Ex-arbeiders Ford Genk vinden nieuwe toekomst bij Familiehulp

“Ik kan waarschijnlijk op dag één na mijn opleiding beginnen” (Kathleen, ex-textielarbeidster)
Ontslagen arbeiders uit de autoassemblage naar de zorg leiden. Het is een scenario dat de voorbije weken meermaals te sprake kwam. Interessant, maar is het ook realistisch? Familiehulp toont dat het kan, maar er is nog werk aan de winkel.
Familiehulp
“Ik kan waarschijnlijk op dag één na mijn opleiding beginnen” (Kathleen, ex-textielarbeidster)

Het Oost-Vlaamse opleidingscentrum van Familiehulp. De dagcursus voor polyvalent verzorgenden zit afgeladen vol, vooral met vrouwen. De infosessie die een verdieping lager plaatsvindt, kan rekenen op een vergelijkbare opkomst. Het banenverlies in de industrie en autoassemblage lijkt nog niet te leiden tot meer mannelijke interesse voor een van dé knelpuntberoepen van de toekomst.

Stevig traject

Een zorgjob associeer je dan ook niet meteen met een tweede carrière voor een stoere productiearbeider. Maar de ene operator of quality controller is de andere niet. San Cooreman, VTO-manager Familiehulp: ‘Per opleidingsgroep zie je tegenwoordig toch twee tot drie mannelijke deelnemers. Het maatschappelijk aanzien van een zorgjob verandert. Van een man in de thuiszorg of in een woonzorgcentrum kijkt niemand meer op. Zelfs in de fabriek kun je als man tegenwoordig gewoon verkondigen dat je de zorg in wil.’

Een verzorgende is geen medisch geschoolde verpleegkundige, maar wie wil omscholen staat toch een stevig traject te wachten. De opleiding tot polyvalent verzorgende duurt elf maanden. Als zorgkundige voor een woonzorgcentrum of een rust- en verzorgingstehuis (RVT) komt daar nog een maand bij. Cooreman: ‘Onder toezicht van een verpleegkundige voer je als zorgkundige taken uit in een RVT. Verzorgenden zijn vooral in de thuiszorg actief.’

Van Volvo Cars naar de thuiszorg

Met 12.000 thuishelpers en verzorgenden is Familiehulp de grootste dienst voor gezins- en thuiszorg in Vlaanderen. In samenwerking met de VDAB organiseert Familiehulp het hele jaar door opleidingen in alle provincies. Wie wil instappen, kan elke maand wel ergens terecht. Leeftijdsgrenzen zijn er niet voor opleiding of tewerkstelling, een diploma is ook niet vereist.

Dat de opleiding niet voor de poes is, daar kan Patrick (51) over meepraten. ‘Ik heb bijna dertig jaar in de industrie gewerkt, waarvan tweeëntwintig bij Volvo Cars: operator, kwaliteitscontrole en uitlijning. Ik heb een A2-diploma elektriciteit. Ik kreeg last van een burn-out en wilde iets anders, dus ben ik eruit gestapt. Hoewel ik al ervaring had met mantelzorg, vond ik een job in de zorgsector niet vanzelfsprekend. Eerst volgde ik nog een opleiding tot maritiem bediende - een knelpuntberoep - maar daar raakte ik uiteindelijk niet aan de bak en ook plannen voor een job bij Coca-Cola en de NMBS leverden niets op. Toen besloot ik het erop te wagen en schreef ik me in voor een zorgopleiding. Ik zit nu elke dag op de schoolbanken, elke avond met mijn neus in de boeken en dan zijn er ook nog de opdrachten. Nog drie maanden: ik bijt door. Maar hoe zwaar het ook is, voor dit beroep had ik veel eerder moeten kiezen. Na mijn stage in een RVT kreeg ik een aanbevelingsbrief mee van de directrice. Een pak van mijn hart: na dertig jaar machines, ben je opeens hulpbehoevenden aan het verschonen. Ik kies voor thuiszorg, omdat je dan geen weekendshifts draait. De intensieve fysieke belasting is ook iets minder dan in een woonzorgcentrum. Op mijn leeftijd begint dat mee te spelen. Hoewel je ook in de thuiszorg de zorgtaken - voeten wassen, nagels knippen, iemand verleggen of op het toilet zetten - niet mag onderschatten. Het is véél meer dan enkel huishoudhulp.’

Het moment voor iets anders

Van tuftster van kunstgras bij Desso tot zorgkundige: voor Kathleen (40) lag de keuze voor de hand. Bij het failliet van Desso was het voor Kathleen al duidelijk dat ze de zorg in zou gaan. ‘Op mijn zestiende begon ik te werken met een leercontract. Ik ben toen meteen in tufting terechtgekomen. Ik bediende machines in de afdeling kunstgras: messen vervangen, spoelen plaatsen ... zeven jaar gedaan. Daarvoor werkte ik tien jaar in de tapijtfabricage. Maar ik was ook jarenlang zelfstandig restaurantuitbater. Ik speelde al een jaar of twee met het idee om in de zorgsector te stappen, zelfs een EHBO-opleiding had ik al gevolgd. In de zorg kan je nog iets betekenen voor mensen, in de fabriek ben je een nummer, hoe goed je het ook kan vinden met je collega’s. Bovendien gaat het slecht in de textielsector. In de zorg heb ik wél uitzicht op vast werk tot mijn pensioen. Ik werkte in ploegen, dus voor onregelmatige werktijden ben ik niet bang. Dat ik misschien een stap achteruit zet op loonvlak, neem ik er graag bij.’

Kathleen vond haar weg naar Familiehulp via de VDAB en schreef zich in voor de infosessie en de psychotechnische test. Voor het selectiegesprek om aan de opleiding te mogen beginnen, krijgen kandidaten een lijst van opleidingscentra waarmee ze zelf contact moeten opnemen. ‘In Gent kon ik het snelst starten. In september ben ik gestart met de opleiding voor polyvalent verzorgende. Ik zie het perfect zitten: thuiszorg is zelfstandig werk met veel sociaal contact. In het restaurant had ik ook met alle leeftijden en klassen te maken. Die ervaring neem ik dus mee. En ik kan waarschijnlijk al op dag één na mijn opleiding beginnen.’

Wat betaalt de zorg?

Het minimumstartloon van een polyvalent verzorgende (wettelijk barema) hangt af van de anciënniteit en de gezinssituatie. Een (voltijds) verzorgende verdient tussen de 1.320 à 1.500 euro netto. Daar komt nog een vergoeding bij voor de verplaatsingskosten. Andere voordelen zijn volgens Familiehulp de grote werkzekerheid, werk in eigen streek en regelmatige vorming en begeleiding.

Volgens Lon Holtzer, Zorgambassadrice van de Vlaamse Overheid, kent de zorgsector alsmaar meer zij-instromers. ‘Steeds meer werknemers kiezen na een flink stuk loopbaan voor zorg of welzijn. Veel van die zij-instromers scholen zich om met een VDAB-contract. De stijgende gemiddelde leeftijd van de opleidingsgerechtigden spreekt boekdelen.’

Volgens Lon Holtzer komen ook technische profielen perfect in aanmerking voor een zorgswitch. Zij-instromers komen immers uit alle richtingen aanwaaien. ‘We zien ingenieurs, mensen uit de banksector, reclame, verkoop, doctorandi in de scheikunde ... Elk profiel is waardevol, omdat wie de stap zet gemotiveerd is en bewust kiest voor zorg. Vaak hebben ze het gehad met de profitsector en willen ze iets betekenen voor mensen. Soms hebben ze ook zelf iets meegemaakt - vader of moeder is ziek geweest - wat de drempel verlaagt.’

Van Ford Genk naar de thuiszorg?

En kiezen voor de zorg na een Ford Genk-scenario? ‘Dan is het natuurlijk geen persoonlijke keuze, maar vaak blijkt dat die werknemers in de zorg heel breed terechtkunnen. Zij-instromers gaan zowel richting verpleegkunde als richting zorgkundige/verzorgende’, meent Lon Holtzer. ‘Het hangt er vanaf hoe oud ze zijn en hoeveel energie ze nog hebben om te studeren. Hoe jonger en hoe hoger opgeleid, hoe meer ze voor verpleegkunde kiezen. Oudere en minder hoog opgeleide werknemers, kiezen vaker voor een job als verzorgende of zorgkundige.’

Beschikken die mensen wel over de juiste motivatie? ‘In de zorgsector kan je niet tegen je zin werken’, aldus Lon Holtzer. ‘Dat lukt niet met mensen die permanent een beroep op je doen. Kandidaten laten we daarom kennismaken met de job via inleefmomenten, om hen te laten proeven van de job en om te kijken of het echt iets is voor hen. Ze komen in contact met zorgverleners, cliënten en patiënten waardoor ze meteen voelen of het hun ding is. Er zijn er veel die echt openbloeien.’

Mentale rust

Van sceptisch naar enthousiast dus? ‘Je zou opkijken van het aantal mensen dat wij op weg hebben gezet en die achteraf komen vertellen hoe blij ze zijn. Mensen vinden vaak ook mentale rust: ze hebben het gevoel ergens mee bezig te zijn waarin ze het verschil maken.’

Blijft de vraag of een 50-jarige A2 elektronica wel zijn weg vindt in de zorgsector? ‘Waarom niet? Zorg draait weliswaar om mensen, maar vergeet niet dat de hele sector steeds technischer wordt. Er komen steeds meer technologische hulpmiddelen, onderzoeken verlopen met meters, druppeltellers. Ook bij acute zorg komt er steeds meer techniek kijken. We zijn expliciet op zoek naar ingenieurs: hun competenties passen er perfect bij.’

(wdh) - Foto: (bd) - Meer info: www.ikgaervoor.be 

7 december 2012
Anderen bekeken ook