De helft kan bedrijfswagen niet betalen

De bedrijfswagen ontsnapt niet aan de crisis. Meer dan de helft van de werknemers met een bedrijfswagen voelt dat er beknibbeld wordt op het favoriete extralegale voordeel. Chauffeurs moeten vooral langer met dezelfde bedrijfswagen blijven rijden, al kan die maatregel wel op heel wat begrip rekenen. Maar dit is de enige maatregel.

Dat blijkt uit een onderzoek van Jobat en onderzoeksbureau Profacts.

Naast langere looptijden besparen bedrijven ook op het wagenpark door het aanbod in te perken of door voertuigen uit een lagere prijsklasse aan te bieden.

“Contractverlengingen gebeuren vaak op vraag van de leasingmaatschappijen zelf”, reageert Joost Kaesemans van Febiac. “Die verliezen momenteel veel geld aan wagens die einde contract zijn en moeten verkocht worden op een ingestorte tweedehandsmarkt. Maar ook je werkgever kijkt naar zijn centen. Alles waarop bespaard kan worden, passeert daarbij de revue, dus ook de firmawagens.”

Toch blijft de bedrijfswagen voor heel wat werknemers een statussymbool. Veelzeggend is dat de helft van wie met een bedrijfswagen rijdt zich in een wagen nestelt die hij zich privé niet kan veroorloven.

Voor die ‘droomwagen’ schuiven we de zorg voor het milieu overigens graag even aan de kant. Het bewijs: twee derde van de respondenten kon kiezen voor een ecologische wagen. Slechts een derde van hen hapte toe.

Vier op tien werknemers zeggen meer kilometers af te malen sinds ze over een bedrijfswagen beschikken. Privégebruik is daarbij een van de grootste oorzaken.