Op stap met de Regie der Gebouwen: 'We hebben problemen, maar de job is leuk'

'Men zegt wel eens dat wie tien jaar voor de overheid heeft gewerkt, is afgeschreven voor de privé' (Jochem Naaktgeboren, Regie der Gebouwen)
De Regie der Gebouwen. Klinkt als een oude draak, en dat is het volgens ingenieur-attaché Jochem Naaktgeboren (34) ook wel een beetje. “Soms heb ik de indruk dat we de brandjesblusser van de federale overheid zijn. Maar toch doe ik mijn job graag. Al die mooie gebouwen in het centrum van Brussel ... Daar mag ik over waken.”
'Men zegt wel eens dat wie tien jaar voor de overheid heeft gewerkt, is afgeschreven voor de privé' (Jochem Naaktgeboren, Regie der Gebouwen)

Op haar website omschrijft de Regie zich als dé referentie in vastgoed van de federale overheid. Afgaand op de cijfers - en het ontbreken van enige concurrentie - heeft ze daar ook alle reden toe. Het vastgoedkantoor van de staat beheert niet minder dan acht miljoen m² ruimte, verspreid over meer dan 1.600 gebouwen.

‘Negatief in het nieuws’

Bij die mastodont is Jochem sinds december 2000 ingenieur-attaché. Zijn eerste en tot nu toe enige werkgever. Waarom kiest een jonge architect voor een job bij de overheid? Waarom gaat hij niet aan de slag bij een bureau of als zelfstandige? Toeval, zo blijkt. “Na mijn studies had ik de keuze uit verschillende stageplaatsen. Dit was de enige die een normaal loon betaalde. Elders zou ik als stagiair-ingenieur niet meer dan 200 frank per uur verdiend hebben. Bovendien sprak het me aan om in Brussel te werken en leek dit me toen de beste plaats om te starten.”

Echt bekend is de Regie der Gebouwen nochtans niet bij het grote publiek. Volgens Jochem is dat omdat ze in de eerste plaats werkt voor de andere federale overheidsdiensten, beter bekend als ‘de ministeries’. En dat in heel België. Voor aannemers en architecten speelt de Regie echter een belangrijke rol als opdrachtgever. Maar ze komt ook wel eens negatief in het nieuws.

Zoals onlangs met de ontsnappingen uit het Brusselse Justitiepaleis of met de helikopternetten boven de gevangenissen. Bovendien verlopen niet alle dossiers even vlot. De overheid kent administratieve en wettelijke procedures die nogal wat tijd in beslag durven nemen. “En er zijn de budgettaire beperkingen, het personeelsgebrek, prioriteiten die wel eens veranderen ... Maar het kan ook anders. Zo hebben we eind juli een aanbesteding georganiseerd en die werken starten reeds op 1 september.”

Toch sluipt er af en toe ook een positieve noot in de berichtgeving over Jochems werkgever. De renovatie van de gevel van het Magritte-museum - een van Jochems projecten - is een van die voorbeelden. “De Regie kampt met problemen op verschillende gebieden, zoals een personeelstekort. Maar mijn projecten - de culturele instellingen in centrum Brussel - zijn leuk en ik ontmoet interessante mensen.”

‘Overstap naar privé niet evident’

Bovendien heeft werken voor de overheid zo zijn voordelen. “Dit is een stabiele omgeving waar werk en gezin goed kunnen gecombineerd worden. Het nadeel is dat je in een eerder rigide structuur zit. Mijn loopbaan ziet er tot nu toe heel horizontaal uit, maar bij het uitvoeren van mijn opdrachten krijg ik veel autonomie en kan ik initiatief nemen. Ik kreeg van in het begin veel verantwoordelijkheid, wat voor een gezonde stress zorgde. Daarnaast kan ik ook opleidingen volgen. Ik verlies dus zeker de voeling niet met de trends in de bouwsector. Binnenkort start ik met een opleiding Master in Real Estate, wat interessante perspectieven opent.”

Want Jochem is ambitieus en zijn leven lang ingenieur-attaché blijven, ziet hij niet zitten. “Men zegt wel eens dat wie tien jaar voor de overheid heeft gewerkt, is afgeschreven voor de privé. Ik weet niet of dat zo is. Wat ik wel geloof, is dat de overstap niet evident is. Omwille van de vooroordelen. Nochtans beschik ik over heel wat geloofsbrieven: ik kan zelfstandig werken, breng mijn projecten tot een goed einde en heb altijd een mooie omzet gehad. Momenteel heb ik voor iets meer dan zes miljoen euro werken in uitvoering en voor ongeveer veertien miljoen in studiefase. En ik heb referenties: zoals het Magritte-museum.”

‘Verbouwen en renoveren van bekende historische gebouwen’

Voor menig architect moet het een droom zijn om voor de Regie der Gebouwen te werken. De portefeuille aan historische gebouwen is indrukwekkend. Als Jochem over zijn projecten spreekt, heeft hij het over het verbouwen en renoveren van bekende historische gebouwen: van het Paleis der Academiën tot de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten. Of het om opbouwen, afbreken of restaureren gaat, varieert van project tot project, maar ga er gerust van uit dat Jochem zowat alles doet. Al is ‘doen’ misschien overdreven.

Als architect van de Regie superviseert en coördineert hij eerder de werken, en houdt hij het budget en de kwaliteit in de gaten. “Ik zorg voor de opmaak en aanbesteding van het contract en de uitvoering van de werken. Het probleem is dat daar soms ook kleine werken tussenzitten, zoals het vervangen van een loszittende steen of een kapotte waterkraan in een gebouw. De combinatie van dergelijke kleine werken met grotere opdrachten is niet altijd evident .”

Met historisch beschermde gebouwen doe je als architect ook niet wat je wil. Leidt dat niet tot een gebrek aan creativiteit? “Ach, regels heb je overal. Ook als je een huis bouwt. Bovendien is het creatieve niet meer dan tien procent van het werk van een architect. Bij het ontwerpen van een gebouw kan je creatief zijn, bij de afwerking ook, maar tussenin moet er vooral degelijk werk geleverd worden.”

‘Extra personeel zou wonderen doen’

In het Paleis der Academiën, in 1823 gebouwd door Willem Van Oranje maar niet meer dan vijf jaar door de prins bewoond, voert de Regie asbestsaneringswerken uit. Tegelijk worden er twee conferentiezalen verbouwd en volledig opnieuw ingericht volgens Europese normen. Een project van acht maanden dat 1,4 miljoen euro kost. Jochem superviseert de werken en onderhandelt met de verschillende aannemers. “Onder het motto ‘de staat betaalt wel’, durven sommigen wel eens misbruik te maken van overheidsopdrachten maar het is aan ons om daar kordaat in op te treden.”

Al is hij architect, en kan hij het wel, de plannen voor de conferentiezaal tekent hij niet zelf. Toch niet de uiteindelijke. “Het initiële plan komt van bij ons, maar het uitvoeringsplan wordt getekend door de uitvoerder aan wie het werk wordt uitbesteed. We zouden al die plannen trouwens zelf niet kunnen tekenen. Onze afdeling heeft momenteel maar één tekenaar in dienst.”

Aan de andere kant van het Warandepark, langs het Koningsplein, liggen de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België. De helft van die musea staat momenteel in de steigers voor een grondige gevelrestauratie. Terwijl we via de stellingen naar het dak klimmen, wijst Jochem ons onderweg op verkruimeld steengruis en slecht gerenoveerd beeldhouwwerk waar de lagen verf zo dik opliggen dat je soms amper nog ziet wat er onder zit.

“Het vreemde is dat al wat hier in de jaren zeventig gerestaureerd is zich momenteel in slechtere staat bevindt dan de oorspronkelijke elementen. Eigenlijk zijn we hier tien jaar te laat”, zegt Jochem die dat toeschrijft aan het gebrek aan mankracht bij de Regie. “Soms heb ik de indruk dat we de brandjesblusser van de federale staat zijn die inspringt waar de nood het hoogst is. Wat extra personeel zou wonderen doen.”

(wim.verdoodt@jobat.be)  

11 september 2009
Anderen bekeken ook