Bedrijfswagen
Vorige

1 van 116

Volgende
Volgend artikel:

We krijgen steeds meer extralegale voordelen

Extra woon-werkvergoeding door duurdere brandstofprijzen?

Wie met de auto van en naar het werk rijdt en hiervoor van zijn werkgever een woon-werkvergoeding ontvangt, zal die ondanks de hogere brandstofprijzen niet meteen zien stijgen. Dat geldt ook voor de kosten die je kunt inbrengen bij de belastingen.
#

In principe zijn de kosten die je maakt om met je privéwagen naar het werk en terug naar huis te rijden, geen kosten eigen aan de werkgever. Er is geen nationale reglementering over de terugbetaling van deze kosten, al kan die wel bestaan op sectoraal niveau, binnen een onderneming of zelfs in een individuele arbeidsovereenkomst.

Wie betaalt de meerkost?

De werkgever beslist zelf hoeveel hij hiervoor voorziet, maar de meeste bedrijven houden voor hun woon-werkvergoeding vast aan het maximale bedrag per kilometer dat fiscaal is vrijgesteld: 350 euro. Die bedragen worden aan het begin van elk jaar vastgelegd volgens een hele reeks parameters, brandstofprijzen inbegrepen. Voor dit jaar liggen die echter al vast. Rij je met de auto naar het werk, dan geef je dus zelf iets meer uit.

Anders is het gesteld voor mensen met een bedrijfswagen. Dikwijls tekent de werkgever immers een contract waarbij hij een wagen inclusief tankkaart voorziet. In de meeste gevallen staat er bovendien geen beperking op die tankkaart. In dit geval betaalt de werkgever dus de meerkost van de duurdere brandstof.

Wat met de belastingen?

Een andere mogelijkheid is je woon-werkverkeer voor je belastingen in te brengen als beroepskost. Al vijftien jaar lang worden de ‘bewezen kosten’ voor woon-werkverkeer met de eigen auto vast bepaald op 15 eurocent per kilometer. Woon-werkverkeerkosten kan je als beroepskosten inbrengen op voorwaarde dat je jouw werkelijke kosten bewijst. Maar dat heeft uiteraard alleen zin als de bewezen kosten hoger zijn dan de wettelijke forfaitaire kosten die je als werknemer automatisch geniet. Wel opletten: als je je werkelijke beroepskosten aftrekt in je belastingaangifte en je bewijst je werkelijke kosten niet, dan word je volledig belast op de woon-werkvergoeding. Krijg je een hogere vergoeding dan wat je zelf betaalde, dan word je belast op het verschil.

Tot slot kun je ook een onkostenvergoeding krijgen voor andere werkverplaatsingen met auto, motor of bromfiets, zoals bijvoorbeeld een klantenbezoek. Deze kilometervergoeding bedraagt nog tot 30 juni 2016 precies 0,3412 euro per km, daarna wordt ze weer aangepast aan de consumptieprijsindex. Deze vergoeding geldt als ‘kosten eigen aan de werkgever’ en wordt niet beschouwd als loon. Je moet er dus geen RSZ of belastingen op betalen.

(bvdb) 

7 september 2015
Anderen bekeken ook