Helft meer jongeren krijgt bedrijfswagen

Vandaag heeft bijna een op vijf werknemers een bedrijfswagen, een stijging met 21,8% op 3 jaar tijd. Maar er is een duidelijk verschil tussen bedienden en arbeiders: in 2018 heeft 29% van de bedienden een bedrijfswagen, terwijl dit bij arbeiders ligt op amper 2%. De gemiddelde catalogusprijs bedraagt in 2018 34.006 euro, ten opzichte van 31.966 euro in 2015. Dat blijkt uit een onderzoek van hr-specialist Attentia bij 150.000 werknemers in België.

Helft meer jongeren

Kijk je naar de leeftijd van de werknemers, dan zie je een stijging in alle categorieën. Toch is het de groep jonge werknemers (20-29 jaar) waar procentueel de grootste stijging merkbaar is. In deze groep zien we een stijging van maar liefst 48% van januari 2015 tot januari 2018. Kiezen starters voor een bedrijfswagen, dan rijden ze liefst rond in een Audi of BMW.

Bij die jongeren hebben quasi evenveel vrouwen als mannen een bedrijfswagen ter beschikking, terwijl bij de leeftijdscategorieën 40-49 en 50-59 een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen merkbaar is (respectievelijk 5 en 7% verschil). De genderkloof is sinds 2015 wel kleiner geworden.

Maximaal 30 minuten in de auto

Opvallend is dat jongere werknemers met een bedrijfswagen dichter bij het werk wonen (gemiddelde afstand 12 km). In het algemeen rijdt men vandaag minder ver met de bedrijfswagen, blijkt uit het onderzoek van Attentia. In 2015 reden werknemers nog gemiddeld 20 km tot hun werk. In 2018 is de gemiddelde woon-werkafstand (met een bedrijfswagen) geslonken tot 16 km. Deze daling wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de jongere werknemers (20 – 39 jaar).

”44% van de jongeren wil maximaal 30 minuten spenderen aan zijn woon-werkverkeer. Generation Z (geboren na 1995) heeft meer behoefte aan vrije tijd en wil daardoor dichter bij huis werken. Zelfs een leuke werksfeer of voldoening in hun werk kan weinigen overtuigen om langere afstanden af te leggen. Zo is voor slechts 13% van de jongeren “werkvreugde” een reden om langer dan 60 minuten onderweg te zijn”, vertelt Barbara Stadsbader, General Manager bij USG Professionals, dat 400 hoogopgeleide jongeren ondervroeg.

“Mobiliteit is een heel belangrijke factor in de jobkeuze van werknemers”, zegt ook Yves Labeeu, tax en legal consultant bij Attentia.“Doorgaans vergen de laatste kilometers van een pendeltraject de meeste tijd, zeker als de onderneming in een stad gevestigd is. Wij zien vandaag al mensen die een bedrijfswagen combineren met een mobiliteitsoplossing die in de koffer past. Dat kan een klassieke plooifiets zijn, maar ook een elektrische step of een monowheel of gyropode.”

“Gedeelde mobiliteit, zoals deelauto’s, deelfietsen en deelscooters, zijn nog niet populair binnen bedrijven, deels omdat het wettelijk kader ontbreekt. Maar ze kunnen wel perfect deel uitmaken van een op maat uitgewerkte oplossing. Vandaar het belang om voor dergelijke alternatieven - ook op politiek vlak - de nodige stimuli te voorzien”, besluit Yves Labeeu.

(mr)