'Landurig werklozen ver verwijderd van moderne arbeidsmarkt'

“De werkloosheidsval, waarbij het verschil tussen een uitkering en het inkomen uit werk te klein is om interessant te zijn, verliest aan belang.” (Ludo Struyven, HIVA)
Onze bedrijven zijn amper voorbereid op de vergrijzing en overschatten de tevredenheid van hun werknemers. De kloof tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt neemt toe en het overheidsbeleid wordt argwanend bekeken. Dat blijkt alvast uit de eerste arbeidsmarktstudie van Tempo-team.
Ludo Struyven
“De werkloosheidsval, waarbij het verschil tussen een uitkering en het inkomen uit werk te klein is om interessant te zijn, verliest aan belang.” (Ludo Struyven, HIVA)

Hr-dienstverlener Tempo-team stelde deze week zijn eerste internationale arbeidsmarktstudie voor. Zo’n 1.200 hr-managers en 2.000 vaste en uitzendkrachten werden gepolst over hun jobtevredenheid, het evenwicht tussen werk en privé en het arbeidsmarkt- en activeringsbeleid van de overheid. Daarbij tekenen zich enkele opvallende trends af. Professor Ludo Struyven van HIVA zet als externe expert de bevindingen van Tempo-team op een rijtje.

Bedrijven niet klaar voor vergrijzing

Hoewel experts het erover eens zijn dat de gevolgen van de vergrijzing binnen enkele jaren nijpend zullen worden, gelooft amper 35 procent van de Belgische respondenten dat zijn bedrijf klaar is om de impact van de vergrijzing op te vangen.

Struyven: ‘België doet het daarmee slechter dan buurlanden als Duitsland en Nederland. Bij onze noorderburen is het beleid al langer gericht op het zogenaamde active aging: een pakket maatregelen - waaronder een hogere pensioenleeftijd, maar ook nog veel meer - dat erop gericht is om mensen langer aan de slag te houden.’

De overheid moet ondersteunende maatregelen voorzien, bijvoorbeeld de loonkost voor oudere werknemers aanpakken. ‘Mensen zijn bereid om ‘tijd te kopen’en de laatste jaren van hun carrière aan een trager tempo te werken. Ze leveren enkele werkdagen - en dus ook wat loon - in, maar blijven wel langer aan de slag.’

Kloof tussen vraag en aanbod

Volgens de studie van Tempo-team mag 81 procent van de Belgische ondernemingen wel de intentie koesteren om mensen aan te werven, de geschikte profielen vinden wordt steeds moeilijker. Sommige bedrijven klagen dat kandidaten ‘overgediplomeerd’ zijn. Ook Struyven ziet dat het aanbod op de arbeidsmarkt de scholingsgraad van de kandidaten niet bijbeent. Moeten studenten dan meer gestuurd worden in de richting die de arbeidsmarkt aangeeft?

Struyven relativeert: ‘Ik ben geen voorstander van een studiekeuze louter in functie van de arbeidsmarkt. Je weet immers nooit zeker welke jobs de markt in de toekomst nodig heeft. Op het vlak van oriëntering kan nog wel veel gedaan worden. Maar daarnaast zie je ook dat kandidaten die in een job terecht komen ‘onder hun niveau,’ na een aantal jaren wel doorgroeien.’

Aan de andere kant van het spectrum zitten heel wat lager opgeleiden zonder werk. De werkloosheidsval, waarbij het verschil tussen een uitkering en het inkomen uit werk te klein is om interessant te zijn, speelt volgens Struyven steeds minder een rol. ‘Veel langdurig werklozen zijn ver verwijderd van de moderne arbeidsmarkt. Ook al passen ze in theorie in een bepaald profiel, weinig werkgevers zijn geneigd om hen aan te werven omdat ze minder productief zijn. Je moet je dus durven afvragen of al die vacatures wel degelijk toegankelijk zijn voor die bepaalde categorie werklozen. Voor een aantal onder hen zijn jobs op maat nodig, als het kan in het reguliere circuit.’

Werkgevers overschatten zichzelf

Werknemers zijn minder tevreden over hun baan dan werkgevers denken. Uit de studie blijkt dat werkgevers de doorgroeimogelijkheden, de loontevredenheid en de promotieperspectieven die ze werknemers bieden, systematisch hoger inschatten. Struyven: ‘Ook andere onderzoeken komen tot die conclusie. In een positief conjunctuurklimaat worden werknemers veeleisender.’

Bovendien brengt de studie aan het licht dat werknemers bij hun jobkeuze vooral worden gedreven door zelfontwikkeling. De balans tussen werk en privé en de nood aan uitdagingen staan hoger op het prioriteitenlijstje dan puur economische factoren zoals de stabiliteit van het bedrijf en het salaris. Toch blijken Belgische werknemers in vergelijking met de buurlanden het minst geneigd om van job te veranderen: amper één op de vijf belgen ziet zichzelf binnen de vijf jaar bij een andere werkgever aan de slag gaan.

‘Op de Belgische arbeidsmarkt zie je vooral ‘gedwongen mobiliteit’, wanneer werknemers na ontslag naar ander werk zoeken’, zegt Struyven. ‘Voor het overige is de Belg merkelijk honkvaster dan zijn Europese collega’s. Dat komt door de lange en dure opzegtermijnen, maar ook door het feit dat anciënniteitvoordelen vaak verloren gaan bij de overstap. Die anciënniteit houdt ook ontevreden werknemers vaak in een gouden kooi. Daarnaast zijn Belgische werkgevers minder geneigd om fervente jobhoppers aan te nemen. Ze gaan vacatures nog vaak intern oplossen.’

Weinig vertrouwen in overheid

Hoewel werkgevers en werknemers in de studie hun vertrouwen uiten in de arbeidsmarkt, kan de overheid op heel wat minder begrip rekenen. In heel Europa tekent zich dezelfde, ontevreden trend af. Het antwoord van de beleidsmakers op de Eurocrisis, de jobcreatie, bezuinigingen en economische stabiliteit ... De Europese regeringen worden over de hele lijn gebuisd. Volgens Struyven zijn er twee manieren om die afwijzing te interpreteren. ‘Ofwel is er ontevredenheid over de werking van het overheidsbeleid inzake tewerkstelling en arbeidsmarkt, ofwel is het cijfer een uiting van het geloof in eigen kunnen: ‘Wij lossen het wel op zonder de overheid. Het resultaat is alleszins een sterk signaal, maar niet zo eenduidig te interpreteren.’

Volgens Struyven biedt dit soort studies stof tot nadenken. ‘Dergelijk internationaal onderzoek is interessant, maar je mag niet uit het oog verliezen dat ze vooral ‘insiders’ aan het woord laat. Het zou geen kwaad kunnen om ook oudere werknemers, oudere werklozen en andere inactieven te bevragen. Op de werkvloer is het doel om hen langer aan het werk te houden nog veraf, alle retoriek ten spijt. Voor de Belgische arbeidsmarkt ligt daar de allereerste prioriteit.’

(ml)  

5 september 2011
Anderen bekeken ook