Wartaal

San F. Yezerskiy combineert een voltijdse job in de Vlaamse film met een prille carrière als schrijver.
Tijdens de kerstvakantie zond Radio 1 elke weekdag het programma Touché uit, waarin tien gasten uit heel uiteenlopende disciplines kwamen vertellen over hun werk, hun privéleven en hoe die twee onvermijdelijk in elkaar overlopen.
San F. Yezerskiy
San F. Yezerskiy combineert een voltijdse job in de Vlaamse film met een prille carrière als schrijver.

Ik luister graag naar Touché. Het maakt mij blij dat er nog steeds een radiozender bestaat die zijn lege programmablokken opvult met interviews waarin een gast twee uur lang aan het woord blijft, waarin een begonnen gedachte kan worden afgemaakt zonder dat er meteen een nieuwe vraag staat te dringen. Alleen al door deze luxe geven publieke figuren vaak iets meer over zichzelf prijs dan gewoonlijk, zodat je als luisteraar beter begrijpt waarom zij doen wat zij doen.

Bij de meeste sportlui, muzikanten en politici die bij presentator Jan Hautekiet langskwamen, lukte dat laatste wonderwel. Slechts twee gasten bleven angstvallig aan de oppervlakte: politiebaas Glenn Audenaert en econoom Ivan Van De Cloot. Zij leken het cliché te bevestigen dat een mens, zodra hij een managementsfunctie bereikt, de gave verliest om zijn vreugde of twijfels met een buitenstaander te delen.

Of misschien deden zij dat wel, maar was ik ondertussen al gestopt met luisteren. Beide heren drukten zich namelijk, volgens datzelfde cliché, uitsluitend uit in managementjargon. U kent het wel, dat typische taaltje van de workaholic die zich zo vereenzelvigt met zijn functie dat hij vergeet dat hij daarbuiten ook nog iemand anders kan zijn. De bedrijfsleider die ook in het weekend ieder klein werkje en iedere hobby tot een ‘project’ bombardeert, dat ‘enthousiast en dynamisch moet worden aangepakt’, met oog voor ‘innovatie’ en ‘duurzaamheid’.

Het zijn uitdrukkingen die evenveel toevoegen aan onze taal als de gemiddelde espuma aan een bordje warm eten, maar jaren geleden heeft iemand beslist dat normale woorden niet langer volstonden voor serieuze professionals en sindsdien zijn we de ene carrièrejager na de andere kwijtgeraakt in dat zompige moeras van wartaal.

Ooit werkte ik ook voor een baas die zich in elke situatie van dat jargon bediende. Na twee jaar hadden wij ons eerste openhartige gesprek. Ik vertelde haar dat ik iedere ochtend tegen mijn zin opstond en dat ik eraan dacht om na mijn vriendin en mijn huis nu ook haar vzw te verlaten. Zij dacht even na en waarschuwde mij vervolgens dat ik ‘niet te veel veranderingsprocessen tegelijk mocht doorvoeren’ - alsof mijn instortende leven een bedrijf was dat onder curatele moest worden geplaatst om erger te voorkomen.

En toch geloof ik dat er zelfs voor deze mensen nog hoop bestaat. In de Touché-uitzending met Glenn Audenaert vroeg Hautekiet of de politiebaas als student zelf klop had gekregen tijdens de betogingen waarin hij toen meeliep. Audenaert schoot in de lach en liet zich verrukt een ‘ja, vaneigens!’ ontvallen. In dat ene woordje dialect echoode een wereld van heimwee en binnenpret, en op twee seconden tijd leerde ik Glenn Audenaert beter kennen dan in de twee uren daarrond.

(sfy) 

18 januari 2012
Anderen bekeken ook