Vloeibare lunch

Thomas Blondeau werkt voor het Leids Universitair weekblad Mare. In 2006 debuteerde hij met zijn roman Ex.
‘Bestel altijd alcohol tijdens een zakenlunch. Doe je dat niet, dan vermoedt je tafelgenoot dat je een zuiplap bent. Alleen een alcoholist is bang dat hij zich niet zal kunnen inhouden. Die paar glazen wijn bewijzen dat je alles onder controle hebt.’ Dat zei de baas van het reclamebureau. Erik en ik knikten. We waren als duo aangenomen. Erik deed het beeld, ik de tekst. De baas leefde naar zijn eigen maatstaven. Hij had al twee gin-tonics op voor de ober ons kon vertellen wat de dagschotel was.
Thomas Blondeau
Thomas Blondeau werkt voor het Leids Universitair weekblad Mare. In 2006 debuteerde hij met zijn roman Ex.

Het bureau ging al lang mee. Een paar grote merken waren er sinds jaar en dag klant. Zolang de oude garde behaagd kon worden met lange en royaal besproeide restaurantbezoekjes, bleven de opdrachten binnenstromen.

Toen ik de baas aan het verstand had gebracht dat Powerpoint niet de naam van een cocktail was, mocht ik het leeuwendeel van de presentaties op me nemen. Terwijl slogans en doelgroepanalyses over de vergaderzaalmuur gleden, zat hij in het halfduister achter me. Zijn knikkebollende hoofd zagen de klanten als een teken van instemming.

Erik en ik droomden ervan om over een paar jaar ons eigen bureau te beginnen. We zouden de nodige klanten kunnen weglokken. Een levercirrose zou waarschijnlijk het vuile werk voor ons doen. Maar zover zou het nooit komen. Erik had het advies van de baas ter harte genomen.

Een likeurmerk was erachter gekomen dat hun vaste afzetmarkt van eenzame weduwen begon af te sterven. Binnen het drankbedrijf was een nieuwe generatie opgestaan. Die eiste een nieuw, sexy imago. Onze campagne moest potentiële kopers ‘een broek vol goesting’ geven. Erik en ik slikten even bij deze omschrijving. Van oudewijvensiroop naar xtc springen vergde een goede aanloop. Na een paar weken van uiterst korte nachten, hadden we een paar affiches en advertenties die zinderden van geilheid.

Omdat de oprichter van de bedrijf niet anders gewend was, gingen we eerst eten. Na het traditionele geapaiseer, moesten Erik en ik de troonopvolger zien te overtuigen. Tijdens het eten dronk Erik mee met de baas. Zijn oesters, choucroute royale en crème brûlée klotsten in champagne, wijn, en cognac. Twee dubbele espresso’s moesten de scherpheid terugbrengen.

Tijdens de rit naar ons kantoor waar we de presentaties zouden houden, zei Erik niets. We waren iets eerder vertrokken. Van het aantal ijsblokjes in de glazen tot het lettertype op de sheets, over alles was nagedacht. Niets kon er nu verkeerd gaan. Behalve dat tien seconden voor de deur openging, Erik overgaf in mijn aktetas. Even naar buiten lopen tijdens zo’n belangrijke presentatie was not done.

Na tien minuten in zurige stank te hebben gezeten, deed mijn baas het raam dicht in de overtuiging dat de verffabriek iets verderop weer aan het lozen was. Na nog eens tien minuten was de geur niet meer te harden.

Een week later hoorden we dat de likeurstoker de samenwerking had opgezegd. Een reclamebureau dat zich alleen maar een vestigingsplaats te midden van zware industrie kon veroorloven, moest wel iets verkeerd doen. Ik geloof dat Erik nu iets doet met moeilijk opvoedbare kinderen.

8 oktober 2009
Anderen bekeken ook