Persoonlijke ontwikkeling
Vorige

1 van 891

Volgende
Volgend artikel:

Wees geen olifant, design je eigen job

Ella De Vries: de eerste en enige vrouwelijke scheidsrechter in de Jupiler League

“Geen kinderen was een bewuste keuze. Na een zwangerschap is het niet evident om terug te keren op het hoogste niveau” (Ella de Vries, assistent-scheidsrechter Jupiler League)
Ella de Vries is sinds twee jaar de eerste en enige vrouwelijke assistent-scheidsrechter in de Jupiler League. En daar is ze trots op, ook al vraagt het opofferingen. ‘Om fysiek én mentaal scherp te staan, heb je tot vier trainingen per week nodig.’
Ella De Vries
“Geen kinderen was een bewuste keuze. Na een zwangerschap is het niet evident om terug te keren op het hoogste niveau” (Ella de Vries, assistent-scheidsrechter Jupiler League)

Waarom wil iemand überhaupt scheidsrechter in het voetbal worden? Dat vraag je je toch af als je coaches bezig hoort tijdens hun analyse na de match. De ref is niet zelden de pispaal. Toch hoopt Ella de Vries dat meer meisjes haar voetsporen zullen drukken. Want zo lastig is de job niet, als je haar mag geloven.

‘Je leert met de kritiek omgaan. Wat coaches en publiek roepen, gaat het ene oor in en het andere weer uit. Je moet je concentreren op wat er binnen de lijnen gebeurt. Ik heb me ook altijd opgetrokken aan de steun van collega’s. Je zal er scheidsrechters nooit op kunnen betrappen dat ze elkaar afvallen.’

De passie voor de bal erfde Ella van haar vader, voetbalmakelaar Louis de Vries. Als kind ging ze vaak mee naar wedstrijden kijken. Daar heeft ze haar spelinzicht aan te danken. ‘Eerst wou ik zelf gaan voetballen, maar mijn ouders zagen dat niet zo zitten, uit vrees voor blessures’, vertelt ze. ‘Maar omdat ik echt gebeten was door de sport, stelden ze voor om scheidsrechter te worden. Achteraf bekeken, ben ik daar wel blij om. Anders had ik misschien niet gestaan waar ik nu sta. Ik heb al een stuk van de wereld kunnen zien. Misschien had ik die kans als voetbalster wel nooit gekregen.’

De start was wel moeilijk, geeft ze toe. ‘In mijn eerste match had ik zoveel buitenspelfases gemist dat ik daar de tweede extra op ben gaan letten. Té fel blijkbaar, want ik floot buitenspel voor een spelertje dat nog op de eigen speelhelft stond. Missen is menselijk. Als een spits acht kansen de nek omwringt, maar toch twee keer scoort, is hij de held van de match. Maar als wij, die tijdens een wedstrijd heel wat beslissingen moeten nemen, één vergissing begaan, deugen we niet.

Ik denk wel dat ik iemand was die snel dingen oppikte. Maar omdat ik vrij introvert ben, duurde het elke keer wel even voor ik mij zeker genoeg voelde om een stapje hoger te zetten. Ik wou niet dat het té snel ging. Anderzijds kan je stellen dat ik, door scheidsrechter te worden, ben opgebloeid. Als 18-jarige zou ik bijvoorbeeld dichtgeklapt zijn tijdens een interview als dit. Niet alleen voor mijn conditie, maar ook voor mijn ontplooiing is het fluiten goed gebleken.’

Kreeg je, zeker in het begin, geregeld verbaasde reacties à la: ‘Oei, een vrouw als scheidsrechter!’?

Ja. Misschien wisten mensen niet goed hoe ze moesten reageren, hoewel ze mij zeker niet anders moeten bejegenen dan mannelijke collega’s. Soms voel je enig scepticisme: ‘Gaat die dat wel kunnen?’. Als mensen je dan achteraf feliciteren, is dat natuurlijk dubbel zo leuk.

Wat kreeg je zoal naar je hoofd geslingerd?

Bijvoorbeeld: ‘Zou je niet beter achter je kookpotten gaan staan?’ Toch denk ik dat je als vrouw niet noodzakelijk méér te verwerken krijgt. Zeker in de jeugdreeksen krijgt élke scheidsrechter aardig wat kritiek te slikken van ouders. Op het hoogste niveau is het zelfs iets eenvoudiger omdat je daar redelijk goed afgeschermd wordt.

Begin 2009 maakte je je debuut in de Jupiler League. Hoe ging dat?

Dat ik de eerste vrouw in de Jupiler League was, zorgde voor extra aandacht. Dat maakte me wel wat zenuwachtig, maar vanaf het moment dat ik op het veld stond, viel die nervositeit weg. Alles verliep rustig, zonder dat ik in beeld kwam, wat voor een scheidsrechter een goed teken is.

Hoeveel tijd kruipt er in de voorbereiding op de wedstrijden?

Véél tijd. Om fysiek én mentaal scherp te staan, heb je tot vier trainingen in de week nodig. Op dinsdag heb ik trainingen met de internationals, op donderdag provinciale trainingen. We krijgen dan niet enkel conditionele, maar ook technische en theoretische oefeningen. Tussendoor las ik nog enkele individuele looptrainingen in.

Van het scheidsrechtersbestaan kan je niet leven. Is de combinatie met een dagtaak niet zwaar?

Overdag ben ik leerkracht wiskunde op de Topsportschool in Wilrijk. Aan het hoofd van die school staat Frans Van den Wijngaert, die zelf scheidsrechter is geweest. Dat hij weet wat die job inhoudt, is onmiskenbaar een voordeel. Als ik wedstrijden in het buitenland heb, toont hij daar begrip voor.

Heb je ook nog een gezin?

Nee. Daar blijft te weinig tijd voor over. Ik zou ook geen van mijn twee jobs willen opgeven. Voor mij is het een bewuste keuze geweest om niet aan kinderen te beginnen. Ik heb vrouwelijke collega’s gekend die begonnen twijfelen wanneer ze de biologische klok voelden tikken. Het is niet evident om na een zwangerschap als scheidsrechter terug te keren op het hoogste niveau.

Hoe lang duurt het voor we een vrouwelijke ref een match in de Jupiler League zien leiden?

Dat is moeilijk te voorspellen. Je mag dat ook niet forceren. Anders loopt het toch fout.

Zou het iets voor jou zijn?

Nee, ik blijf assistent. Dat is mijn specialisatie. Dat ik als assistent iets meer in de luwte opereer, past meer bij mijn karakter. Ook fysiek leunt het beter bij mij aan: ik ben snel op korte afstanden.

Denk je dat vrouwen anders wedstrijden leiden dan mannen?

Het verschil zal miniem zijn. Hoe je fluit, hangt meer af van je persoonlijkheid. Het ene type praat meer met de spelers dan het andere bijvoorbeeld. Het enige onderscheid tussen seksen zit hem in de ambitie, denk ik. Een jonge mannelijke ref wil zo hoog mogelijk geraken; een meisje dat begint te fluiten, wil het zo goed mogelijk doen en ziet wel waar ze uitkomt. Dat is ook altijd mijn drive geweest: als ik iets doe, wil ik het ook goed doen. En als je ernaar streeft om altijd beter te worden, komt een promotie vanzelf.

(pvd) – Foto: (kb)     

13 mei 2011
Anderen bekeken ook