadebouwers. Zij huiveren van onaangekondigde stakingen en gijzelingsacties. Onze mensen staken niet graag: het is een loonverlies en een verlies voor de economie. Wij geloven meer en meer in werknemersparticipatie.

Wat betekent werknemersparticipatie precies?

Laat ik het voorbeeld nemen van Opel. In Duitsland zit vakbond IG Metall via het systeem van Mitbestimmung samen aan tafel met de werkgever. Zij participeren aan het beleid en beschikken over meer informatie dan Belgische vakbonden. Bij ons hollen werknemers en vakbonden vaak achter de feiten aan. We worden pas ingeschakeld als het misgaat, als al over herstructureringen is beslist. Via participatie kunnen we tijdig de maatregelen nemen om de werkzekerheid te beschermen.

Met werknemersparticipatie was Opel nog in Antwerpen?

De Vlaamse en federale regering hebben alle mogelijke inspanningen geleverd, maar het is nog wat anders als je als vakbond met de werkgever aan tafel zit in een orgaan dat het beleid uittekent, zoals dat in Duitsland het geval is. Vandaag worden we te veel geconfronteerd met Vlaamse en Waalse bedrijven waar de bazen ook maar bedienden zijn van een multinational. Onze gesprekspartners van vandaag hebben vaak geen beslissingsbevoegdheid, in tegenstelling tot twintig jaar geleden.

Verzwakt u zich niet als vakbond door minder te staken?

Neen. Wilde stakingen, gijzelingsacties of blokkades zijn niet direct aan ons besteed. Onze mensen zijn niet zo militant, ze houden wel van kleine en ludieke acties. Zo deelden we op 8 april 100.000 paaseitjes uit aan pendelaars om onze boodschap voor een sociaal Europa en tegen de afbraak van onze koopkracht te laten doorklinken. Historisch heeft de liberale vakbond nooit het conflict opgezocht.

Maar onlangs heeft uw vakbond het IPA (Interprofessioneel Akkoord) afgewezen en zelfs gestaakt.

Na maanden van onderhandelen vond ik dat we een mooi resultaat hadden bereikt en heb ik het IPA met vuur en vlam verdedigd. Voor de stemming werd het duidelijk dat er geen sprake meer zou zijn van afgesproken loonsverhogingen, maar mogelijk wel van een indexsprong. Er was nog heel wat werk aan het eenheidsstatuut en het ontslagrecht. Ik begrijp dus dat onze mensen ‘nee’ hebben gezegd, al bleven wij ook daarna bereid tot verdere onderhandelingen. Toen dat categoriek werd geweigerd, hebben wij samen met het ABVV gemanifesteerd eind februari en op 4 maart.

Ondertussen heeft de regering de loonnorm gebetonneerd in een KB: geen loonsverhoging dit jaar en maximum 0,3% in 2012.

Wij zijn niet gelukkig met de vastlegging van de loonnorm. Dit KB druist trouwens in tegen de conventies op Europees en internationaal vlak. De door België geratificeerde conventie 154 van het IAO (Internationale Arbeidsorganisatie) verbiedt maximum loonnormen en de beperking van vrijheid van collectieve onderhandelingen. Dat geeft ons sterke argumenten om de loonnorm te betwisten.

Te veel kennis gaat verloren. Zijn vakbonden nog nodig in onze tijd?

Zeker wel. Solidariteit is meer dan ooit nodig. Steeds meer mensen hebben het moeilijk om rond te komen. 16 procent van de Belgen krijgt de eindjes niet aan mekaar geknoopt. De uitdaging voor een vakbond is ook naar die mensen om te zien. En dat niet alleen via uitkeringen, maar ook via loopbaanbegeleiding om ze naar het arbeidscircuit te leiden. Brugpensioen levert vaak ook maar een hongerloon op. Vroeger was het onder sociale druk bijna verplicht. Wij pleiten voor vrije keuze.

Moeten mensen niet langer en massaler aan het werk?

Uit de evaluatie van het Generatiepact zal blijken dat het systeem van brugpensioen aan het uitdoven is. We zullen aan een gemiddelde pensioenleeftijd van zestig jaar zitten. Wij pleiten voor een leeftijdsbewust humanresourcesbeleid. Sommige mensen kunnen de fysieke belasting niet meer aan. Ze willen wel langer werken wanneer de stress en het arbeidsritme worden aangepast.

Kan er dan gepraat worden over minder verdienen als je ouder wordt? Oudere werknemers zijn duur, luidt het.

Men ziet de werknemer te veel als een productiefactor, zonder te kijken naar de ervaring en de kennisoverdracht. We hopen dat werkgevers meer en meer doordrongen worden van het idee van competentiemanagement. Mensen die fysiek minder presteren, kunnen wel kennis overdragen en dat moet ook worden beloond. Nu gaat er nog te veel kennis verloren. Bedrijven moeten meer investeren in mensen en opleidingen, niet alleen in machines en computers. Zelf besteden wij vijf procent van ons totale budget aan vorming. Zo blijven we langzaam maar zeker groeien en openbloeien tot een vakbond met een toekomstgerichte sociaal-liberale visie.

(jb) – Foto: (kb)

21 april 2011
Anderen bekeken ook