Waarom je soms beter doorsnee kan zijn dan een toptalent

Onze individualistische samenleving lijkt een nieuwe ziekte te hebben waarbij iedereen aan de top wil staan. Zelfs als het voor jou niet zo nodig hoeft, geven anderen je graag het gevoel dat je dit wél moet willen. Het lijkt alsof je leider moét zijn: dé Mark Zuckerberg van een bedrijf. Of een topscorer zoals Romelu Lukaku. Anders tel je niet echt mee.

Liever geen all-star team

Toch is er niets mis met een bescheiden talent. Zeker niet als je samenwerkt in een team. Psychologen Adam Galinsky en Roderick Swaab ontdekten dat je zelfs te veel talent in een team kunt hebben. Dat is het ‘too-much-talent effect’. De psychologen brachten scores van voetbal- en basketbalteams in kaart. Daaruit bleek dat ploegen met één toptalent in het team beter scoorden. Maar dat resultaten hopeloos daalden bij een all-star team met meerdere toptalenten.

Ontdek: In welk soort team werk jij?

Concurrentie vermijden

Geef toe, vreemd toch? Je zou verwachten: hoe meer talent in een team, hoe beter de resultaten. Hoe komt dit? Toptalenten in een team zijn concurrenten van elkaar. Ze willen allemaal voortdurend scoren. Maar een team heeft ook verdedigers nodig. Daarom scoort een ploeg dus beter zonder superster in het team dan met te veel supersterren.

Samenwerken is key

In het honkbal bestaat het ‘too-much-talent effect’ niet. Daar zorgen meer talenten wel voor betere resultaten. Galinsky en Swaab waren niet verbaasd. Bij honkbal scoort iedere speler voor zich en moeten de teamspelers nauwelijks samenwerken.

Werk jij in een bedrijf samen met collega’s aan een groter doel? Dan is het een meerwaarde als je gewoon goed kunt samenwerken. Jouw talent is iemand op het juiste moment de bal toespelen of omstandigheden creëren – al dan niet op de achtergrond – waardoor een teamlid kan scoren. There’s no I in team.

Lees ook: Beter samenwerken van thuis uit

Meer weten over onze hersenen op de werkplek? Lees dan ook Chantals boek ‘Ons feilbare denken op het werk: over denkfouten op de werkvloer’ (2018). Hierin zet de gedragspsychologe aan de hand van herkenbare situaties de meest voorkomende denk- en inschattingsfouten op het werk op een rij. Daarnaast maakt ze de vertaalslag van de wetenschap naar de praktijk.

(gg/em) - Bron: ad.nl