Truffeltrut

Weet je nog? Het laatste jaar van de middelbare school. Je moest een keuze maken over wat je verder wilde doen met je leven. Je moest – godbetert – je passie volgen. Wel een beetje nadenken over waar je geld mee wilde verdienen maar niet al te veel. Waar ligt je hart? Om die vraag ging het. Of iets preciezer geformuleerd: In welke studierichting denk je dat je hart ligt?
#

Je had twaalf jaar verplicht in een ruimte gezeten met een lukraak samengestelde groep vreemdelingen. Je had je meestal op tijd gemeld en was altijd op tijd vertrokken. Je had huiswerk gemaakt, tekenles gevolgd en een taal geleerd die alleen maar in het Vaticaan enig nut had. Je had over bokken en paarden gesprongen, bloemen gedroogd en spreekbeurten gehouden over massamoordenaars. Je was op schoolreis geweest naar krijtrotsen en pretparken en tussendoor leren roken en tongzoenen.

Aan de hand van deze kennis en ervaring moest je bepalen of je liever thermometers in iemand stak, bruggen ontwierp of contracten moest maken voor mensen die die bruggen wilden bouwen. Met die beroepskeuze gaat het nogal eens mis, zoals u weet. Minstens de helft van de eerstejaars in het hoger onderwijs studeren niet af in wat ze dachten dat hun passie was. En ook de rest van het leven is het maar afwachten of die droomjob zijn naam wel waard is.

In het land waar ik werk, Nederland, is een trend merkbaar onder de beroepstwijfelaars op leeftijd. Na een kantoorbaan wordt ergens medio de veertig het beeldscherm ingeruild voor het fornuis. Reclamejongens, journalisten, pr-agenten, tv-redacteurs, ze hebben genoeg van het tl-licht, de files en targets en gaan koken. Het zal er allicht mee te maken hebben dat Nederland in de laatste tien jaar is gaan nadenken over wat ze op tafel zetten. Er kwamen bakkers die zowaar brood begonnen te verkopen in plaats van isolatiemateriaal, restaurants begonnen te lokken naar de Franse en Italiaanse mode en Jamie Oliver leerde het Hollandse volk balsamico-azijn sprenkelen. Het is nog allemaal iets te duur en iets te veel lifestyle-gelul in plaats van gewoon lekker maar vooruit, over een generatie zal het Vlaamse gezeur over de Nederlandse dis allicht wat minder hard klinken.

De Amsterdamse krant Het Parool bracht een reeks interviews over deze culinaire bekeerlingen. Een voormalige journaliste die haar eigen varkens slachtte om er paté van te persen. Een redactiechef die uitgescholden wordt voor bordenbitch of truffeltrut door jongens die zijn zoons hadden kunnen zijn. Een oud-pennenlikker die met veel pijn en moeite Franse hotdogs probeert te slijten te midden van marktlui die hun plek niet af willen staan.

Hoewel de geportretteerden naar mijn zin iets te veel lulden over de ‘waarde’ en ‘ziel’ van het openen van sint-jakobsschelpen - het blijven Nederlanders - boden de verhalen een mooie boodschap voor al die nagelbijtende studenten, sip kijkende forensen en zenuwachtige ondernemers. Een boodschap die natuurlijk al veel eerder veel beter was samengevat door de Ierse schrijver Samuel Beckett: 'Ever tried. Ever failed. No matter. Try Again. Fail again. Fail better.'

16 juni 2010

Ontvang de nieuwste tips over werk en carrière

Meer dan 440.000 Jobat gebruikers zijn wekelijks op de hoogte

Anderen bekeken ook